NL
■
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en origineel toebehoren.
■
Voor elk gebruik: Controleer alle veiligheids-
voorzieningen zoals beschreven in deze ge-
bruiksaanwijzing.
■
Bewaar het apparaat buiten het bereik van
kinderen.
■
Instrueer kinderen en jongeren niet met het
apparaat te spelen.
3.5
Veiligheid van het apparaat
■
Het apparaat alleen gebruiken onder de vol-
gende omstandigheden:
■
Het apparaat is niet vervuild.
■
Het apparaat vertoont geen beschadigin-
gen.
■
Alle bedieningselementen werken.
■
Het apparaat niet overbelasten. Het is voor
lichte particuliere werkzaamheden bedoeld.
Overbelasting leidt tot beschadiging van het
apparaat.
■
Het apparaat nooit gebruiken met versleten
of defecte onderdelen. Defecte onderdelen
altijd vervangen door oorspronkelijke reser-
veonderdelen van de fabrikant. Wanneer het
apparaat met versleten of defecte onderdelen
wordt gebruikt, kan tegenover de fabrikant
geen aanspraak op garantie worden ge-
maakt.
OPMERKING
Reparatiewerkzaamheden mogen uit-
sluitend worden uitgevoerd in de vak-
handel of op onze Servicevestigingen.
3.6
Geluidsbelasting
Een zekere geluidsbelasting door dit apparaat is
onvermijdelijk. Plan luidruchtige werkzaamheden
gedurende acceptabele en daarvoor geschikte tij-
den. Respecteer rusttijden en beperk de duur van
het werk tot het minimum. Voor uw persoonlijke
bescherming en ter bescherming van personen
die zich in de buurt bevinden, moet geschikte ge-
hoorbescherming worden gedragen.
50
3.7
Omgang met benzine en olie
GEVAAR!
Explosie- en brandgevaar
Bij het ontsnappen van een benzine-
luchtmengsel ontstaat potentieel explo-
sieve atmosfeer. Door een ondeskundi-
ge omgang met brandstoffen kunnen de-
ze ontsteken, exploderen en ontbran-
den, wat tot zwaar letsel en zelfs sterf-
gevallen kan leiden.
■
Rook nooit, terwijl u met benzine
werkt.
■
Werk uitsluitend in de buitenlucht
met benzine en nooit in afgesloten
ruimten.
■
Neem beslist altijd de volgende ge-
dragsregels in acht.
■
Transporteer en bewaar benzine en olie uit-
sluitend op in goedgekeurde voorraadvaten.
Zorg ervoor dat de opgeslagen benzine en
olie niet toegankelijk zijn voor kinderen.
■
Zorg ervoor, om bodemvervuiling (milieube-
scherming) te vermijden, dat bij het tanken
geen benzine en geen olie in de aarde te-
rechtkomt. Gebruik bij het tanken een trech-
ter.
■
Tank het apparaat nooit af in gesloten ruim-
ten. Op de vloer kunnen zich benzinedampen
verzamelen waardoor het tot een explosieve
verbranding of zelfs explosie kan komen.
■
Veeg gemorste benzine altijd onmiddellijk op
van het apparaat of de vloer. Laat de doeken
waarmee u benzine afgeveegd heeft, op een
goed geventileerde plaats drogen voordat u
deze weggooit. Anders kan spontane zelfont-
branding optreden.
■
Bij het morsen van benzine ontstaan benzin-
edampen. Start het apparaat daarom nooit
op dezelfde plaats, maar altijd op een plaats
die minimaal 3 m daarvan is verwijderd.
■
Vermijd huidcontact met producten van mine-
rale oliën. Adem geen benzinedampen in.
Draag altijd veiligheidshandschoenen om
brandstof bij te vullen. Vervang en reinig de
beschermende kleding regelmatig.
■
Let erop dat uw kleding niet in contact komt
met benzine. Vervang uw kleding onmiddel-
lijk wanneer benzine op uw kleding terecht-
gekomen is.
■
Tank het apparaat nooit af, bij draaiende of
hete motor.
Veiligheidsinstructies