4.
De tafelsteunen (24) door middel van de inbus-
schroeven (a), de ringen (c), de veerringen (d) en
de moeren (e) aan de tafelverbredingen (6) losjes
bevestigen. De poten (19) en de tafelsteunen (24)
met de inbusschroeven (a) op de behuizing van de
tafelcirkelzaag los aanhalen.
5.
Elk van de vier dwarsstangen (20a, 20b) los aan
de poten (19) vastschroeven. Gebruik de slotbou-
ten (b), de ringen (c), de veerring (d) en de moeren
(e) (afb. 8).
6.
Aan de boorgaten in de achterste poten (19) de
standbeugel (22) vastschroeven. Montagemateri-
aal: telkens 2 slotbouten (b), de ringen (c), de veer-
ring (d) en de moeren (e) (afb. 9).
LET OP: Beide standbeugels moeten aan de ach-
terzijde van de machine aan de karabijnhaken (23)
worden bevestigd (afb. 9).
7.
Tafelverbreding (6) effen uitlijnen met de zaagtafel.
8.
Vervolgens alle schroeven van de poten (19) en de
tafelverbreding (6) aanhalen.
9.
Plaats nu de rubbervoeten (21) op de poten (19)
(afb. 10).
10. De tafelcirkelzaag op het onderstel (11) plaatsen.
9.2 Geleiderail plaatsen (Afb. 11+12)
1.
Monteer de Slotbout (b) in de daarvoor aanwezige
boorgaten in de werktafel en de tafelverbredingen
(6), door deze van achteren met de flensmoeren
(e) te borgen.
2.
Haal de flensmoeren (e) licht aan.
3.
Verbind de beide geleiderails (15, 15a).
4.
Schuif de verbonden rails via de geleidingsgroef
op de achterzijde over de slotbouten (b), totdat
deze centraal ten opzicht van het tafelvlak zitten.
9.3 Geleiderail uitlijnen (Afb. 11+12)
1.
Draai het zaagblad maximaal uit de zaagtafel,
door de slinger (10) met de klok mee tot aan de
aanslag te draaien.
2.
Positioneer de parallelaanslag met geopende
excenterhendel (13) op de geleiderails (15) op de
zaagtafel en bevestig deze in de 0-positie, door
de excenterhendel (13) volledig naar onderen te
drukken.
3.
Verschuif de verbonden geleiderails zo ver naar
links, tot de parallelaanslag tegen de rechter bui-
tenzijde van het zaagblad aanstaat.
4.
Vervolgens haalt u de flensmoeren (e) aan om
deze instelling te bevestigen.
5.
Breng nu aan beide zijden van het zaagblad de
eindkappen (15b) aan.
9.4 Zaagbladbescherming monteren/demonteren
(afb. 13 +14)
1.
Schroef met moer en volgring (27) van de zaag-
bladbescherming (2) loshalen. De zaagbladbe-
scherming (2) van boven op de splijtwig (3) plaat-
sen.
2.
Schroef met moer en volgring(27) monteren, zodat
de schroef vast in het langgat zit.
3.
Schroef (27) niet te strak aanhalen. De zaagblad-
bescherming moet vrij beweeglijk blijven.
4.
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde.
m WAARSCHUWING: Voordat er met zagen wordt ge-
start, moet de zaagbladbescherming (2) op het zaag-
product worden verlaagd.
Controleer de zaagbladbescherming (2) na de mon-
tage op de correcte werking. Til de zaagbladbescher-
ming op en laat deze los. De zaagbladbescherming
moet zelfstandig terugkeren naar de uitgangspositie.
9.5 Splijtwig monteren / instellen; Batterij plaatsen
(afb. 13-16)
Let op! De splijtwig bevindt zich in de transport-
stand. Voor gebruik moet deze in werkpositie wor-
den gebracht!
Let op! Netstekker loskoppelen! De instelling van
het zaagblad (4) moet na elke vervanging van het
zaagblad worden gecontroleerd.
1.
Instellen van de batterijen (afb. 13a):
- Zet de schakelaar Laser (34) aan/uit op de positie
"0" (Laser uit).
- Verwijder de batterijdeksel (36) door de schroef
op het accucompartiment (35) los te maken. Ver-
wijder nu de batterijdeksel (36) door zijdelings
wegkantelen.
- Plaats de meegeleverde batterijen (type AAA), let
hierbij op de juiste polariteit (zie afb. 13a).
- Plaats de batterijdeksel (36) weer terug en beves-
tig deze met de schroef (35).
• Opmerkingen bij de batterijen:
- Als u de laser langere tijd niet gebruikt, moet u de
batterijen uit het accucompartiment verwijderen.
Het weglekken van de batterijvloeistof kan het ap-
paraat beschadigen.
- Batterijen niet op verwarmingselementen leggen
of gedurende een langere periode aan zonlicht
blootstellen; temperaturen boven 45 °C kunnen
het apparaat beschadigen.
www.scheppach.com
NL | 103