• De RF-zender bestuurt de beweging niet en de led op de zender gaat niet branden: controleer of de batterijen van de zender leeg zijn en vervang ze indien nodig.

• De RF-zender bestuurt de beweging niet, maar de led op de zender gaat wel branden: controleer of de zender goed door de RF-ontvanger is

opgeslagen. Controleer tevens op de zender of het radiosignaal goed wordt verzonden, door het op de volgende manier te testen: druk op een willekeurige

toets van de zender en plaats de led ervan op de antenne van een gewoon, werkend RF-apparaat dat op FM-band op 108,5 Mhz of de dichtstbijzijnde

frequentie is afgestemd; dan moet een lichte ruis met krassend getik worden gehoord.

• Als een instructie wordt gestuurd wordt er geen beweging uitgevoerd en de led OK knippert niet: controleer of de besturingseenheid wordt gevoed

met de netspanning van 230/400V. Controleer tevens of de zekeringen niet zijn gesprongen; als dit wel het geval is, achterhaal dan de oorzaak van het defect

en vervang ze door nieuwe met dezelfde eigenschappen.

• Als een instructie wordt gestuurd wordt er geen beweging uitgevoerd en het knipperlicht is uit: controleer of de instructie wel wordt ontvangen;

als de instructie bij de ingang PP aankomt, knippert de led OK twee keer om aan te geven dat de instructie is ontvangen.

• De beweging start niet en het knipperlicht knippert enkele keren: tel het aantal keer knipperen en verifieer de betekenis ervan in de volgende tabel:

Programmeringsled

L1 knippert snel

L2 knippert snel

L3 knippert snel

L4 knippert snel

L5 knippert snel

L6 knippert snel

L7 knippert snel

L8 knippert snel

• De motor draait omgekeerd:

- voor de driefasemotor moeten de fasen "V" en "W" van de motor worden omgewisseld

- voor de eenfasemotor moeten de fasen "V" en "W" van de motor worden omgewisseld

- voor de eenfasemotor met inverter moet de functie "omgekeerde draairichting" worden geactiveerd

• De beweging start en stopt kort daarna: bepaal de oorzaak met behulp van de diagnostiek van de leds op de besturingseenheid.

• De eenfasemotor start zelf na de inschakeling: controleer of de parameter "INVERTER" is geactiveerd tijdens de programmering op het tweede niveau;

stel de parameter eventueel in op "OFF".

ALGEMENE AANBEVELINGEN

7.1 - Veiligheidswaarschuwingen

• LET OP! – Deze handleiding bevat belangrijke instructies en waarschuwingen voor de veiligheid van personen. Een verkeerde installatie kan

ernstige verwondingen veroorzaken. Alvorens te beginnen met werken moet de handleiding in haar geheel worden gelezen. In geval van twijfel

moet de installatie worden onderbroken en de klantenservice van Nice worden geraadpleegd.

• LET OP! – Belangrijke instructies: bewaar deze handleiding voor aanwijzingen voor eventueel onderhoud en de afvalverwerking van het product.

7.2 - Aanbevelingen voor de installatie

• Alvorens met de installatie te beginnen moet gecontroleerd worden of dit product geschikt is voor het gewenste type gebruik (zie hoofdstuk 3.1 en 3.2). Als dit

niet het geval is, begin dan NIET met installeren.

• De inhoud van deze handleiding heeft betrekking op een standaardinstallatie zoals beschreven in afb. 2.

Vanwege de gevaren die de installatie en het gebruik van het product met zich mee kunnen brengen, moet de automatisering geïnstalleerd worden met

inachtneming van de volgende aanbevelingen:

- Op het voedingsnet van de installatie moet een onderbrekingsinrichting worden geplaatst met een openingsafstand van de contacten die de volledige

onderbreking van de stroom garandeert in geval van categorie III overspanning.

- Alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd als de automatisering is losgekoppeld van de elektrische voeding. Als de

onderbrekingsinrichting zich niet in het zicht bevindt vanaf de plek waar de automatisering is geïnstalleerd, moet er, alvorens met de werkzaamheden te beginnen,

een bord op worden geplaatst met de tekst: "LET OP! ONDERHOUD IN UITVOERING".

- Het product moet aan een elektrische voedingslijn worden aangesloten die is voorzien van een aardingsinstallatie.

- Hanteer de automatisering tijdens de installatie met zorg om beknelling, stoten, vallen en contact met vloeistoffen te voorkomen. Houd het product uit de buurt

van warmtebronnen en stel het niet bloot aan open vuur. Dit alles kan het product beschadigen en defecten of gevaarlijke situaties veroorzaken. Als dit gebeurt,

stop dan direct met installeren en neem contact op met de klantenservice van Nice.

- Geen enkel onderdeel van het product mag gewijzigd worden. Ongeoorloofde handelingen kunnen alleen defecten veroorzaken. De fabrikant aanvaardt geen

enkele aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van willekeurige wijzigingen aan het product.

- Het product is niet geschikt om gebruikt te worden door personen (kinderen inbegrepen) met fysieke, zintuiglijke of mentale beperkingen of die onvoldoende

kennis en/of ervaring hebben, tenzij deze onder toezicht of met instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid het product kunnen

gebruiken.

- Het product kan niet worden beschouwd als een effectief beveiligingssysteem tegen inbraak. Als u zich op effectieve wijze wilt beschermen, moet de

automatisering met andere inrichtingen worden geïntegreerd.

- Laat kinderen niet met de vaste bedieningen spelen. Houd de (afstands)bedieningen buiten bereik van kinderen.

- De automatisering mag niet worden gebruikt als ze niet eerst in werking is gesteld zoals toegelicht in hoofdstuk 4 "Test en inwerkingstelling".

- Het verpakkingsmateriaal moet volgens de plaatselijk geldende voorschriften verwerkt worden.

7.3 - Bijzondere aanbevelingen met betrekking tot de Europese richtlijnen die op dit product van toepassing zijn

• Richtlijn "Bouwproducten": Bijzondere aanbevelingen voor dit product met betrekking tot de richtlijn "Bouwproducten" 89/106/EG en volgende wijziging 93/68/

EG:

- De complete installatie van dit product, zoals beschreven in deze instructiehandleiding en voor enkele soorten gebruik (bijvoorbeeld uitsluitend gebruik voor

voertuigen is uitgesloten) kunnen ertoe leiden dat het product binnen het toepassingsgebied valt van de Richtlijn "Bouwproducten" 89/106/EG en de bijbehorende

geharmoniseerde norm EN 13241-1.

- In paragraaf 1.3.1 staan alle noodzakelijke installatiecriteria opdat het product aan de essentiële eisen van de richtlijn 89/106/EG voldoet; degene die de installatie

uitvoert moet controleren of en ervoor zorgen dat al deze criteria zorgvuldig in acht zijn genomen.

(leidraad bij het oplossen van problemen)

Oorzaak

Fout geheugen inrichtingen

Fout geheugen waarden

Fout geheugen parameters

Fout synchronisme of remprintplaat

Fout telling encoder

Fout richting encoder

Fout inverter

Niet gebruikt

Tabla de Contenido