POSITIESIGNAALGOLFVORM
De golfvorm van het positiesignaal laat een drukmeting zien van de differentiaaldruksensor.
De schaal voor de positiesignaalgolfvorm wordt links van de golfvorm weergegeven. De
standaardschaal is -20 tot 60 mmHg. De schaal kan worden aangepast in stappen van 10 mmHg
met een maximumbereik van -60 tot 340 mmHg of een minimumbereik van 0 tot 40 mmHg.
Rechts van de golfvorm staat een venster dat de golfvorm benoemt, de meeteenheden vermeldt
en de maximale, minimale en gemiddelde waarde van de ontvangen monsters weergeeft. Onder
aan het venster staat de tijdsschaal, die u kunt instellen met de knop SCHERM.
Zie de inhoud van het AIC-pakket voor meer informatie.
ZUIGING
Als zuiging een probleem is, kan de weergegeven flow op de controller hoger zijn dan de
werkelijke flowsnelheid van de Impella RP
wanneer de Impella RP
op P-niveaus tussen P-7 en P-9 werkt, moet u het P-niveau verlagen
®
naar P-6 of zelfs P-5 of P-4 om de aanzuiging in orde te krijgen. Als het aanzuigalarm aanhoudt
wanneer het P-niveau tussen P-4 en P-6 is, moet u de Impella RP
aanzuigprobleem op te lossen en deze vervolgens onmiddellijk opnieuw opstarten.
REPOSITIONERINGSHULS EN INTRODUCER GEBRUIKEN
1. Spoel de zijarm van de repositioningshuls die zich op de katheterschacht bevindt.
2. Bevestig een afsluiter en spoel de repositioneringshuls voordat u de huls opvoert.
3. Oefen handmatige druk uit boven de punctieplaats en verwijder de afpelbare introducer
van 23 Fr volledig uit de slagader over de katheterschacht.
4. Pak de twee vleugels vast en buig deze naar achteren totdat de klep uit elkaar
wordt getrokken. Hiervoor moet u het flexibele klepmechanisme oprekken en
klikken, waarmee de twee vleugels tijdelijk worden vastgehouden. Pel de twee
vleugels verder af totdat de introducer volledig van de katheterschacht is verwijderd.
(Opmerking: Verwijder de afpelbare introducer van 23 Fr NIET over de punt van de
repositioneringshuls.)
5. Plaats twee afsluitdoppen op de afsluiter van de repositioneringshuls om te voorkomen
dat de afsluiter verder wordt gebruikt. De zijpoort mag niet worden gebruikt voor de
toediening van medicatie of voor bloedafname omdat het bloed mogelijk stolt. Op de
zijpoort van de repositioneringshuls mogen geen drukzakken worden aangesloten. Als
er een drukzak wordt aangesloten, moet de zijpoort zijn voorzien van een infusiepomp
of flowbeperkende klep om de hoeveelheid vloeistof die aan de patiënt wordt
toegediend, te regelen.
Impella RP
®
met automatische Impella
. Als het aanzuigalarm op de controller verschijnt
®
kortstondig stoppen om het
®
®
controller
239