Verantwoordelijkheden Van De Gebruiker; Inbedrijfname - Wilo RexaBloc RE Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1

INBEDRIJFNAME

AANWIJZING
Let ook voor de elektrische aansluiting op alle
instructies in het bedienings- en onderhouds-
handboek van de motor!
• Stroom en spanning van de netaansluiting moe-
ten worden uitgevoerd volgens de instructies van
het bedienings- en onderhoudshandboek van de
motor. Zie ook de gegevens op het typeplaatje
van de motor.
• De klant moet zelf voor de spanningskabel te zor-
gen. Kabeldoorsnede en het gekozen aanlegtype
moeten conform de lokale normen en voorschrif-
ten zijn.
• Aanwezige bewakingsinrichtingen bijv. bewaking
van de afdichtingsruimte, moeten aangesloten en
op werking gecontroleerd worden.
• Het hydraulische systeem volgens de voorschrif-
ten aarden.
De aarding verloopt via de motoraansluiting. Als
alternatief kan het hydraulische systeem met
een afzonderlijke aansluiting worden geaard.
Voor de aardleidingaansluiting moet hierbij een
kabeldoorsnede worden gebruikt die voldoet aan
de plaatselijke voorschriften.
5.4.1. Controle van de bewakingsinrichtingen voor
inbedrijfname
Als de gemeten waarden afwijken van de voorge-
schreven waarden, is het mogelijk dat het bewa-
kingsinrichting defect is. Neem contact op met de
Wilo-servicedienst.
Optioneel verkrijgbare staafelektrode voor de
bewaking van de afdichtingskamer
Voor het aansluiten van de staafelektrode moet
deze met een Ohmmeter gecontroleerd worden.
De volgende waarden moeten worden aangehou-
den:
• De waarde moeten tegen "oneindig" gaan. Bij
lagere waarden zit er water in de olie. Neem ook
de aanwijzingen van het optioneel verkrijgbare
relais in acht.
5.4.2. Aansluiting van de bewakingsinrichtingen
Aansluiting van de optioneel verkrijgbare
staafelektrode voor de bewaking van de afdich-
tingsruimte
• De staafelektrode moet via een relais afgesloten
worden. Wij raden hiervoor het relais "NIV 101/A"
aan. De drempelwaarde bedraagt 30 kOhm. Bij het
bereiken van de drempelwaarde moet een waar-
schuwing of uitschakeling plaatsvinden.
VOORZICHTIG!
Volgt er slechts een waarschuwing dan kan
door de waterbinnendringing het hydraulische
systeem total loss raken. Wij raden altijd een
uitschakeling aan.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-RexaBloc RE
5.4.3. Aansluiten van de normmotor
In het bedienings- en onderhoudshandboek van
de motor vindt u de instructies voor het aanslui-
ten van de motor op het stroomnet, de beschik-
bare bewakingsinrichtingen en hun aansluitingen,
en de mogelijke inschakeltypes.

5.5. Verantwoordelijkheden van de gebruiker

5.5.1. Aanbevolen bewakingsinrichtingen
Het hydraulische systeem wordt aangedreven via
een normmotor. Normmotoren zijn niet tegen
overstroming beveiligd. Wij raden daarom aan
om een alarmschakelkast te gebruiken voor de
registratie van grotere lekkages. Als een grotere
hoeveel media uittreedt (bijv. defecte leiding), kan
een alarm worden ingeschakeld en het aggregaat
worden uitgeschakeld.
6. Inbedrijfname
AANWIJZING
Let ook voor de inbedrijfname op alle instructies
in het bedienings- en onderhoudshandboek van
de motor!
Het hoofdstuk "Inbedrijfname" bevat alle belang-
rijke aanwijzingen voor het bedieningspersoneel
voor de veilige inbedrijfname en bediening van
het hydraulische systeem.
De volgende randvoorwaarden moeten beslist
worden vervuld en opgevolgd:
• Max- omgevingstemperatuur (zie inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de motor)
• Aan de zuig- en aan de perszijde zijn alle schui-
fafsluiters geopend
Na een langere periode van stilstand moeten
deze randvoorwaarden eveneens gecontroleerd
worden en moeten gebreken verholpen worden!
Deze handleiding moet altijd bij het hydraulische
systeem of op een daarvoor bestemde plaats
worden bewaard, waar deze voor al het bedie-
ningspersoneel altijd toegankelijk is.
Om materiële schade en persoonlijk letsel bij de
inbedrijfname van het hydraulische systeem te
vermijden, moeten de volgende punten absoluut
in acht genomen worden:
• Alleen gekwalificeerd en geschoold personeel
mag het hydraulische systeem in bedrijf nemen.
Hierbij moeten de veiligheidsvoorschriften in acht
genomen worden.
• Het volledige personeel dat aan of met het hy-
draulische systeem werkt, moet deze handleiding
ontvangen, gelezen en begrepen hebben.
• Alle veiligheidsvoorzieningen en nooduitscha-
kelingen zijn aangesloten en gecontroleerd op
onberispelijke werking.
• Elektrotechnische en mechanische instellingen
moeten door vakkundig personeel uitgevoerd
worden.
Nederlands
59
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido