Voor de patiënt
LET OP!
Controleer de houdbaarheids- / uiterste gebruiksdatum. Gebruik het product niet na
deze datum.
Controleer vóór het inbrengen eerst de canule op zichtbare beschadigingen en loszittende
onderdelen.
Mocht u iets opvallends constateren, gebruik de canule dan in geen geval, maar stuur deze
op ter controle.
Tracheacanules moeten telkens vóór het plaatsen grondig worden gereinigd. Ook voor het
eerste gebruik van de canule wordt reiniging aanbevolen, tenzij het een steriel product is!
Het canuleschild en de trechtervormige behuizing (houder) mogen niet in de tracheostoma
geschoven worden. Let erop dat het canuleschild zich altijd buiten de tracheostoma bevindt
(zie afb. 2).
NL
Let er op dat de canule in elk geval vóór het opnieuw inbrengen volgens de onderstaande
instructies gereinigd en evt. gedesinfecteerd moet worden.
Als zich secreet in het lumen van de Fahl
-tracheacanule vastzet, dat niet weg kan worden
®
gehoest of door afzuigen kan worden verwijderd, moet de canule verwijderd en gereinigd
worden.
Na de reiniging en/of desinfectie moeten de Fahl
-tracheacanules goed op scherpe randen,
®
scheuren of andere beschadigingen worden gecontroleerd, omdat deze de werkwijze
kunnen aantasten of letsel van het slijmvlies in de luchtpijp zouden kunnen veroorzaken.
Beschadigde tracheacanules mogen niet meer worden gebruikt.
Bij gebruik van de Fahl
siliconen canules kan op de producten kolonisering van
®
bijvoorbeeld gistzwammen (Candida) en bacteriën ontstaan, wat materiaalvertroebeling
en een kortere houdbaarheid kan veroorzaken. In dat geval moet de canule onmiddellijk
worden vervangen.
Bij verkleuringen van het canulemateriaal moeten de Fahl
siliconen tracheacanules
®
onmiddellijk worden afgevoerd.
WAARSCHUWING
Patiënten moeten van geschoold deskundig personeel instructies hebben ontvangen
over de veilige omgang en het veilige gebruik van de Fahl
-tracheacanules.
®
1. Inbrengen van de canule
Stappen voor het inbrengen van de Fahl
-tracheacanules
®
Gebruikers moeten vóór gebruik hun handen wassen (zie afb. 3).
Verwijder de canule uit de verpakking (zie afb 4).
Als u de canule zelf inbrengt, kunt u dit vergemakkelijken door de Fahl
-tracheacanules
®
vóór een spiegel in te brengen.
Houd de Fahl
-tracheacanules bij het inbrengen met de ene hand aan het canuleschild
®
vast (zie afb. 5).
Met de andere, vrije hand kunt u het tracheostoma iets uit elkaar trekken zodat de
canulepunt beter in de ademopening past.
Voor het spreiden van de tracheostoma zijn ook speciale hulpmiddelen verkrijgbaar
(tracheospreider ref. 35500), waarmee de tracheostoma gelijkmatig en voorzichtig kan
worden gespreid, bijv. ook in noodgevallen bij een collaberende tracheostoma (zie afb. 6).
Let er bij het gebruik van een hulpmiddel voor het spreiden op dat de canule door het
spreiden niet door trek beschadigd wordt.
Voer nu de tracheacanule tijdens de inspiratiefase (bij het inademen) voorzichtig in de
tracheostoma en buig het hoofd daarbij iets naar achteren (zie afb. 7).
Schuif de canule weer in de trachea.
Nadat u de canule verder in de luchtpijp hebt geschoven, kunt u het hoofd weer rechtop
houden.
Tracheacanules dienen steeds met een speciale canuledraagband te worden bevestigd.
Deze stabiliseert de canule en zorgt er zo voor dat de tracheacanule goed in de
tracheostoma blijft zitten (zie afb. 1).
57