Abiomed Impella RP Manual Del Usuario página 240

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 97
238
5. Verhoog het P-niveau tot P-9 om de correcte en stabiele plaatsing te bevestigen.
Evalueer de positie van de katheter en zorg ervoor dat er geen speling aanwezig is.
Het inlaatgedeelte van de katheter moet in de vena cava inferior zijn geplaatst en het
uitlaatgedeelte in de longslagader. Controleer de positie met behulp van fluoroscopie.
6. Nadat de pomp in de longslagader is geplaatst en correct werkt, moet u het hoofdstuk
'Repositioneringshuls en introducer gebruiken' raadplegen.
P-NIVEAUS
U kunt een van tien P-niveaus (P-0 tot P-9) selecteren zoals weergegeven in tabel 2. De
flowsnelheid wordt bij elk aanvullende P-niveau met ongeveer 10% verhoogd. Dit is echter
afhankelijk van de voor- en nabelasting en kan variëren door suctie of onjuiste positionering.
Selecteer het laagste P-niveau waarmee u de flowsnelheid kunt bereiken die nodig is voor de
ondersteuning van de patiënt.
Tabel 2 Flowsnelheden P-niveau
P-niveau
P-0
P-1
P-2
P-3
P-4
P-5
P-6
P-7
P-8
P-9
*De flowsnelheid hangt af van de voor- en nabelasting en kan variëren door suctie of onjuiste positionering.
Als de Impella RP
-katheter is ingesteld op P-0, treedt terugstroom van de arteria pulmonalis naar de
®
vena cava inferior op. Terugstroom kan ook optreden bij P-1.
Op P-niveaus P-1 tot P-6 werkt de Impella RP
minimaliseert stase en verlaagt het risico op trombose in het motorgedeelte.
*Flowsnelheid (l/min)
0,0
0,0 – 1,2
0,0 – 1,6
0,0 – 2,0
1,3 – 2,9
1,6 – 3,1
2,4 – 3,5
3,0 – 4,0
3,4 – 4,2
3,9 – 4,4
met een regelmatig terugkerende snelle puls. Dit
®
Gebruikershandleiding
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido