Batterijen
Het apparaat loopt op 2 AAA batterijen.
Nieuwe alkalibatterijen hebben een levensduur van ongeveer 53 uur (minimum) als ze niet zijn
aangesloten op een Bluetooth-toestel. Bij aansluiting op een Bluetooth-toestel hangt de levensduur
van de batterijen af van de bedrijfscategorie. Zie "Specificaties" voor nadere informatie over de
levensduur van batterijen.
De batterij-indicator geeft een van de vier mogelijke toestanden aan: vol, halfvol, bijna leeg en bijna
helemaal leeg. Vervang de batterijen als het lampje aangeeft dat ze bijna leeg zijn. Als wordt
aangegeven dat de batterijen bijna leeg zijn, duurt het ten minste 10 minuten voordat de toestand
'bijna helemaal leeg' wordt bereikt. De daadwerkelijke gebruiksduur van de batterijen is afhankelijk
van het gebruik van de Bluetooth-radio. Als de batterijen bijna helemaal leeg zijn:
•
De batterij-indicator knippert.
•
Het instrument kan geen patiëntgegevens meer bewaken of registreren.
•
De instellingen van de klok gaan verloren.
•
Het instrument komt weer in de modus Eenmalige controle te staan.
Als bijna lege batterijen worden verwijderd, onthoudt het instrument de tijd en datum circa
30 seconden. Kijk na het vervangen van de batterijen op het opstartscherm om te zien of de tijd en
datum zijn ingesteld. Gebruik de nVISION-software om de klok te synchroniseren en de
bedrijfsmodus te wijzigen (zie "Toegang tot de nVISION-instellingen" op pagina 32).
Verwijder de batterijen en ontkoppel de sensor als het apparaat voor meer dan 1 maand wordt
opgeborgen. Tijdens de opslag bedraagt de levensduur van de batterijen ongeveer 9 maanden.
OPMERKINGEN:
• Dit apparaat bevat een niet-vluchtig geheugen. Verwijdering of vervanging van de
batterijen heeft geen invloed op de in het geheugen opgeslagen gegevens. De gegevens
blijven in het geheugen opgeslagen totdat ze door nieuwe gegevens overschreven worden
of door de nVISION-software (versie 6.3 of hoger) uit het geheugen gewist worden.
• Als de batterijen worden vervangen tijdens de gegevensvastlegging, wordt de sessie
beëindigd en is het mogelijk dat bepaalde gegevens van de sessie niet bewaard worden.
De beëindigde sessie geeft de huidige datum en tijd aan als het apparaat weer wordt
aangezet.
• Haal de batterijen (ongeacht het type) uit het apparaat als wordt gemeld dat deze bijna
leeg zijn, om beschadiging van de batterijcellen te voorkomen. Als u oplaadbare batterijen
die bijna leeg zijn in het apparaat laat zitten, zullen deze batterijen minder lang meegaan.
• Als de tijdinstelling verloren is gegaan, begint de datum en tijd opnieuw bij 01:01:10:00:00.
12
Inleiding