NL
1.
Montagesleuf bedieningshendel
2.
Naaf slijpschijf
3.
Flensbout slijpschijf
4.
Flens slijpschijf
5.
Hoogtestelknop
6.
Montagegaten beschermplaat
7.
Montagesleuf motorarm
8.
Stelknop snijtand zaagketting
9.
Stelknop kettingaanslag
10. Kettingaanslag
11. Geleideplaat kantelhoek slijpkop
12. Montagegat bovenste behuizing/motoreenheid
13. Bankschroefhendel
14. Bankschroef (kettingbek)
15. Geleideplaat rotatiehoek bankschroef
16. Stelknop bankschroef
17. Aanwijzer referentiemarkeringen bankschroef
Essentiële metingen
A Meet de tanddiepte m.b.v. de juiste vorm.
B Meet de snijlengte.
C Meet de kettingsteek.
Gereedmaken voor gebruik
OPGELET Monteer de machine niet op ooghoogte. Het wordt aanbevolen om
deze te monteren op een hoogte van maximaal 1,2 – 1,3 m vanaf de grond.
De machine kan op een werkbank of aan de wand worden gemonteerd.
Montage van de hoofdeenheid ‑ Motoreenheid
Bevestiging van de bovenste behuizing/motoreenheid
3
Zie afbeelding
. Plaats de bout (J) in de hiervoor bestemde sleuf (7) in de
motoreenheid (A) en door het montagegat (12) in de steuneenheid (B). Plaats de
sluitring (J) aan de voorzijde en zet de borgknop (H) vast.
Opmerking: U moet mogelijk op de bovenste behuizing drukken om een goede
uitlijning te verkrijgen.
Montage op werkbank
4
Zie afbeelding
. Plaats twee (2) geschikte bouten, inclusief sluitringen en moeren
(niet meegeleverd), in de bevestigingsgaten. Zorg ervoor dat de hoofdeenheid
over de rand van de werkbank komt te hangen, zoals afgebeeld in het detail.
Wandmontage
Opmerking: Monteer de bovenste behuizing/motoreenheid (A) aan de
hoofdeenheid (B) voorafgaand aan de wandmontage.
5
Zie afbeelding
. Plaats vier (4) geschikte bouten, inclusief sluitringen
(niet meegeleverd), in de bevestigingsgaten.
In elkaar zetten
Bevestiging van de bedieningshendel
6
Zie afbeelding
. Plaats de moer (D) in de hendel (E). Plaats de bout (C) in de sleuf
(1). Schroef de bedieningshendel (E) volledig op de bout (C).
48
574412ad_410-230_GrinderManual_EU.indb 48
Keuze en montage van de slijpschijf
WAARSCHUWING
- Gebruik geen overmatige kracht bij het aanbrengen van de slijpschijf (K) op de
naaf (2) en verander de diameter van het middelste gat niet. Gebruik geen
slijpschijven die niet precies op hun plaats passen.
- Zorg ervoor dat naaf (2) en flens (4) schoon en onbeschadigd zijn.
Kies de juiste maat slijpschijf
Al naar gelang het type ketting dat moet worden geslepen (zie de kettingtabel aan
het einde van deze instructiehandleiding).
Testen van de slijpschijf
7
Zie afbeelding
. Houd de slijpschijf (M) omhoog bij het middelste
gat. Sla met een niet-metalen voorwerp licht op de rand van de
slijpsteen. Als het geluid dof is zonder metaalklank, betekent dit
dat de slijpschijf beschadigd kan zijn: GEBRUIK DEZE NIET!
Wielbescherming verwijderen
8
Zie afbeelding
. Verwijder de wielbescherming (G) door de bevestigingsbout (F)
van de bescherming uit de gaten (6) te verwijderen met een schroevendraaier (niet
inbegrepen).
Flens verwijderen
9
Zie afbeelding
. Verwijder met de 5 mm inbussleutel (N) de flensbout (3) en de
flens (4) van de slijpschijf van de naaf.
Slijpschijf monteren
10
Zie afbeelding
. Plaats de slijpschijf (K) perfect gecentreerd in de hiervoor
bestemde zitting op de naaf (2).
Flens terugplaatsen
9
Zie afbeelding
. Plaats de flens (4) met de 5 mm inbussleutel en haal de bout (3) aan.
Zorg ervoor dat u de flens volgens de afbeelding aanbrengt. Als de slijpschijf wordt
aangebracht met een te strakke flenspassing, kan de flens tijdens gebruik breken en
de gebruiker in gevaar brengen. Om dit risico te vermijden, moet de bout (3) met 7 Nm
(62 in-lbs) worden aangehaald. Controleer dit met een momentsleutel indien mogelijk.
Wielbescherming opnieuw monteren
8
Zie afbeelding
. Monteer de wielbescherming (G) opnieuw door de
bevestigingsbout (F) van de bescherming in de gaten (6) te plaatsen met een
schroevendraaier (niet inbegrepen).
Opstarten
Sluit de voedingskabel op het net aan.
De montage van de slijpschijf controleren
Ga aan de zijkant van de slijpschijf staan.
1
Zie afbeelding
. Start de slijpmachine door de schakelaar op stand 'I' te zetten.
Na het opstarten licht de lamp op om het slijpgebied te verlichten.
11
Zie afbeelding
. Controleer visueel of de slijpschijf geen zijwaartse of dwarse
slingerbewegingen maakt, waardoor abnormaal veel trillingen zouden ontstaan. Als
dit het geval is, stop de machine dan onmiddellijk en controleer of de slijpschijf correct
is aangebracht. Vervang de slijpschijf indien nodig door een andere originele slijpschijf.
Controleer een nieuw aangebrachte slijpschijf altijd minimaal één minuut bij
bedrijfssnelheid voordat u met het slijpen begint. Ga op een veilige afstand aan de
zijkant van de slijpmachine staan en zorg ervoor dat niemand in de buurt van de
machine kan komen.
De slijpschijfvorm controleren
12
Zie afbeelding
. Controleer bij uitgeschakelde machine het slijpschijfprofiel (K)
met behulp van de meetmal (L); polijst indien nodig de slijpschijf om het juiste
profiel te herstellen.
Slijpschijf polijsten
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen.
13
Zie afbeelding
. Start de slijpmachine door de schakelaar op
stand 'I' te zetten.
Herstel het profiel van de slijpschijf met de polijststeen (O); houd de schijf met twee
handen stevig en doelgericht vast en wees tijdens het werk uiterst voorzichtig.
WAARSCHUWING De slijpschijf (per ongeluk) aanraken terwijl deze met
hoge snelheid draait, kan verbranding en schaafplekken veroorzaken.
12
Zie afbeelding
. Stop de slijpmachine door de schakelaar in stand 'O' te zetten.
Controleer of het slijpschijfprofiel (K) in orde is met behulp van de mal (L). Ga
verder met het polijsten van de schijf tot het profiel overeenkomt met de mal.
410‑230 / 410‑230A
6/26/17 2:44 PM