Onderhoud; Kwaliteitsborging Voor De Opnamen; Instellingen Röntgendosis/Belichtingstijd - KaVo IXS 1.013.2003 Manual Del Usuario

KaVo IXS

Onderhoud

Voor de KaVo IXS is geen speciaal onderhoud vereist, anders dan regelmatig
reinigen en desinfecteren. Voor automatische software-updates wordt het gebruik
van de KaVo-softwaremanager aanbevolen.
Ga naar kavo.com/downloads voor meer informatie over het gebruik van de 
KaVo-softwaremanager. Ook DTX Go kan worden gebruikt voor het beheer 
van software-updates.

Kwaliteitsborging voor de opnamen

De beeldkwaliteit van de KaVo IXS-sensor is afhankelijk van diverse factoren:
de kwaliteit van de röntgenbron (kV, grootte focusspot, afstand)
•
de uitlijning van de röntgenbron met het anatomisch gebied
•
de gebruikte röntgendosis/belichtingsduur
•
de instellingen van de computermonitor
•
Het verdient aanbeveling om een procedure voor periodieke beoordeling van de
beeldkwaliteit te ontwikkelen. Als de beeldkwaliteit ontoereikend is of verslechtert,
controleer dan de diverse onderdelen van het systeem zoals hieronder beschreven:
Instellingen röntgendosis/belichtingstijd
De KaVo IXS-sensor is ontworpen voor gebruik met uiteenlopende
dosisinstellingen van 20 uGy tot 2000 uGy om aanpassing van de dosis voor 
de specifieke diagnosetaak mogelijk te maken en te compenseren voor over- en
onderbelichting. Over het algemeen wordt aanbevolen om te beginnen met de
instellingen voor de dosis/belichtingsduur die door de fabrikant van de
röntgenbron worden aanbevolen voor digitale röntgensensors.
De KaVo IXS-sensor kan met veel lagere instellingen voor de dosis/belichtings-
duur worden gebruikt dan radiografische film. Gebruik van een digitale sensor
met een lage dosis zal doorgaans echter wel korrelige beelden opleveren. Als het
beeld van de KaVo IXS-sensor korrelig is, verhoogt u de dosisinstellingen. Als 
u met bepaalde instellingen goede resultaten verkrijgt, probeer dan of u met een
iets lagere dosisinstelling nog steeds goede resultaten bereikt.
De KaVo IXS-sensor kan met hogere instellingen voor de dosis/belichtingsduur
worden gebruikt als dit voor een bepaalde diagnosetaak nodig is. Bij hogere
instellingen van de dosis/belichtingsduur zult u lucht soms niet van weke delen
kunnen onderscheiden. Het zal lijken alsof deze gedeelten overbelicht zijn.
Verlaag de dosisinstellingen als gedeelten met lucht en weke delen op het
beeld overbelicht lijken.
Net zoals bij gewone film moeten de instellingen voor de belichtingsduur worden
aangepast voor het type tand (centrale snijtand tot kies) en het lichaamstype van de
5-4
Nederlands