8. Indicatie in realtime van de uit te voeren beademingsacties:
o Indicatie van de juistheid van het ingeademde/uitgeademde volume door middel van een staafdiagram:
•
Wanneer de gebruiker de patiënt beademt, informeert het staafdiagram de gebruiker in realtime over de
hoeveelheid lucht/zuurstof die aan de patiënt moet worden toegediend volgens de richtlijnen van ERC en
AHA
Opmerking
•
Het staafdiagram wordt bij elke inademing weergegeven en stijgt evenredig met het ingeademde
volume
•
Tijdens de uitademing zal het staafdiagram ook afnemen in verhouding tot het gemeten uitgeademde
lucht/zuurstofvolume
•
Zorg voor voldoende volumesnelheid zodat het systeem de inademing kan detecteren en kan voorkomen
dat deze wordt geïnterpreteerd als een artefact of onbedoelde luchtbeweging veroorzaakt door
hartmassage of ruwe behandeling van de beademingsballon
o Weergave van de stimulatie in de continue modus:
•
In de "continue" reanimatiemodus genereert de EOlife® een timingsignaal via een visuele aftelling die de
gebruiker vertelt wanneer hij moet beademen om de beoogde snelheid van 10 beademingen per minuut te
NL
halen Als de groene long wordt weergegeven, moet de gebruiker de patiënt beademen
o Weergave in modus 30: 2:
In modus 30: 2 is de stimulatiefunctie uitgeschakeld, omdat de gebruiker die de beademing uitvoert eerst
moet wachten op 30 keer hartmassage alvorens 2 beademingen uit te voeren
In dit geval is het beademingstijdstip afhankelijk van de persoon (of machine) die de hartmassage uitvoert
De groene long blijft steeds zichtbaar om aan te geven dat het medisch hulpmiddel wacht op detectie van
beademing alvorens het staafdiagram weer te geven
244
Oranje:
onvoldoende
ingeademd
volume
Groen:
juist ingeademd
volume
Rood:
bovenmatig
ingeademd
volume