Berner BHFL 33 Instrucciones De Manejo página 82

(NL)
• Controleer altijd of de acculader is overgeschakeld op druppellading voordat u de acculader lange tijd zonder toezicht
aan laat staan. Als de acculader na 12 uur nog niet is overgeschakeld op druppellading, is er een storing. Dan moet de lader
handmatig worden uitgeschakeld.
• Batterijen hebben een beperkte levensduur. Defecten in de batterij die tijdens het opladen ontstaan, kunnen niet door de
oplader worden gedetecteerd.
Laat de oplader daarom niet gedurende langere tijd onbeheerd achter.
• Lithium-ijzerfosfaataccu's (LFP / LiFePO4 ) mogen alleen met dit apparaat worden opgeladen als de lithium-ijzerfosfaa-
taccu een geïntegreerd GBS heeft dat in staat is om het opladen van de accu zelfstandig te onderbreken in geval van een
storing (foutieve celbalans / overspanning).
Als dit niet het geval is, mag u niet opladen met dit apparaat omdat interne foutcondities van de batterij niet kunnen worden
gedetecteerd.
VOORBEREIDING VAN DE LADING
• Als de accu uit het voertuig moet worden verwijderd om te worden opgeladen, verwijder dan altijd eerst de geaarde pool
van de accu. Zorg ervoor dat alle hulpapparatuur in het voertuig is uitgeschakeld om het risico op lichtbogen te verkleinen.
• Reinig de accupolen. Voorzichtig: Gecorrodeerde polen kunnen bijtende stoffen bevatten. Zorg er daarom voor dat deze
niet in de ogen komen.
• Voeg gedestilleerd water toe aan elke cel totdat het accuzuur het door de fabrikant aangegeven niveau in de accu heeft
bereikt. Dit helpt om overtollig gas uit de cellen te laten ontsnappen. Niet te veel vullen.
Volg bij een batterij zonder celverzegeling zorgvuldig de instructies van de fabrikant bij het opladen.
• Bestudeer zorgvuldig alle speciale voorzorgsmaatregelen van de batterijfabrikant, zoals het wel of niet verwijderen van
celkappen tijdens het opladen, en houd u aan de aanbevolen laadstroom.
• Bepaal de accuspanning aan de hand van de gebruiksaanwijzing van het voertuig en controleer of deze overeenkomt met
de specificaties van de acculader.
• Plaats de oplader zo ver mogelijk van de batterij als de DC-oplaadkabels toelaten.
• Zorg ervoor dat de ruimte rond de batterij goed geventileerd is terwijl de batterij wordt opgeladen.
• Plaats de oplader nooit direct op de op te laden batterij; gassen uit de batterij zouden de oplader aantasten en beschadi-
gen. Plaats de batterij ook nooit bovenop de oplader.
82
loading