NL
20%, wat overeenkomt met hout dat 2 jaar gerijpt is na het kappen en dat onder een afdak is opge-
slagen.
Brandstof niet aanbevolen
Vermijd het stoken van houtblokken of stokken met een vochtgehalte van meer dan 20%, omdat dit
kan leiden tot het niet bereiken van de opgegeven technische parameters - een lager warmtevermo-
gen. Het is niet aan te raden om naaldhout of rondhout te gebruiken als brandstof voor het toestel,
omdat dit ervoor zorgt dat het toestel intens brandt en het toestel en het rookkanaal vaker moeten
worden gereinigd. Ongeschikte brandstof beïnvloedt ook de mate van vervuiling van het glas.
Verboden brandstof
In de kachels mogen niet worden verbrand: mineralen (bijv.: steenkool, tropisch hout (bijv.: mahonie),
chemische producten of vloeistoffen zoals olie, alcohol, benzine, naftaline, gelamineerde panelen,
geïmpregneerde of geperste stukken hout die met lijm zijn gebonden, afval. Als andere brandstoffen
zijn toegestaan, wordt dit vermeld op het typeplaatje.
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN DE VERWARMING
De verwarming moet worden geïnstalleerd door een persoon die gekwalificeerd is om dit soort in-
stallatiewerkzaamheden uit te voeren. Dit is een voorwaarde voor veilig gebruik. De installateur dient
op de garantiekaart te bevestigen dat het installatiewerk correct is uitgevoerd door de garantie te
ondertekenen en af te stempelen. Indien niet aan deze eis wordt voldaan, verliest de koper het recht
op garantieclaims tegen de fabrikant van het verwarmingselement.
Voordat het toestel geïnstalleerd wordt, moet ook de mechanische sterkte van de ondergrond
waarop het geplaatst wordt gecontroleerd worden, rekening houdend met het gewicht van het
toestel.
VOORBEREIDING VOOR INSTALLATIE
De verwarmer wordt klaar voor installatie geleverd. Na het uitpakken moet de unit worden gecon-
troleerd op volledigheid in overeenstemming met deze gebruiksaanwijzing. Controleer daarnaast
de werking van:
- het mechanisme voor het regelen van de luchttoevoer naar de verbrandingskamer (aslade);
- het vergrendelingsmechanisme van de voordeur (scharnieren, handgreep);
- de integriteit van de ommanteling van het rookgasafvoerkanaal en de rookgasafvoer moet gegaran-
deerd zijn door een brandwerendheid van minstens 60 minuten;
de staat van de beglazing
- de installatie van de kachel mag worden uitgevoerd na een positief resultaat van een deskundige
schoorsteenveger op het rookkanaal.
AANSLUITING OP SCHOORSTEEN
Het is mogelijk om het kooktoestel aan te sluiten op een gemeenschappelijke schoorsteen. Bij aanslu-
iting op een gemeenschappelijke schoorsteen moet de deur altijd gesloten zijn. De schoorsteendruk
moet 12 Pa zijn.
Bepaal de minimale schoorsteentrek voor het nominale verwarmingsvermogen [Pa]:
De schoorsteentrek moet zijn:
- minimale stuwkracht - 6 ± 1 Pa,
- medium, aanbevolen diepgang - 12 ± 2 Pa,
- maximale stuwkracht - 15 ± 2 Pa.
De schoorsteen moet luchtdicht zijn en de wanden moeten glad zijn. De schoorsteen moet vóór aan-
sluiting worden ontdaan van roet en andere verontreinigingen. De verbinding tussen de schoorsteen
438