6- EUROPESE referentienorm voor de veiligheid en de
bouw van de machines voor booglassen.
7- Inschrijvingsnummer voor de identificatie van de
lasmachine (noodzakelijk voor de technische service, de
aanvraag van reserve onderdelen en het opzoeken van
de oorsprong van het product).
8- Prestaties van het lascircuit:
- U : maximum spanning piek leeg (lascircuit open).
0
- I /U : Genormaliseerde overeenstemmende stroom en
2
2
spanning die door de lasmachine tijdens het lassen
kunnen verdeeld worden.
- X : Verhouding intermittentie: duidt de tijd aan dat de
machine de overeenstemmende stroom kan verdelen
(zelfde kolom). Wordt uitgedrukt in %, op basis van een
cyclus van 10 minuten (vb. 60% = 6 minuten werk, 4
minuten pauze; en zo verder).
Ingeval de gebruiksfactoren (van de kentekenplaat, die
verwijzen naar 40°C ruimte) overschreden worden,
wordt de ingreep van de thermische beveiliging
bepaald ( de lasmachine blijft in stand-by tot haar
temperatuur terug binnen de toegestane limieten ligt).
- A/V-A/V: Duidt de gamma aan van de regeling van de
l a s s t r o o m ( m i n i m u m - m a x i m u m ) a a n d e
overeenstemmende boogspanning.
9- Kentekens van de voedingslijn:
- U : Wisselspanning en voedingsfrequentie van de
1
lasmachine (toegelaten limieten ±10%):
- I
: Maximum stroom verbruikt door de lijn.
1 max
- I
: :Effectieve voedingsstroom .
1eff
10-
: De waarde van de zekeringen met vertraagde
werking moet voorzien worden voor de bescherming van
de lij.
11- Symbolen m.b.t. de veiligheidsnormen waarvan de
betekenis aangeduid is in hoofdstuk 1 "Algemene
veiligheid voor het booglassen ".
Opmerking: Het aangegeven voorbeeld van de
kentekenplaat geeft een indicatieve aanwijzing van de
betekenis van de symbolen en van de cijfers; de exacte
waarden van de technische gegevens van de lasmachine in
uw bezit moeten rechtstreeks genomen worden van de
kentekenplaat van de lasmachine zelf.
ANDERE TECHNISCHE GEGEVENS:
- LASMACHINE: zie tabel (TAB.1)
4. BESCHRIJVING VAN DE
LASMACHINE
De machine bestaat voornamelijk uit een, voor een
maximale betrouwbaarheid en beperkt onderhoud
geoptimaliseerde en op een voorgedrukt circuit
gemonteerde, kracht- en regel/controlemodule.
1 - Ingang van de enkelfasige netvoeding, de gelijkrichter
en afvlakcondensators.
2 - Transistorschakelbrug (IGBT) en stuurtrappen; zet de
gelijkgerichtenetspanning om in hoge frequentie
wisselspanning (
40 kHz, 55 kHz, 65 kHz
vermogen afhankelijk van de voor het lassen
noodzakelijke stroom/Spanning.
3 - Hoogfrequentietransformator: de eerste wikkeling wordt
door de van blok 2 afkomstige omgezette spanning
gevoed; deze dient om de spanning aan de waarden
noodzakelijk voor de booglasoperaties aan te passen en
tegelijkertijd om het lascircuit op galvanische wijze van
de voedingsspanning te isoleren.
4 - Secundaire gelijkrichtbrug met afvlakinductantie: zet de
door de secundaire wikkeling geleverde spanning /
stroom om in gelijkstroom / spanning met uiterst lage
golving.
5 - Controle- en regelelektronica: meet continu de waarde
van de lasstroomtransistors en vergelijkt deze met de
door de gebruiker ingestelde waarde; moduleert de
bedieningsimpulsen van de stuurtrappen van de
POWER MOS die voor de regeling zorgen. Bepaalt het
Afb. B
) en regelt het
dynamisch antwoord van de stroom tijdens de smelting
van de elektrode (onmiddellijke kortsluitingen), en
bestuurt de veiligheidssystemen.
In het model "DUAL VOLT AGE AUTOMA TIC" bestaat een
inrichting die automatisch de spanning van het net erkent
(115V ac - 230V ac) en de machine voorinstelt voor een
correcte werking. De gebruiker is in staat te begrijpen of de
machine gevoed is aan a 115V ac of 230V ac dank zij de
kleur van de led (
Afb.
-
LED GROENE KLEUR wijst erop dat de machine
aangesloten is op het net aan 230V ac.
-
LED ORANJE KLEUR wijst erop dat de machine
aangesloten is op het net aan 115V ac.
Tijdens de werking met de modaliteit 115V ac is het
mogelijk dat de machine, omwille van een
l a n g d u r i g e e n z w a r e o v e r s p a n n i n g , u i t
veiligheidsredenen omschakelt naar de modaliteit
230V ac.
In dit geval moet men om het lassen te hervatten de
machine af- en terug aanzetten. De machine alleen
terug aanzetten nadat de led (
is.
VERBINDINGS-, REGEL- EN
WAARSCHUWINGSONDERDELEN
Frontpaneel
1 - Positieve snelverbinding (+) voor aansluiting van de
laskabel.
2 - GEEL CONTROLELAMPJE: deze gaat branden als de
lasstroom wordt geblokkeerd om een van de volgende
redenen:
- Thermische beveiliging: in de machine heeft zich
een te hoge temperatuur ontwikkeld. De machine blijft
aanstaan zonder dat er stroom wordt toegevoerd,
totdat de normale temperatuur weer bereikt is. De
herstelprocedure wordt automatisch uitgevoerd.
- Beveiliging tegen over- en onderspanning van de
leiding: de machine wordt geblokkeerd als de
spanning op de leiding te hoog of te laag is.
3 - GROENE CONTROLELAMPJE: Aansluiting op het
elektriciteitsnet, apparaat gereed voor het gebruik.
4 - Potentiometer voor de afstelling van de lasstroom, met in
Ampères aangegeven schaalverdeling; de regeling kan
ook tijdens het lassen worden veranderd.
(Het model "DUAL VOLT AGE AUTOMA TIC" heeft een
dubbele gegradueerde schaal in Ampères)
5 - Negatieve snelverbinding (-) voor aansluiting van de
laskabel.
Achterpaneel
1 - Met EEG stekker 2p + ( ) uitgeruste voedingskabel.
(In het model "DUAL VOLT AGE AUTOMA TIC" is de kabel
zonder stekker).
2 - Hoofdschakelaar O/OFF - I/ON (verlicht).
5. INSTALLATIE
_________________________________________________________________________________
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN UITVOEREN MET DE
LASMACHINE VOLLEDIG UITGESCHAKELD EN
LOSGEKOPPELD VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN MOETEN
UITSLUITEND UITGEVOERD WORDEN DOOR
ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
_________________________________________________________________________________
- 27 -
C (3)).
Afb.
C (4)) volledig uit
LASMACHINE
Afb. C
Afb.
D