3.
Het PermaFix™ fixatiesysteem kan met de meeste 5 mm-troicarts worden gebruikt. Controleer de compatibiliteit
door het apparaat in de troicart in te brengen voordat het in de patiënt wordt ingebracht. Het PermaFix™
fixatiesysteem moet gemakkelijk de troicart in- en uitgaan, zonder dat overmatige kracht wordt uitgeoefend. Het
instrument kan beschadigd raken als er te veel kracht op wordt uitgeoefend.
4.
Er moet tegendruk worden uitgeoefend op het doelgebied. Plaats de hand/vinger niet recht boven het gebied waar
het bevestigingsmiddel wordt aangebracht, om letsel te voorkomen.
5.
De bevestigingsmiddelen kunnen wel worden gebruikt in bepaalde collageenstructuren, zoals ligamenten en pezen,
maar zijn niet geschikt voor gebruik in bot of kraakbeen, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken.
6.
Oefen geen overmatige kracht uit op de trekker, aangezien het apparaat dan beschadigd kan raken.
7.
Als het apparaat blokkeert, haal het dan uit het lichaam van de patiënt en geef de trekker een lichte tik naar voren,
in de richting van de tip, zodat het loskomt.
8.
Als het apparaat blokkeert en niet kan worden losgemaakt van een bevestigingsmiddel dat in weefsel is
aangebracht, draai het apparaat dan linksom om het los te krijgen. Het geblokkeerde apparaat moet worden
weggegooid en er moet een nieuw apparaat in gebruik worden genomen.
9.
Als het bevestigingsmiddel niet goed wordt aangebracht, haal het apparaat dan uit het lichaam van de patiënt en
test het in de lucht om na te gaan of het bevestigingsmiddel correct wordt aangebracht. Nadat is gebleken dat het
bevestigingsmiddel goed wordt aangebracht, mag het apparaat weer in het lichaam van de patiënt worden ingebracht.
BIJWERKINGEN
Bijwerkingen en mogelijke complicaties die kunnen optreden bij fixatieapparaten zoals het PermaFix™ fixatiesysteem,
omvatten onder andere de volgende: bloeding, pijn, oedeem en erytheem op de plaats van de wond; septikemie/
infectie; allergische reactie op acetaal; recidief van de hernia/wonddehiscentie.
GEBRUIKSAANWIJZING
1.
Neem het PermaFix™ fixatiesysteem met behulp van een steriele techniek uit de steriele verpakking.
2.
Breng de prothese (mesh) of het weefsel op zijn plaats. In verband met het approximeren van weefsels moet
worden gezorgd dat er voldoende weefseloverlapping is.
3.
Voor laparoscopische ventrale herstelbehandelingen bij hernia's wordt geadviseerd om het pneumoperitoneum te
verkleinen zo ver als toepasselijk is, zodat de buikwand flexibeler is en het bevestigingsmiddel op de optimale
diepte doordringt.
4.
Plaats de tip van het PermaFix™ fixatiesysteem op de gewenste plaats, loodrecht (in een hoek van 90 graden)
op de mesh of het weefsel, en oefen voldoende druk uit. Bij verschillende typen mesh zijn verschillende
hoeveelheden tegendruk nodig. Pas de hoek en de mate van tegendruk dienovereenkomstig aan.
5.
Knijp de trekker van het handstuk in één vloeiende, ononderbroken beweging in om een permanent
bevestigingsmiddel door de mesh in het weefsel vast te zetten. Houd gedurende de hele beweging constante druk
op de tip van het apparaat. Laat de trekker los, zodat die naar zijn uitgangspositie kan terugkeren. Herhaal deze
procedure totdat alle benodigde bevestigingsmiddelen zijn aangebracht.
6.
Het apparaat moet zowel bij het hanteren als bij het wegwerpen worden beschouwd als een scherp voorwerp.
Knijp niet in de trekker terwijl het apparaat uit de troicart wordt verwijderd, om het risico op blootstelling aan een
scherp voorwerp of onbedoelde vrijgave van een bevestigingsmiddel zoveel mogelijk te beperken.
7.
Voor optimale fixatieresultaten moeten de bevestigingsmiddelen in hun geheel in weefsel geplaatst zijn en moet
de kop van het bevestigingsmiddel stevig tegen de mesh of het weefsel aan liggen. Als de kop van het
bevestigingsmiddel zich niet op gelijk niveau met de mesh of het weefsel bevindt, gebruik dan een grijpinstrument
om het bevestigingsmiddel volledig te bevestigen. Draai hiertoe het grijpinstrument rechtsom. Als het
bevestigingsmiddel dan nog niet helemaal bevestigd is, verwijder het dan met behulp van een grijpinstrument
door het grijpinstrument linksom te draaien en in hetzelfde gebied een ander bevestigingsmiddel te plaatsen.
8.
De prothese (mesh) dient goed aan de buikwand te worden bevestigd. Zo nodig dienen extra bevestigingsmiddelen
en/of hechtingen te worden gebruikt.
9.
Het apparaat moet, nadat alle benodigde bevestigingsmiddelen succesvol zijn aangebracht, worden gehanteerd
en weggeworpen conform de plaatselijke en landelijke wetten met betrekking tot het afvoeren van medisch afval
en scherpe voorwerpen, ter voorkoming van verwondingen door scherpe voorwerpen.
OPSLAG
Bewaar het PermaFix™ fixatiesysteem bij kamertemperatuur. Vermijd langdurige blootstelling aan hoge temperaturen.
Dit apparaat is uitsluitend voor eenmalig gebruik. Het product niet gebruiken als de verpakking beschadigd of geopend is.
Bard, Davol en PermaFix zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van C. R. Bard, Inc.
Copyright © 2009, 2010, 2019 C. R. Bard, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Inhoud
Het product niet gebruiken als
de verpakking beschadigd is
Niet-resorbeerbaar
15
PermaFix™ fixatiesysteem
36 cm / 15 bevestigingsmiddelen
36cm
30
PermaFix™ fixatiesysteem
36 cm / 30 bevestigingsmiddelen
36cm
Volgens de federale wetgeving (in
de VS) mag dit instrument uitsluitend
only
worden verkocht door of op voorschrift
van een arts.