A) Plaats de dop van de slagboom zet deze vast met de twee schroeven
(afb. 28);
B) Plaats de twee doppen die het rubber afdekken en zet deze vast (afb. 28);
10. Schuif de complete slagboom in de draagschaal tot hij aan de stop zit en
schroef de 6 eerder gemonteerde schroeven van de steun met kracht vast
(afb. 29).
3.5.3 - Assemblage van de slagboom (6 meter / 9 meter)
01. Monteer de twee kunststof slagboomkoppelingen (afb. 23);
Belangrijk: gebruik voor het samenstellen van de gewenste slagboom de
slagboomaccessoire zoals deze hierna wordt beschreven:
Slagboom van 6 m = 2 stuks mod. XBA15
Slagboom van 7 m = 1 stuk mod. XBA15 + 1 stuk mod. XBA14; LET
OP! - Plaats eerst slagboom mod. XBA15 (van 3150 mm)
Slagboom van 8 m = 2 stuks mod. XBA14
Slagboom van 9 m = 1 stuk mod. XBA14 + 1 stuk mod. XBA5; LET OP!
- Plaats eerst slagboom mod. XBA14 (van 4150 mm)
02. Plaats de zojuist gemonteerde koppelingen vanaf hetzelfde uiteinde van de
slagboom. Gebruik een rubberen hamer (afb. 24);
03. Installeer het universele verbindingsstuk in de vrije uiteinden van de twee
slagbomen. Zorg ervoor dat het verbindingsstuk de juiste kan op gericht is:
de schroefkoppen moeten zich aan dezelfde kant van de aanwezige gaten
in de slagbomen bevinden (afb. 30);
04. Draai de drie schroeven van het verbindingsstuk gelijkmatig los zodat het
verbindingsstuk in de slagbomen "uitzet" (afb. 31);
05. Smeer de aluminium geleiders aan beide zijden licht in met olie (afb. 25).
06. Voer dit punt voor beide zijden van de slagboom uit: installeer het eerste
stuk stootrubber in de sleuf, en duw het tot aan het einde van de slag-
boom; plaats vervolgens het verbindingsstuk voor het stootrubber (afb.
26) en doe hetzelfde met de andere stukken;
07. Het stootrubber mag ongeveer 1 cm uit de profielrand uitsteken (afb. 27):
A) Plaats de dop van de slagboom zet deze vast met de twee schroeven
(afb. 28);
B) Plaats de twee doppen die het rubber afdekken en zet deze vast (afb. 28);
08. Schuif de complete slagboom in de draagschaal tot hij aan de stop zit en
schroef de 6 eerder gemonteerde schroeven van de steun met kracht vast
(afb. 29).
3.6 - De slagboombarrière handmatig ontgrendelen en ver-
grendelen
Dit moet gedaan worden in het geval van een stroomuitval of van storingen in
de werking.
BELANGRIJK!
– Het ontgrendelen/vergrendelen van de reductiemotor mag alleen
gebeuren wanneer de slagboom stilstaat en horizontaal is.
– Handmatige ontgrendeling/vergrendeling is mogelijk aan beide kan-
ten van de slagboombarrière door de slotcilinder te verplaatsen (zie
paragraaf 3.6.1).
Als u de slagboombarrière handmatig wilt vergrendelen of ontgrendelen, plaatst
u de bijgeleverde sleutel en draait u de sleutel 180° (fig. 32); u kunt in elk van
beide richtingen draaien.
3.6.1 - De slotcilinder verplaatsen voor handmatige ontgrendeling/ver-
grendeling
01. Plaats de bijgeleverde sleutel en draai de sleutel 180° rechtsom (afb. 33-a);
02. Verwijder de slotcilinder met behulp van een Engelse sleutel (afb. 33-b en
33-c)
03. Verwijder nu de aanwezige rubberen dop aan de andere zijde van de kast
(afb. 34-a);
04. Plaats het beslag, plaats vervolgens de slotcilinder in het daarvoor
bestemde gat en vergrendel deze zoals wordt weergegeven in afb. 34-b
en 34-c.
3.7 - Instelling van de mechanische eindstops
01. D reductiemotor handmatig ontgrendelen: zie paragraaf 3.6;
02. Laat de slagboom handmatig een complete openings- en sluitmanoeuvre
uitvoeren;
03. Stel vervolgens met de schroeven van de mechanische eindstops (afb. 35 en
36) de lineariteit van de slagboom in zowel horizontale als verticale richting af;
04. Span de moeren goed aan.
3.8 - Balancering van de slagboom
De balancering van de slagboom dient om een beter evenwicht te verkrijgen
tussen twee factoren: het gewicht van de slagboom en van de eventuele
accessoires en de tegenkracht die wordt uitgeoefend door de balansveer.
Deze veer verzekert op autonome wijze de balancering van de slagboom in het
geval deze de neiging vertoont om omhoog of omlaag te gaan, dient u te werk
te gaan zoals in de volgende paragrafen wordt beschreven.
