on of aanwijzingen hebben gekregen over het
gebruik van het apparaat.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van
het apparaat niet af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
• Gooi bij brand geen water rechtstreeks op
het apparaat, maar gebruik de daarvoor be-
stemde veiligheidsmiddelen die zich in het
vertrek bevinden (brandblussers).
• De temperaturen die voor de voedselbe-
reiding vereist zijn, kunnen onvermijdelijke
oververhitting van afdekkingen, bekleding
e.d. veroorzaken. Dit is geen constructiefout
maar vloeit voort uit het feit dat roestvrij staal
een warmtegeleider is. Om deze reden is het
belangrijk om bedacht te zijn op gevaar voor
brandwonden.
• Open het deksel niet wanneer de bak onder
druk staat, zolang de druk niet afneemt tot
rond de atmosferische druk.
• Open het deksel na het stoomkoken voorzich-
tig om te voorkomen dat de overige stoom in
de bak tegen u aan spat. Het niet in acht ne-
men van deze voorzorgsmaatregel kan ge-
vaarlijk zijn voor de bediener.
AANWIJZINGEN
DERHOUDSMONTEUR
• Lees deze handleiding aandachtig door. Hie-
rin vindt u belangrijke informatie over de veili-
gheid bij de installatie, het gebruik en het on-
derhoud van het apparaat.
• Het onderhoud van het apparaat moet wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd personeel
dat hiertoe geautoriseerd is door de fabrikant,
in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze
handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het mo-
del staat aangegeven op de verpakking en op
het typeplaatje van het apparaat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken
met voldoende ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van
het apparaat niet af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet
onklaar.
VOOR
DE
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
• Maak de gesatineerde roestvrijstalen buiten-
kant dagelijks schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat
minstens tweemaal per jaar schoonmaken
door een bevoegd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe water-
stralen of stralen met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer
onder het apparaat schoon te maken.
2.1
OPSLAG
• Als het apparaat wordt opgeslagen in een ru-
imte met een temperatuur van minder dan 5°C
(41°F), moet het apparaat, voordat het weer
wordt ingeschakeld, teruggebracht worden op
een temperatuur van minimaal +10°C ( 50°F).
3 VEILIGHEIDS- EN CONTROLEVOORZIE-
NINGEN
De fabrikant van het apparaat kan niet ve-
rantwoordelijk worden geacht voor even-
tuele schade die veroorzaakt wordt door
het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
MICROSCHAKELAARS
ON-
• Het apparaat is voorzien van microschake-
laars voor het omhoog brengen van de bak.
• Het apparaat heeft micro-eindschakelaars die
de beweging van de bak automatisch stop-
pen aan het einde van de hef- en daalmano-
euvres.
• Het apparaat is voorzien van een microscha-
kelaar die het vullen van de bak met water
verhindert, zolang het deksel niet volledig
gesloten is en de bak niet volledig omlaag is
gebracht.
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
• Het apparaat is voorzien van een handmatig
terug te stellen veiligheidsthermostaat die de
verwarming uitschakelt wanneer de bedrijf-
stemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
• Afhankelijk van de situatie moet de resetknop
van de thermostaat worden ingedrukt of het
display worden bediend om de werking van
het apparaat te herstellen. Dit mag uitsluitend
worden gedaan door een gekwalificeerd en
bevoegd technicus.
3