• Plaats alle meegeleverde onderdelen op een vlakke
ondergrond.
• Groepeer gelijke delen.
AANWIJZING:
• Als verbindingen met een schroef (ronde kop of zes-
kant), zeskantmoeren en onderlegring worden ge-
borgd, moet de onderlegring onder de moer worden
aangebracht.
• Schroeven van buiten naar binnen aanbrengen, ver-
bindingen met moeren van binnenuit vastzetten.
• Draai de moeren en schroeven mogen tijdens de
montage alleen handvast worden aangehaald, zo-
dat deze niet kunnen uitvallen. Als u de moeren en
schroeven als voor de eindmontage aanhaalt, kan
de eindmontage niet correct en stabiel worden op-
gesteld.
9.1 Onderstel monteren (afb. 5 - 15)
1.
Draai de machine om en leg deze op een schone
ondergrond. (afb. 5)
2.
Bevestig de twee onderstel delen 6 (25f) op de
machinebehuizing, met behulp van telkens twee
inbusbouten M6 x 53mm (B),twee grote onderle-
gringen (I) en twee moeren M6 (L). (afb. 6)
3.
Steek de beide ronde eindkappen (O) op de uitein-
den van het onderstel deel 6 (25f). (afb. 6)
4.
Steek aan de andere zijde de twee vlakke eindkap-
pen (N) op de andere uiteinden van het onderstel
deel 6 (25f). (afb. 6)
5.
Verbind het onderstel deel 4 (25d) met het onder-
stel deel 5 (25e) met behulp van twee kruiskop-
schroeven M5 x 50 mm (C) en twee moeren M5
(M). (afb. 7)
6.
Verbind het onderstel deel 4 (25d) met het onder-
stel deel 1 (25a) met behulp van twee slotbouten
M8 x 78 mm (A), twee afstandshouders (J) en twee
moeren M8 (K). (afb. 8)
AANWIJZING: Draai de schroeven niet te strak
aan. De delen moeten beweeglijk blijven.
AANWIJZING: Garandeer dat de vergrendelings-
klik (14) op het onderstel deel 4 (25d) aan dezelfde
zijde is als de vergrendelingspen op onderstel deel
1 (25a). (afb. 9)
7.
Steek de twee vlakke eindkappen (N) op de uitein-
den van onderstel deel 4 (25d). (afb. 9)
110 | NL
8.
Verbind het onderstel deel 4 (25d) met het onder-
stel deel 6 (25f) met behulp van twee slotbouten
M8 x 78 mm (A), twee afstandshouders (J) en twee
moeren M8 (K). (afb. 10 + 11)
AANWIJZING: Draai de schroeven niet te strak aan.
De delen moeten beweeglijk blijven.
AANWIJZING: Garandeer dat de vergrendelings-
klik (14) aan dezelfde zijde is als de aan/uit-scha-
kelaar (15).
9.
Verbind het onderstel deel 2 (25b) met het onder-
stel deel 3 (25c) met behulp van telkens wee kruis-
kopschroeven M5 x 40 mm (D) en twee moeren M5
(M) aan beide zijden. (afb. 12)
10. Steek de twee vlakke eindkappen (N) op de uitein-
den van onderstel deel 3 (25c).
11. Verbind het onderstel deel 3 (25c) met het onder-
stel deel 6 (25f) met behulp van telkens een slot-
bout M8 x 78 mm (A), een afstandhouder (J) en
een moer M8 (K) aan beide zijden. (afb. 13)
AANWIJZING: Draai de schroeven niet te strak
aan. De delen moeten beweeglijk blijven.
12. Verbind het onderstel deel 4 (25d) met het onder-
stel deel 3 (25c) met behulp van telkens een slot-
bout M8 x 78 mm (A), een afstandhouder (J) en
een moer M8 (K) aan beide zijden. (afb. 14)
13. Verbind nu de beide wielen (13) met onderstel deel
4 (25d) met behulp van de wielschroeven (P) zoals
in afb. 15 weergegeven.
14. Draai de machine, zodat deze op het onderstel
(24) staat.
15. Maak de vergrendelingsklink (14) los en klap het
onderstel open, totdat de vergrendelingspen in de
vergrendelingsklink (14) vastklikt.
9.2 Tafelinzetstuk verwijderen (afb. 16)
1.
Stel het zaagblad (1) in op max. zaagdiepte, breng
deze in de 0°-positie en borgen het (zie 11.2).
2.
Maak de bevestigingsbout (4a) los, door deze een
kwart rotatie tegen de klok in te draaien.
3.
Verwijder het tafelinzetstuk (4) van de zaagtafel (5).
9.3 Splijtwig
m WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door onverwacht opstarten van de
machine
-
Neem de voedingsstekker uit het stopcontact.
Voordat u de splijtwig (3) kunt plaatsen en instellen,
moet u het tafelinzetstuk (4) verwijderen.
www.scheppach.com