Reiniging Van De Pomp; Temperatuurklasse En Temperatuurbegrenzer - VARISCO J-ATEX JP Serie Traducción Del Manual Original

Bombas centrífugas autocebantes
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 40
NL - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOLGENS DE RICHTLIJN 94/9/EG - J-ATEX
Model
JP 3-230
JP 3-240
JP 3-252
JP 4-100
JP 4-159
JP 4-160
JP 4-220
JP 4-225
JP 4-250
JP 4-253
JP 6-250
JP 6-253
Vooraleer de pomp in werking te zetten, is het raadzaam de volgende algemene voorzorgsmaatregelen te volgen:
- controleer de aanwezigheid van smeermiddel in de houder van de mechanische dichting;
- controleer of het pomphuis vol vloeistof is;
- controleer of in de behandelde vloeistof geen vaste deeltjes aanwezig zijn of kunnen zijn met grote afmetingen of in elk geval
met afmetingen die schade kunnen veroorzaken. Controleer of er geen geoxideerd staal en ferromagnetische onderdelen, ook
met kleine afmetingen, aanwezig zijn;
- controleer of er geen belemmeringen zijn bij de ingang en/of uitgang van de pomp om cavitatie en overbelasting van de motor
te voorkomen;
- controleer of de verbindingsleidingen voldoende sterk zijn en zich niet kunnen vervormen wanneer ze aangesloten worden op
de pomp;
- indien de pomp een lange periode niet gebruikt is, wordt aanbevolen schoon water te laten circuleren gedurende enkele
minuten, om het risico van afzettingen te voorkomen;
- controleer of de draairichting correct is;
- controleer de aarding van de inrichting en controleer of er tussen de afzonderlijke onderdelen stroomdoorgang met de grond
is.

5. REINIGING VAN DE POMP

OPGELET Reinig de pomp uitsluitend met een vochtige doek, om accumulaties van elektrostatische ladingen
en stof te voorkomen.
Controleer periodiek of er geen afzettingen aanwezig zijn in de pomp en in het bijzonder in de zone van de statordelen.

6. TEMPERATUURKLASSE EN TEMPERATUURBEGRENZER

Met uitzondering van de pompen voorzien van temperatuurbegrenzer, varieert de temperatuurklasse in functie van de tempera-
tuur van de gepompte vloeistof; hierna worden de bedrijfscondities opgesomd.
Toegelaten variatie van de omgevingstemperatuur:
−20 °C < T omg < 60 °C voor de pompen/elektrische pompen voorzien van temperatuurbegrenzer
−20 °C < T omg < 40 °C voor de pompen/elektrische pompen zonder temperatuurbegrenzer
Voor de pompen/elektrische pompen zonder temperatuurbegrenzer is de maximaal toegelaten waarde voor de temperatuur van
de gepompte vloeistof weergegeven in Tabel 2.
OPGELET Men moet de warmtecompatibiliteit tussen de gepompte vloeistof en de materialen van de pomp con-
troleren; voor de pompen uitgerust met delen in NBR mag de temperatuur van de gepompte vloeistof niet meer
bedragen dan 90 °C.
OPGELET Gezien het toegelaten variatiebereik van de omgevingstemperatuur, maken vloeistoftemperaturen
verschillend van die weergegeven in de Tabel 2 het niet mogelijk de referentieklasse te respecteren en kan de
pomp bovendien beschadigd worden.
OPGELET Met uitzondering van de pompen uit het gamma JP die reeds voorzien zijn van een temperatuur-
begrenzer en waar de gebruiker voorziet dat de temperatuurlimieten aangegeven in de Tabel 2 overschreden
kunnen worden, is het noodzakelijk in de installatie (zie Fig. 1) een veiligheidsvoorziening te installeren
Bouwvorm /
grootte motor
IM B35/160M
IM B35/160L
IM B35/180M
IM B34/112
IM B35/160M
IM B35/160M
IM B35/132S
IM B35/180M
IM B35/132M
IM B35/132M
IM B35/160M
IM B35/160M
T3
T4
T5
−20 °C ≤ T vloeistof < 50 °C
Vermogen
Aantal polen
[kW]
15
18,5
22
4
15
11
5,5
22
7,5
7,5
11
11
Tabel 2
T omg ≤ 40 °C
85 °C ≤ T vloeistof < 100 °C
50 °C ≤ T vloeistof < 85 °C
Frequentie
[Hz]
2
50
2
50
2
50
2
50
2
50
2
50
4
50
2
50
4
50
4
50
4
50
4
50
51
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido