NL
2.5
Symbolen op het apparaat
Symbool Betekenis
Vereist extra voorzichtigheid tijdens
gebruik!
Lees vóór ingebruikname de ge-
bruiksaanwijzing!
Risico op wegslingeren van voor-
werpen!
Houd anderen uit de buurt van de
gevarenzone!
Handen en voeten uit de buurt van
het maaimechanisme houden!
Verwijder vóór alle werkzaamheden
aan het apparaat altijd de veilig-
heidssleutel!
Snijmes blijft draaien, nadat het ap-
paraat is uitgeschakeld. Maaimes
pas aanraken als alle delen van het
apparaat stilstaan!
Apparaat niet gebruiken als het re-
gent en niet opslaan in de buiten-
lucht!
2.6
Productoverzicht (01)
Nr.
Onderdeel
1
Start-knop
2
Veiligheidshandgreep* / Veiligheidsbeu-
gel**
3
Duwboom
4
Grasvanger
5
Maaiwerk
6
Accuvak
7
Sleutelschakelaar
34
Nr.
Onderdeel
8
Maaihoogteverstelling*/**
9
Veiligheidssleutel voor sleutelschakelaar
10
Accu***
11
Oplader***
* Alleen 32.1 Li
** Alleen 38.1 Li
*** Niet bijgeleverd, echter inbegrepen in de com-
plete set (art.nr. 32.1 Li: Art.nr. 113885; 38.1 Li:
Art.nr. 113886)
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
GEVAAR! Levensgevaar en gevaar voor
zeer ernstig letsel! Onbekendheid met de veilig-
heidsinstructies en bedieningsinstructies kan bij-
zonder ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg
hebben.
■
Volg alle veiligheidsinstructies en bedienings-
instructies in deze gebruiksaanwijzing op
evenals in de gebruiksaanwijzingen waarnaar
wordt verwezen, voordat u het apparaat ge-
bruikt.
■
Bewaar alle bijgeleverde documenten voor
toekomstig gebruik.
3.1
Veiligheidsinstructies voor grasmaaier
3.1.1
Training
■
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Maak uzelf vertrouwd met de bedieningsele-
menten en het juiste gebruik van het appa-
raat.
■
Laat kinderen of andere personen die de ge-
bruiksaanwijzing niet kennen, de grasmaaier
nooit gebruiken.
■
Kinderen dienen onder toezicht te staan
zodat zij niet met het apparaat kunnen
spelen.
■
Reiniging en onderhoud mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd.
■
De lokale voorschriften kunnen de mini-
mumleeftijd van de bediener vastleggen.
■
Dit apparaat mag worden gebruikt door per-
sonen met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vermogens of met een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen voor
een veilig gebruik van het apparaat en inzicht
hebben in de daaruit voortvloeiende gevaren.
Veiligheidsinstructies
32.1 Li | 38.1 Li