3.8.1 - Balancering van slagboom M3BAR / M5BAR / M7BAR
01. D reductiemotor handmatig ontgrendelen: zie paragraaf 3.6;
02. Zet de slagboom met de hand ongeveer halverwege zijn traject (45°) en
laat hem stilstaan. Als de slagboom ertoe neigt om omhoog te gaan, dient
u de spanning van de veer te reduceren door deze handmatig rechtsom te
draaien (afb. 37-a). Als de slagboom ertoe neigt om omlaag te gaan, dient
u de spanning van de veer te reduceren door deze handmatig linksom te
6 – Nederlands
draaien (afb. 37-b); Opmerking - De onbalanswaarde is acceptabel wan-
neer de kracht die nodig is om de slagboom te meten* in de openings-
stand, sluitstand en in alle andere standen de helft van de nominale kop-
pelwaarde niet overschrijdt (ongeveer 1,5 kg voor M3; 3,5 kg voor M5 en
4,5 kg voor M7; ongeveer 5 kg per 1 m). [(*) kracht loodrecht op de slag-
boom en op 1 m van de draaias gemeten].
03. Herhaal punt 02 waarbij u de slagboom nu op ongeveer 20° en op onge-
veer 70° zet. Als de slagboom stil blijft staan in deze standen, betekent dit
dat de balancering correct is; een lichte onbalans is toegestaan, maar de
slagboom mag nooit sterk omhoog of omlaag bewegen.
04. Draai de moer aan om de balansveer te vergrendelen (afb. 37-c);
05. Vergrendel de reductiemotor: zie paragraaf 3.6.
3.8.2 - Balancering van slagboom LBAR
01. D reductiemotor handmatig ontgrendelen: zie paragraaf 3.6;
02. Zet de slagboom met de hand ongeveer halverwege zijn traject (45°) en
laat hem stilstaan. Als de slagboom ertoe neigt om omhoog of omlaag te
gaan, dient u de moer te draaien (afb. 38) om de spanning van de veer te
vergroten of te verkleinen; Opmerking - De onbalanswaarde is acceptabel
wanneer de kracht die nodig is om de slagboom te meten* in de ope-
ningsstand, sluitstand en in alle andere standen de helft van de nominale
koppelwaarde niet overschrijdt (voor dit product ongeveer 6,5 kg per 1 m).
[(*) kracht loodrecht op de slagboom en op 1 m van de draaias gemeten].
03. De reductiemotor vergrendelen: zie paragraaf 3.6.
4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP! – Bij het uitvoeren van elektrische aansluitingen mag de instal-
latie absoluut niet onder netspanning staan.
01. Verwijder de deksel door de schroeven los te draaien en de sleutel rechts-
om te draaien (afb. 39);
02. Voer de elektriciteitskabels de slagboombarrière binnen vanaf de basis
naar de besturingseenheid toe en leid ze naar de linkerkant van de bestu-
ringscentrale. De kabels van de magnetische detectielussen (Loop Detec-
tor) en voor de modus "Master-Slave" moeten langs de rechterkant lopen;
03. Leid de voedingskabel met behulp van de kabelklem en sluit deze aan op
de klem met 3 contacten met zekering. Zet de kabelklem vast door de
schroef aan te draaien (afb. 40);
04. Sluit de resterende kabels aan volgens het elektrische schema van afb.
41. Opmerking – Om het aansluiten van de kabels te vergemakkelijken, is
het mogelijk de klemmen uit hun behuizingen te halen.
4.1 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen
• LIGHT = deze uitgang kan geprogrammeerd worden (zie hoofdstuk 6, para-
graaf 6.2 - Programmering tweede niveau - instelbare parameters) en wordt
gebruikt om één van de volgende inrichtingen aan te sluiten:
– Knipperlicht: indien er "knipperlicht" geprogrammeerd is op de uitgang
"LIGHT" is het mogelijk een knipperlicht NICE "LUCY B, of MLB of MLBT"
met een lampje van 12 V 21 W type auto aan te sluiten. Tijdens de manoeu-
vre knippert dit met intervallen van 0,5 s aan en 0,5 s uit. Fabrieksinstelling:
configuratie voor werking als "Knipperlicht voor slagboomlichten" 24 V/10 W.
– "verklikker slagboom open" - "actief indien slagboom gesloten" -
"actief indien slagboom open" - "knipperlicht voor slagboomlich-
ten" en "onderhoudsverklikker": als één van deze 5 functies op de uit-
gang "LIGHT" geprogrammeerd is, kan een lampje van 24 V max 10 W
worden aangesloten voor de volgende signaleringen:
Functie "verklikker slagboom open"
Slagboom gesloten: uit
Slagboom bezig met openingsmanoeuvre: langzaam knipperen
Slagboom bezig met sluitmanoeuvre: snel knipperen
Slagboom open (niet dicht): aan
Functie "actief indien slagboom gesloten"
Slagboom gesloten: aan
In alle andere gevallen: uit
Functie "actief indien slagboom open"
Slagboom open: aan
In alle andere gevallen: uit
Functie "knipperlicht voor slagboomlichten"
De verklikker of de slagboomlichten geven aan dat de manoeuvre
aan de gang is door met regelmatige tussenpozen te knipperen (0,5
seconde aan; 0,5 seconde uit)
Functie "onderhoudsverklikker"
- lampje brandt gedurende 2 sec aan het begin van de openingsma-