29
0 = Waarschuwingssignaal aan het begin van een
transactie als elektronisch journaalgeheugen
bijna vol is.
1 = GEEN waarschuwingssignaal aan het begin van
een transactie als elektronisch journaalgeheugen
bijna vol is.
30
0 = Consecutieve teller wordt niet gereset in
financiële Z-rapportage.
1 = Consecutieve teller wordt gereset in financiële
Z-rapportage
97
Selectie lettergrootte:
0 = 7 x 12 Font
1 = 5 x 10 Font — klein formaat
98
Selectie interlinie:
0 = 0,5 mm
1 = 0,75 mm
2 = 1,00 mm
3 = 1,25 mm
4 = 1,5 mm
5 = 1,75 mm
6 = 2,00 mm
7 = 2,25 mm
8 = 2,5 mm
9 = 2,75 mm
Wijzigen van de standaardinstellingen van het
kasregister
Ga als volgt te werk als u een van de standaardinstellingen
uit de vorige tabel wilt wijzigen:
1. Schuif de schakelaar in de stand PRG.
2. Typ het [nummer] van de systeemvariabele (1-98 zoals
aangegeven in de tabel) die u wilt wijzigen.
3. Typ het [nummer] van de gewenste instelling.
4. Druk op de [RA/FC]-toets.
5. Programmeer en andere instelling of sluit de
programmeermodus af door de schakelaar in de stand
OFF te schuiven.
Voorbeeld: Om papier te beschermen bij het afdrukken
van uw rapportages en kassabonnen, kunt u een interlinie
van 0,5 mm en een lettergrootte van 5 x 10 selecteren.
Toets in/Druk op:
[98] + [0] + [RA/FC] + [97] + [1] + [RA/FC]
Aantal
keren
drukken
Toets
toetsenblok
6
Tekst programmeren met alfanumeriek
toetsenblok en tekencodetabel
Om teksten op kassabonnen, PLU-artikelnamen, omzet-
groepsnamen, medewerkersnamen en valuta-aanduidingen
te programmeren kunt u het alfanumerieke deel van het
toetsenblok gebruiken om hoofdletters zonder accenten in te
voeren en de tekencodetabel om kleine letters, hoofdletters
en kleine letters met accenten, speciale tekens of symbolen
in te voeren.
Met het toetsenblok
Om het alfanumerieke toetsenblok te gebruiken voor het
invoeren van een tekst in hoofletters, zoekt u de gewenste
letter op en drukt zo vaak op de betreffende alfanumeriektoets
tot de letter wordt weergegeven (geheel rechts op het dis-
play). Als dezelfde alfanumeriektoets moet worden gebruikt
voor opeenvolgende letters van een tekst, drukt u tussen de
twee letters op de [0]-toets. Druk op de [0]–toets als u ook
een spatie wilt invoegen. Een verkeerde letter kan gewist
worden door op de [Void/Del]–toets te drukken die de van
pc's bekende backspace-functie heeft. Bevestig uw
definitieve tekst door op de [Check]-toets te drukken.
Om bijvoorbeeld het woord BOEKEN te schrijven, moet u
[8, twee keer] + [6, drie keer] + [9, twee keer] +
[5, twee keer] + [9, twee keer] + [6, twee keer] drukken.
Bevestig uw definitieve tekst door op de [Check]-toets te
drukken.
Met de tekencodetabel
Met behulp van de tekencodetabel kunt u alle letters en
symbolen invoeren die uw kasregister kan afdrukken.
Om deze tabel te gebruiken, zoekt u eerst de gewenste letter
of het symbool op en zoekt u de bijbehorende alfanumeriek-
toets op aan de hand van het cijfer in de eerste kolom links.
Druk zo vaak op de alfanumeriektoets van het toetsenblok
als nodig is om het teken te selecteren, af te lezen op de regel
bovenaan de tabel. Bevestig uw definitieve tekst door op de
[Check]-toets te drukken.
OPMERKING: De speciale accenten van de letters worden
niet op het display weergegeven.
Om bijvoorbeeld de letter L te selecteren, drukt u driemaal op
de [5]-toets. Om de letter Ü te selecteren, drukt u 13 maal op
[2]-toets.
Hieronder ziet u de tekencodetabel van het kasregister.
Tekencodetabel