MCS5, MCS10, MCS15
Vrije ruimte (afb. 2, pag. 3)
Bij de plaatsing van de eenheid moet er voldoende vrije ruimte beschik-
baar zijn:
Zorg voor een minimale vrije ruimte in een omtrek van 152 mm om de
eenheid bij de zeewater- en condensafvoerpijp (1).
Zorg voor een minimale ruimte van 76 mm vóór de verdamperspoel
voor de afvoerlucht-inlaat als deze naast een spant (2) ligt.
Voor een flexibele leidingverbinding (10) en voor de vrije ruimte die
nodig is achter het toevoerlucht-rooster
– zorg voor 51 mm voor de buisring,
– laat 25 mm over voor de bochtradius en
– tel daarbij de leidingdiameter op, om de totale vrije ruimte te bere-
kenen.
Zorg voor voldoende vrije ruimte voor de installatie en het onderhoud.
Afmeting eenheid (afb. 2, pag. 3)
I: bovenaanzicht
II: zijaanzicht
III: achteraanzicht
Capaciteit eenheid
A – Leidingafmeting
B – Basisdiepte
C – Algemene diepte
D – Breedte
E – Hoogte
8.2
Condensafvoer
!
WAARSCHUWING!
Sluit geen condensafvoerleiding aan
binnen 0,9 m van een motoruitlaat of een afvoersysteem van een ge-
nerator,
in een motor- of generatorhuis,
in het onderruim, tenzij de afvoer goed is aangesloten op een afge-
dichte condens- of afvoerpomp.
Als dat niet het geval is kunnen de dampen uit het onderruim of het mo-
torhuis zich vermengen met de afvoerlucht en daardoor de leefruimte
verontreinigen. Dit kan leiden tot verwondingen of overlijden.
NL
MCS5
MCS10
mm
mm
102
153
204
254
229
248
407
552
286
343
Installatie
MCS15
mm
153
254
268
559
343
145