Uitsluiting Van Aansprakelijkheid; Veiligheid; Instructies En Veiligheidsvoorschriften; Veiligheid Algemeen - Wilo RexaBloc RE Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1

VEILIGHEID

1.5.6. Uitsluiting van aansprakelijkheid

Voor schade aan het hydraulische systeem wordt
geen garantie resp. aansprakelijkheid geaccep-
teerd indien één van de volgende punten van
toepassing is:
• Ontoereikende dimensionering van de kant van
de fabrikant door gebrekkige en/of verkeerde
informatie van de gebruiker of opdrachtgever
• Niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen en
werkaanwijzingen conform dit bedienings- en
onderhoudshandboek
• Niet-reglementair gebruik
• Ondeskundige opslag en transport
• Niet volgens voorschrift uitgevoerde montage/
demontage
• Gebrekkig onderhoud
• Ondeskundige reparatie
• Gebrekkige bouwgrond of bouwwerkzaamheden
• Chemische, elektrochemische en elektrische
invloeden
• Slijtage
De aansprakelijkheid van de fabrikant sluit
dientengevolge ook elke aansprakelijkheid voor
persoonlijke, materiële of vermogensschade uit.
2. Veiligheid
In dit hoofdstuk zijn alle algemeen geldende
veiligheidsvoorschriften en technische instruc-
ties opgenomen. Daarnaast bevat elk hoofdstuk
specifieke veiligheidsvoorschriften en technische
instructies. Tijdens de verschillende levensfasen
(opstelling, bedrijf, onderhoud, transport etc.) van
het hydraulische systeem moeten alle aanwijzin-
gen en instructies in acht genomen en opgevolgd
worden! De gebruiker is ervoor verantwoordelijk
dat het voltallige personeel zich aan deze aanwij-
zingen en instructies houdt.

2.1. Instructies en veiligheidsvoorschriften

In deze handleiding worden instructies en
veiligheidsvoorschriften voor materiële schade
en letsel gebruikt. Om deze voor het personeel
eenduidig te markeren, worden de instructies en
veiligheidsvoorschriften als volgt onderscheiden.
• Instructies worden "vet" weergegeven en hebben
direct betrekking op de voorafgaande tekst of
paragraaf.
• Veiligheidsaanwijzingen worden met kleine "in-
springing en vet" weergegeven en beginnen altijd
met een signaalwoord.
• Gevaar
Er kan ernstig tot dodelijk letsel ontstaan!
• Waarschuwing
Er kan zeer ernstig letsel ontstaan!
• Pas op
Er kan letsel ontstaan!
• Pas op (aanwijzing zonder symbool)
Er kan aanzienlijke materiële schade ontstaan,
een totaal verlies is niet uitgesloten!
• Veiligheidsaanwijzingen die voor letselschade
waarschuwen, worden in zwart schrift en altijd
met een veiligheidssymbool weergegeven. Als
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-RexaBloc RE
veiligheidssymbolen worden gevaars-, verbods-
en gebodstekens gebruikt.
Voorbeeld:
Gevarensymbool: Algemeen gevaar
Gevarensymbool, bijv. elektrische spanning
Symbool voor verbod, bijv. Verboden toegang!
Symbool voor gebod, bijv. persoonlijke
beschermmiddelen dragen
De gebruikte tekens voor de veiligheidssymbolen
komen overeen met de algemeen geldende richt-
lijnen en voorschriften, zoals DIN, ANSI.
• Veiligheidsaanwijzingen die alleen op materiële
schade wijzen, worden in grijze letters en zonder
veiligheidssymbool weergegeven.

2.2. Veiligheid algemeen

• Bij het in- of uitbouwen van het hydraulische
systeem in besloten ruimten en putten mag niet
alleen worden gewerkt. Er moet altijd een tweede
persoon aanwezig zijn.
• Alle werkzaamheden (montage, demonta-
ge, onderhoud, installatie) mogen uitsluitend
plaatsvinden wanneer het hydraulische systeem
is uitgeschakeld. De aandrijving van het hydrau-
lische systeem moet worden losgekoppeld van
het stroomnet en worden beveiligd tegen weer
inschakelen. Alle draaiende onderdelen moeten
tot stilstand gekomen zijn.
• De bediener moet elke optredende storing of
onregelmatigheid onmiddellijk aan zijn leidingge-
vende melden.
• Een onmiddellijke stilzetting door de bediener
is dwingend noodzakelijk wanneer er gebreken
optreden die de veiligheid in gevaar brengen.
Hieronder vallen:
• Falen van de veiligheids- en bewakingsinrich-
tingen
• Beschadiging van belangrijke onderdelen
• Beschadiging van elektrische inrichtingen,
kabels en isolaties.
• Werktuigen en andere voorwerpen moeten op de
daarvoor bestemde plaatsen bewaard worden.
Hierdoor wordt een veilige bediening gegaran-
deerd.
• Bij werkzaamheden in besloten ruimten moet
worden gezorgd voor voldoende ventilatie.
• Bij laswerkzaamheden en/of werkzaamheden
met elektrische toestellen moet ervoor gezorgd
worden dat er geen explosiegevaar is.
Nederlands
51
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido