ETF SL21-04-i06-T25
Dichiarazione su vibrazioni e rumorosità
I valori qui dichiarati sono stati ottenuti mediante test ese-
guiti in laboratorio conformemente alla direttiva o agli stan-
dard indicati e sono idonei al raffronto con i valori dichiarati
di altri utensili testati in conformità alla medesima direttiva o
standard. I valori qui dichiarati non sono adeguati a un uti-
lizzo per la valutazione del rischio e i valori misurati nei sin-
goli luoghi di lavoro potrebbero essere più elevati. I valori di
esposizione effettivi e il rischio di lesioni per ogni singolo
operatore sono unici e dipendono dal modo in cui lavora
l'operatore, dal pezzo e dalla struttura della stazione di la-
voro, nonché dai tempi di esposizione e dalle condizioni
fisiche dell'operatore.
Atlas Copco Industrial Technique AB non può essere
ritenuta responsabile per le conseguenze derivanti dall'uti-
lizzo dei valori dichiarati, invece di valori che riflettono l'es-
posizione effettiva, in una valutazione del rischio individuale
in una situazione lavorativa sulla quale Atlas non ha alcun
controllo.
Se non utilizzato in modo idoneo, questo utensile può provo-
care la sindrome da vibrazioni mano-braccio. Per consultare
una guida UE sulle vibrazioni trasmesse a mani/braccia, ac-
cedere al sito http://www.pneurop.eu/index.php e selezionare
'Tools' (Strumenti) quindi 'Legislation' (Normative).
Si raccomanda l'adozione di un programma di controllo sani-
tario finalizzato a individuare i primi sintomi di un'eventuale
esposizione alle vibrazioni, affinché sia possibile modificare
le procedure di gestione e aiutare a prevenire disabilità signi-
ficative.
Kennisgeving
In een werkomgeving zijn er veel aspecten die het vast-
draaiproces kunnen beïnvloeden. Het is daarom nodig de re-
sultaten te controleren. In overeenstemming met de geldende
normen en/of regelgeving, vragen wij u hierbij om het om
het geïnstalleerde koppel te controleren na elke gebeurtenis
die van invloed kan zijn op het vastdraaiproces. Dergelijke
gebeurtenissen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
• de eerste installatie van het gereedschapssysteem
• verandering van batch onderdelen, bout, batch
schroeven, gereedschap, software, opstelling of omgev-
ing
• verandering van lucht- of elektrische aansluitingen
• verandering van lijnergonomie, proces, kwaliteitsproce-
dures of gewoonten
• wisseling van bediener
• andere veranderingen die van invloed zijn op het resul-
taat van het vastdraaiproces
Deze controle moet:
• waarborgen dat de staat van de verbindingen niet veran-
derd is als gevolg van gebeurtenissen die hierop van in-
vloed kunnen zijn.
• uitgevoerd worden na eerste installatie, onderhoud of
reparatie van de uitrusting.
• minimaal eenmaal per dienst of met een andere geschikte
frequentie worden uitgevoerd.
© Atlas Copco Industrial Technique AB - 9836 2718 00
Veiligheids- en bedienings-
voorschriften
Veiligheidsinstructies
Waarschuwing / Belangrijk
• Zorg ervoor vertrouwd te zijn met de bedieningsinstruc-
ties alvorens deze machine te bedienen.
• Deze machine, de hulpstukken en het toebehoren mogen
alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze wer-
den ontworpen.
• Alle plaatselijke wettige veiligheidsregels betreffende in-
stallatie, bediening en onderhoud moeten altijd in acht
worden genomen.
• Dit product is enkel bedoeld voor industrieel gebruik en
mag alleen binnen in droge ruimten worden gebruikt.
Niet gebruiken in explosieve atmosferen.
• Gebruik alleen krachtdoppen.
• Blijf met handen, lang haar en losse kleding van de
draaiende dop verwijderd.
• Gebruik geen handschoenen.
• Als u een ophangbeugel gebruikt, controleer dan of die
in goede staat is en behoorlijk is bevestigd.
• Let op voor de reactiekracht die zal optreden bij het ge-
bruik van het gereedschap.
• Zorg ervoor dat het gereedschap in goede staat is en dat
de regeleenheid voor het gebruik goed is geprogram-
meerd om een onverwacht gedrag van het gereedschap,
met gevaar voor letsel van de bediener, te vermijden.
• Zorg ervoor dat u weet in welke richting de spindel zal
draaien alvorens het gereedschap te starten omdat de re-
actiekracht in een onverwachte richting kan optreden
met gevaar voor pletten.
• Plaats uw hand nooit op of dicht tegen de reactiestang ti-
jdens het gebruik van het gereedschap.
• Het gereedschap met de aandrijving/regeleenheid is ont-
worpen om te werken in het volledige momentbereik op
een primaire spanning van nominaal 230V/50Hz of
115V/60Hz (enkelfasig). Zie de handleiding van uw aan-
drijfeenheid.
• Houd de aandrijfeenheid altijd vergrendeld/afgesloten.
• Vergewis u er altijd van dat de aandrijfeenheid uit-
geschakeld is alvorens het snoer van het gereedschap aan
te sluiten/los te koppelen.
• Ontkoppel het gereedschap altijd van de aandrijfeenheid
alvorens enige regeling te doen op of in het gereedschap.
• Laat de installatie en het onderhoud enkel over aan
bevoegd personeel.
• Voor de juiste overeenkomst tussen instructie- en pro-
ductreferenties, kunt u hier de reeksnummers van uw
gereedschap noteren:
Safety Information
29