EDELRID Talon Manual Del Usuario página 35

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 43
7. GEOMETRISCHE CONTROLE – DIKTE VAN DE SCHACHT
De controle van de dikte van de schacht vindt plaats via de
groef die met 'stirrup thickness' is gemarkeerd. De schacht
mag op geen enkel punt in deze groef passen, anders is hij te
dun en moet worden vervangen. (Afb. 14)
8. GEOMETRISCHE CONTROLE – BREEDTE VAN DE SCHACHT
De controle van de breedte van de schacht vindt plaats via
de uitsparing die met 'stirrup width' is gemarkeerd. De scha-
cht mag op geen enkel punt in deze uitsparing passen,
anders is hij te smal en moet worden vervangen. (Afb. 15)
Instructies voor het slijpen van de klimsporen
1. De sporen mogen nooit worden geslepen met een machine,
omdat daarbij grote hitte ontstaat en het materiaal van de
sporen blijvend beschadigd kan raken. Er mogen uitsluitend
handvijlen worden gebruikt.
2. De sporen moeten altijd in de richting van de punt worden
geslepen. Daarvoor wordt het boom­stijgijzer gefixeerd in
een bankschroef, zoals weergegeven in (afb. 16). Er mag
slechts zo veel materiaal worden verwijderd tot het spoor
weer scherp is. Tijdens het slijpen wordt het spoor behoed-
zaam van achteren naar voren geschoven en er moet voor
worden gezorgd dat de verbinding met de schacht niet wordt
geschonden. De vijl wordt vlak gehouden en moet regelma-
tig worden gereinigd. Tijdens het vijlen wordt het spoor met
korte tussenpozen gecontroleerd om te voorkomen dat er te
veel materiaal wordt verwijderd.
3. Alleen de buitenste oppervlakken van het spoor mogen
worden gevijld. (Afb. 17)
4. Het bovenste gedeelte moet in een gebied van 27 mm (korte
klimsporen) of 50 mm (lange klimsporen), telkens gemeten
vanaf de punt, recht zijn.
5. De onderkant van het spoor moet in het gebied van de punt
weg 25 mm (korte klimsporen) en 40 mm (lange klimsporen)
vlak en recht zijn.
VOORZICHTIG: Verkeerd geslepen klimsporen kunnen tijdens
het klimmen ongewenst afglijden en een val met dodelijke
afloop tot gevolg hebben.
EDELRID adviseert voorafgaand aan het eerste gebruik en
daarna ten minste eenmaal per maand en na elke keer scher-
pen van de sporen een test volgens ASTM F887 standaard uit
te voeren, om een veilige werking van het stijgijzer te garande-
ren.
Schema test volgens ASTM F887
Plaats het boom-stijgijzer op een vlakke houten plank. Houd het
stijgijzer met het spoor naar de houten plank vast en de schacht
parallel met de houten plank. Nu drukt u het stijgijzer langs de
houten plank zonder daarbij druk uit te oefenen in de richting
van de houten plank. (Afb. 18a) Het spoor is correct geslepen
en scherp genoeg als het binnen een afstand van 2,50 cm in
het hout grijpt en blijft zitten. Wanneer het spoor over de houten
plank glijdt, is het spoor bot en moet worden bewerkt. (Afb. 18b)
Uitbraak-test volgens ASTM F887:
Deze test moet worden uitgevoerd op een mast die vrij is van
takken. Plaats het stijgijzer op uw been en houd het met één
hand vast aan de schacht. Duw het spoor op een hoogte van
30 cm vanaf de grond met weinig kracht ong. 6 mm in de mast,
terwijl uw been een hoek van ong. 30° maakt met de mast. Houd
voldoende druk op het stijgijzer, zodat het op de mast blijft,
echter niet dieper in de mast dringt (afb. 19a). Geleid de schacht
van het stijgijzer parallel aan de mast door uw knie naar binnen
te buigen. Belast nu het stijgijzer zonder dat uw andere been
loskomt van de grond om uw evenwicht te bewaren. (Afb. 19b).
De punt van het spoor moet zich vanzelf in de mast boren en
vanzelf blijven zitten, zodat de afstand vanaf de eerste insteking
van het spoor tot aan de belaste toestand niet groter wordt dan
5 cm.
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido