MTD 13BT793G678 Manual De Instrucciones página 66

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 84
NL
Grasvanger reinigen
Aanwijzing
Zie de aparte gebruikshandleiding "Grasop-
vangvoorziening".
Verwijder de grasopvangvoorziening en maak
deze leeg.
De grasopvangvoorziening kan met een krachtige
waterstraal (tuinslang) worden gereinigd.
Laat de grasopvangvoorziening voor het volgende
gebruik grondig drogen.
Onderhoud
De onderhoudsvoorschriften in het motorhandboek
opvolgen. Laat de machine aan het einde van
het seizoen nakijken en onderhouden door een
onderhoudsbedrijf.
Let op
Gevaar voor het milieu door motorolie
Lever na het verversen van de olie de afgewerkte
olie in bij een inzamelplaats voor afgewerkte olie of
een afvalverwerkingsbedrijf.
Gevaar voor het milieu door accu's
Lege accu's horen niet bij het huisvuil. Oude accu's
inleveren bij uw dealer of bij een verwijderingsbe-
drijf. De accu uitbouwen voor het verschroten van
de machine.
Gebruik van een hulpstartkabel
Gevaar
Nooit een defecte of bevroren accu met een hulp-
startkabel overbruggen.
Zorg dat de apparaten en de kabelklemmen elkaar
niet raken en het contact is uitgeschakeld.
Rode hulpstartkabel aan de pluspool (+) van de
lege en de hulpaccu vastklemmen.
De zwarte hulpstartkabel eerst aan de minpool (–)
van de hulpaccu vastklemmen. Maak de andere
klem aan het frame van het motorblok van het
voertuig met de lege accu vast (zo ver mogelijk
van de accu verwijderd).
Aanwijzing
Als de hulpaccu in een voertuig is inge-
bouwd, mag dit voertuig tijdens het hulpstar-
ten niet worden gestart.
Start de tractor met de lege accu en trek de par-
keerrem aan.
De klemmen van de hulpstartkabels in de omge-
keerde volgorde losmaken.
66
Bandenspanning
Let op
De maximaal toegestane bandenspanning
(zie zijkant van de band) mag nooit worden
overschreden. Ga bij het oppompen van de
banden niet voor of boven de banden staan.
De geadviseerde bedrijfsbandenspanning is:
- voor:
0,8 bar
- achter:
0,7 bar
Een te hoge bandenspanning vermindert de levens-
duur van de banden. De bandenspanning moet voor
elke rit worden gecontroleerd.
Na 5 bedrijfsuren
Eerste motorolie-verversing. Zie het motorhand-
boek voor overige intervallen. Gebruik de oliegoot
of de snelle olieafvoer (Afb. 23) (optioneel) voor
het aftappen van de olie.
Laat de bevestigingsbouten van de motor door
een gespecialiseerde werkplaats controleren op
goede bevestiging (aanhaalmoment 37-50 Nm).
Laat de bevestigingsbouten van de messen door
een gespecialiseerde werkplaats controleren op
goede bevestiging (aanhaalmoment 95-122 Nm).
Controleer het brandstofsysteem (tank, leidingen
enz.) op lekken.
Na 10 bedrijfsuren
Reinig de accupolen en accuklemmen.
Smeer het apparaat bij de daarvoor bestemde
smeernippels/smeerpunten (bijv. wiellagers, snij-
mechanismewielen, spanrollen, mesassen enz.)
met een vet, type 251H EP.
Aanwijzing
Laat deze smeringswerkzaamheden door
een gespecialiseerde werkplaats uitvoeren.
Smeer alle draaipunten en lagers (bedieningshen-
dels, hoogteverstelling van het snijmechanisme,
koppelings- en rempedaal, ...) met enkele drup-
pels dunne olie.
Controleer de snijmessen op slijtage en laat ze
zo nodig door een gespecialiseerde werkplaats
slijpen of vervangen.
Controleer de toestand van de snijmechanisme-
wielen en de werking van de maaihoogte-instel-
ling.
Reiniging/onderhoud
loading