De Kabelcilinder Vervangen; De Ophanging Vervangen - Desoutter Industrial Tools 20DFL Manual Del Usuario

Part no 6159948692
Issue no 3
Series no A
Date 2015-07
Page 40
A
Een verkeerd verankerde kabel kan uit de koppeling en onder
de last glijden. Hierdoor valt de last naar beneden en dit kan
leiden tot letsel of schade.
Haak de last vast en ontgrendel de kabelcilinder door nogmaals
op de borgbout (10) te drukken, en deze vervolgens naar links te
draaien tot deze los is en weer in de oorspronkelijke stand klikt.
De veermontage vervangen met de
veerbreukbeveiliging
(A) Verwijderen:
Trek de kabel volledig in en verwijder dan de last. In het geval
van een veerbreuk, dient u de kabelcilinder te vergrendelen zoals
beschreven onder De kabel vervangen.
Haal de stabilisator van zijn ophanging.
Neem de spanning van de veer en ga als volgt verder:
Zet een maat 17 dopsleutel op de wormschroef (9), draai de
sleutel vervolgens in de richting van het "-" symbool tot de kabel
niet verder intrekt. De veerbreukbeveiliging blokkeert de
kabelcilinder.
A
Om breken te voorkomen, dient u deze niet te ver los te
draaien!
Schroef de kap van de behuizing en de kabelcilinder los, verwijder
daarna de veer van de cilinder.
A
Als de veer na een veerbreuk wordt vervangen, moeten de
behuizing, de kabel en de kabelcilinder worden gecontroleerd
op schade en, waar aangegeven, worden vervangen, omdat
grote dynamische krachten vrijkomen als een veerbreuk
optreedt waardoor het beveiligingsmechanisme wordt
geactiveerd.
Vervang de beschadigde veer met een nieuwe veer. Indien een
veer met een andere lengte wordt gebruikt, moeten het type en het
lastbereik worden aangepast volgens de waarden op de
waardenplaat.
(B) Opnieuw monteren/installeren:
Het veermontage-etiket moet zichtbaar zijn tijdens het plaatsen
van de veer.
Na een veerbreuk: Ontgrendel de cilindervergrendeling (zie de
beschrijving onder De kabel vervangen) en wind de kabel op door
de kabelcilinder te draaien tot de kabelbuffer tegen de opening
van de behuizing zit.
Plaats de veer in de kabelcilinder, druk de externe hendel van
de kabelbreukbeveiliging tegen de veer.
Omwille van een juist functioneren, moet de externe
veerophanging in de asgroef grijpen; indien nodig, kunt u de as
iets draaien met behulp van de wormschroef (9), zodat de
veerophanging in de asgroef glijdt. Schroef eerst de kabelcilinder
op zijn plaats en daarna de kap van de behuizing. Gebruik hiervoor
een nieuwe tandveerring.
Breng de kap van het kegelwiel aan en schroef deze op zijn
plaats.
De veer spannen:
Stel de maximale initiële spanning in (voorbelast), door de as
"X" keer te draaien. Hiervoor dient u de wormschroef in de "+"
richting te draaien:
615 805 021 0 X= 5
615 805 022 0 X= 6
615 805 023 0 X= 5
615 805 024 0 X= 5
615 805 025 0 X= 4
615 805 026 0 X= 4
615 805 027 0 X= 3
NL
Installeer de stabilisator zoals beschreven onder Installatie en pas
de last aan zoals beschreven onder Aanpassen van de
werkbelasting.
A
U mag de veereenheid nooit openmaken! Defecte veren
moeten in overeenstemming met de richtlijnen worden
afgevoerd.
De behuizing vervangen
(C) Verwijderen/ontmantelen:
Neem de spanning van de veer en ga als volgt verder:
Zet een maat 17 dopsleutel op de wormschroef (9), draai de
sleutel vervolgens in de richting van het "-" symbool tot de kabel
niet verder intrekt. De veerbreukbeveiliging blokkeert nu de
kabelcilinder. Voorkom het breken van de veer, door de spanning
op de veer niet te laag in te stellen.
Schroef de kap van het wormwiel los en verwijder de schijf.
Schroef de kap van de behuizing los. Verwijder de ringveer op
het wormwiel met behulp van een speciale tang. Trek de
kabelcilinder samen met de veer en de as uit de behuizing, let op
de vlakke spie in de as. Duw, indien nodig, de as door het
wormwiel met behulp van een hamer met een kunststof kop. Maak
de messing ring tussen de behuizing en de kabelcilinder los en trek
deze uit de behuizing. Verwijder de ophanging (zie De ophanging
vervangen).
(D) Opnieuw monteren/installeren:
Plaats de ophanging in de nieuwe behuizing (zie De ophanging
vervangen). Steek het wormwiel in de behuizing, breng daarna de
kabelcilinder aan samen met de as en de messing ring. Duw de as
door het wormwiel (zorg er voor dat de platte spie goed geplaatst
is relatief aan het wormwiel; draai het wormwiel indien nodig).
De ringgroef van de as moet zichtbaar zijn. Plaats de ringveer in
de asgroef met behulp van een speciale tang.
Draai de wormschroef in de richting van de "+" en draai de
kabelcilinder tot de kabelkoppeling zichtbaar is in de sleuf van de
behuizing. Steek de kabel door de opening van van de behuizing
en installeer deze zoals beschreven onder De kabel vervangen.
Wind de kabel op via de wormschroef, draai de kabel in de richting
van de "+" (gebruik een maat 17 dopsleutel). Controleer of de
kabel goed in de groef wordt gewonden!
Stel de veerspanning af en pas de last aan zoals beschreven
onder De veereenheid vervangen - zie (B).

De kabelcilinder vervangen

(Ontmantel de stabilisator zoals beschreven onder De behuizing
vervangen - zie (C). Het is echter niet nodig om de ophanging uit
de behuizing te verwijderen.
Een nieuwe kabelcilinder installeren:
Schroef de kap los en plaats de as in de kabelcilinder, zorg
daarbij dat de kogellager niet uit de cilinder wordt geduwd.
Plaats de messing ring op de as in de behuizing. Plaats de
kabelcilinder samen met de as en de messing ring in de behuizing,
duw de as door het wormwiel. De platte spie moet in de groef
zitten; draai de as indien nodig. Bevestig het wormwiel met een
ringveer.
Plaats de veereenheid in de cilinder zoals beschreven onder De
veereenheid vervangen (B) Opnieuw monteren/installeren.
Installeer vervolgens de kabel zoals beschreven onder De behuizing
vervangen (D) Opnieuw monteren/installeren, sectie 2.

De ophanging vervangen

(Verwijder de splitpen, de ring, de bout en de buis van de
ophanging uit de behuizing, verwijder daarna ook de ophanging.
Plaats de nieuwe ophanging, duw de bout door de behuizing en
de buis, bevestig ze vervolgens weer met de ring en de nieuwe
splitpen.