NL
7 DE TREKKER GEBRUIKEN
WAARSCHUWING!
Gevaren door ontoereikende kennis
van de gazontrekker!
Lees de gebruikshandleiding nauwkeu-
rig voordat u start!
Neem vooral alle veiligheidsinstructies in
acht!
Voer alle montagewerkzaamheden en
alle werkzaamheden voor de ingebruik-
name nauwgezet uit. Informeer in geval
van twijfel bij de fabrikant!
7.1
Essentiële voorbereidende maatregelen
■
Draag tijdens het maaien altijd stevig schoei-
sel en een lange broek. Maai nooit bloots-
voets of met open sandalen.
■
Controleer het terrein waarop de gazontrek-
ker wordt gebruikt volledig en verwijder alle
stenen, stokken, draden, beenderen en an-
dere vreemde voorwerpen die kunnen wor-
den gegrepen en weggeslingerd. Ook tijdens
het maaien moet naar vreemde voorwerpen
worden uitgekeken.
■
Voer alle werkzaamheden uit die in de inge-
bruikname zijn beschreven. Dit geldt vooral
voor de controle van de veiligheidsvoorzie-
ningen.
■
Gebruik enkel de koppelinrichting om lasten
te trekken! Overschrijd de belasting niet.
■
Het transport van voorwerpen op de gazont-
rekker is verboden!
7.2
Gebruik van toebehoren
WAARSCHUWING!
Gevaar door foutief toebehoren of
foutief gebruik van het toebehoren!
Gebruik altijd enkel het originele toebe-
horen van de fabrikant van de trekker!
Neem de gebruiksvoorschriften in de bij-
gevoegde gebruikershandleiding in acht!
Het gebruik van niet toegestaan toebehoren of
het foutief gebruik kan grote gevaren voor de ge-
bruiker en derden veroorzaken. De gazontrekker
zou overbelast kunnen worden. Dit kan zware on-
gevallen veroorzaken.
54
7.3
Gazontrekker schuiven
VOORZICHTIG!
Gevaar bij het duwen op hellingen!
Duw de gazontrekker enkel op een hori-
zontale ondergrond! Op hellingen zou de
gazontrekker ongecontroleerd bergaf
kunnen rollen.
Bij hydrostaataandrijving
De bypasshendel (07/1) bevindt zich aan de ach-
terwand (07/2).
Bypassontgrendeling:
1. Schuif de bypasshendel (08/1) in en haak de-
ze naar onderen toe in.
2. Laat de rem los.
ð De gazontrekker kan nu worden verschoven.
7.4
De motor starten en afstellen
WAARSCHUWING!
Letselgevaar door blikseminslag
Het apparaat heeft geen bescherming
tegen een blikseminslag.
■
Maai niet wanneer het onweert.
Start de motor
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel.
2. Druk het rempedaal (03/1) aan de linkerkant
helemaal in en blokkeer het met de vaststel-
hendel (03/2).
3. Controleer of de maaier NIET is ingescha-
keld. Controleer daarvoor de positie van de
kantelschakelaar (03/3).
4. Plaats de regelaar (01/2) voor het motortoe-
rental tegen de bovenste aanslag. Naarge-
lang de uitrustingsvariant bevindt het choke-
symbool zich daar. Indien dit niet zo is, trek
de afzonderlijke choke-knop uit (01/1).
5. Steek de contactsleutel in het contactslot (05).
6. Draai de contactsleutel in stand „III" en houd
deze zo lang in deze stand tot de motor
draait.
Opmerking: Om de startbatterij te ontzien,
mag de startpoging niet langer dan ongeveer
5 seconden duren.
7. Laat vervolgens de contactsleutel los, die au-
tomatisch in stand „II" springt.
8. Zet de regelaar (01/2) voor het motortoerental
op bedrijfsstand. Bij een uitrustingsvariant met
choke-knop drukt u deze opnieuw in (01/1).
De trekker gebruiken