Ottobock 8E38 8 Serie Información Para El Paciente página 122

alleen bij de programma's 1–4. Het automatische nagrijpen kan door een kort signaal in de open-richting
op ieder gewenst moment worden gestopt.
Voor het grijpen van zachte schuimstoffen of gereedschap biedt programma 6 u de mogelijkheid de „SUVA-
sensoriek" handmatig te deactiveren.
Let op!
Voor de automatische nagrijpfunctie van het grijpkrachtstabilisatiesysteem „SUVA-sensoriek",
die door aanraking van de sensor geactiveerd kan worden, is het nodig dat er in bepaalde situ-
aties, bijv. bij het geven van een hand, lichaamsverzorging, enz., zorgvuldig met de hand wordt
omgegaan.
Bewaar de prothesehand altijd in een iets geopende stand. Zo beschermt u het sensorsysteem
en de mechanische onderdelen tegen mogelijke schade als gevolg van een te hoge permanente
belasting.
FlexiGrip
De FlexiGrip-functie maakt het mogelijk een voorwerp dat met de SensorHand Speed wordt vastgehouden,
anders te positioneren zonder dat de hand daarvoor met de elektroden (of de schakelaar) geopend en
vervolgens weer gesloten hoeft te worden. De prothesehand volgt de positieveranderingen zoals ook een
echte hand dat zou doen. Spiercontractie is hiervoor niet nodig.
MyoHand VariPlus Speed
De MyoHand VariPlus Speed is een myo-elektrisch bestuurde prothesehand die wordt gekenmerkt door een
bijzonder hoge grijpsnelheid in combinatie met een innovatief en nauwkeurig besturingsconcept.
Verschillende proportionele en digitale programma's voor de aansturing met 1 of 2 elektroden, lineaire
transducers of schakelaars maken het mogelijk de hand aan te passen aan de individuele behoeften van
de patiënt.
De MyoHand VariPlus Speed is gebaseerd op het Ottobock DMC-systeem (DMC = Dynamic Mode Con-
trol). Bij dit door Ottobock ontwikkelde systeem wordt gebruik gemaakt van twee onafhankelijke meet- en
regelsystemen waarmee de grijpsnelheid en grijpkracht optimaal kunnen worden aangepast aan het spier-
signaal van de patiënt.
De proportionele DMC-besturing maakt het de patiënt mogelijk de grijpsnelheid en grijpkracht proportioneel
met de hoogte van zijn spiersignaal te sturen. Als de sterkte van het spiersignaal verandert, worden de
grijpsnelheid en grijpkracht onmiddellijk aan dit gewijzigde spiersignaal aangepast.
Uw orthopedisch instrumentmaker heeft bij de aanpassing van de prothese uit zes mogelijke functievarianten de
besturing gekozen die voor uw specifieke behoeften het meest geschikt is. In de appendix worden alle zes de
functievarianten gedetailleerd beschreven en worden voorbeelden van mogelijke toepassingen gegeven.
122 | Ottobock