Installatie
8.8
Installatie van het bedieningspaneel
Bij het installeren van het bedieningspaneel moeten de volgende aanwij-
zingen worden gevolgd:
Monteer het bedieningspaneel binnen 4,5 m van het elektriciteitskast-
je.
Monteer het bedieningspaneel op een binnenwand, iets hoger dan het
midden van de hut, op een plaats met vrij circulerende lucht waar de
gemiddelde temperatuur het beste kan worden gedetecteerd.
Monteer het bedieningspaneel niet
– onder directe zonnestralen
– in de buurt van warmteopwekkende apparaten
– in een spant waar de temperaturen van achter het paneel de wer-
king kunnen verminderen
– in de toevoerlucht-stroom
– boven of onder het rooster voor toevoer- of afvoerlucht
Kies voordat u het bedieningspaneel monteert eerst een geschikte
plaats:
➤ Maak een uitsnijding voor het bedieningspaneel:
64 mm breed, 48 mm hoog.
➤ Steek één einde van de displaykabel (8-pin RJ-45 stekker) in de
display-aansluiting (J-2) van het elektriciteitskastje en het andere ein-
de in de achterkant van het bedieningspaneel.
➤ Reinig voordat u het paneel plaatst het montageoppervlak. Gebruik
daarvoor enkel isopropylalcohol (test de alcohol eerst op een verbo-
gen deel van het oppervlak).
➤ Bevestig het bedieningspaneel met de meegeleverde plakstroken aan
een spant.
8.9
Installatie van eenheid en zeewatersysteem
8.9.1
Aanwijzingen voor de installatie van het zeewatersysteem
A
LET OP!
Indien het zeewaterfilter niet wordt geïnstalleerd, kan de pomp bescha-
digd raken. In dat geval vervalt de garantie van de pomp!
I
INSTRUCTIE
Indien het zeewaterfilter niet wordt geïnstalleerd, vervalt de garantie
van de pomp.
152
MCS5, MCS10, MCS15
NL