OPSTELLING
• De bedrijfsruimte moet schoon, droog, vorstvrij
en geschikt zijn voor het betreffende hydrauli-
sche systeem.
• Bij werkzaamheden in putten moet voor de veilig-
heid een tweede persoon aanwezig zijn. Bestaat
er gevaar voor de vorming van giftige of verstik-
kende gassen, dan moet u hiertegen de nodige
maatregelen nemen!
• Er moet gegarandeerd zijn dat een hijsmiddel
probleemloos gemonteerd kan worden, omdat dit
voor de montage/demontage van het hydrauli-
sche systeem nodig is. De gebruiks- en opstel-
lingsplaats voor het hydraulische systeem moet
met het hijsmiddel zonder gevaar bereikbaar zijn.
De opstellingsplaats moet een vaste ondergrond
hebben. Voor het transport van het hydraulische
systeem moet het hijswerktuig aan de voorge-
schreven aanslagpunten worden bevestigd. Bij
gebruik van kettingen moeten deze via een harp-
sluiting worden verbonden met het aanslagpunt.
Er mogen alleen bouwtechnisch goedgekeurde
bevestigingsmiddelen worden gebruikt.
• De constructiedelen en fundamenten moe-
ten voldoende stevig zijn voor een veilige en
praktische bevestiging. Voor het leveren van
de fundamenten en de geschiktheid ervan qua
afmetingen, stevigheid en belastbaarheid is de
gebruiker resp. de betreffende toeleverancier
verantwoordelijk!
• Drooglopen van het hydraulische systeem is ten
strengste verboden. Luchtbellen moeten absoluut
worden vermeden. De ontluchtingen moeten
worden ingebouwd.
• Controleer de beschikbare documenten (mon-
tageschema's, uitvoering van de bedrijfsruim-
te, toevoerverhoudingen) op volledigheid en
juistheid.
• Neem eveneens alle voorschriften, regels en
wetten voor het werken met zware lasten en
onder hangende lasten in acht. Draag geschikte
beschermende kleding.
• Verder moeten de nationaal geldende voorschrif-
ten m.b.t. ongevallenpreventie en de veiligheids-
voorschriften van de beroepsverenigingen in acht
worden genomen.
5.3.1. Aanslagpunten
Om het hydraulische systeem op te tillen en neer
te laten, moet het systeem aan de daarvoor be-
stemde aanslagpunten worden bevestigd. Hierbij
is er een onderscheid tussen aggregaat en "bare
shaft"-uitvoering.
Fig. 2: Aanslagpunten
A
"Bare-shaft"-uitvoering
B
Aggregaat
1
Hijsoog
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-RexaBloc RE
Definitie van de symbolen
Hier bevestigen!
De harpsluiting moet worden gebruikt!
Hijsmiddel: Ketting toegestaan
Hijsmiddel: Draad- of nylonkabel toegestaan
Hijsmiddel: Transportriem toegestaan
Het is verboden om voor het bevestigen een
haak te gebruiken!
Het is verboden om als hijsmiddel kettingen te
gebruiken
Bij het bevestigen van het hijsmiddel moet op het
volgende worden gelet:
• Het hijsmiddel moet met een harpsluiting aan het
hijsoog worden bevestigd. Als hijsmiddel kunnen
draaggordels, draad- en kunststofkabels of ket-
tingen worden gebruikt.
• Het hijsoog moet worden gemonteerd nadat het
correct is gepositioneerd.
• Als het hijsmiddel aan de onderdelen van het huis
wordt bevestigd, moet dat met een lus gebeuren.
Hiervoor mogen geen kettingen worden gebruikt!
5.3.2. Onderhoudswerkzaamheden
Na een opslag van meer dan 6 maanden moeten
voor de inbouw de volgende onderhoudswerk-
zaamheden uitgevoerd worden:
• Waaier draaien
• Oliepeil in de afdichtingsruimte controleren
Waaier draaien
1.
Hydraulisch systeem horizontaal op een vaste
ondergrond neerzetten.
Let erop dat het hydraulische systeem niet kan
omvallen en/of wegglijden!
2.
Steek uw hand voorzichtig en langzaam langs de
zuigstukken in het hydraulisch huis en draai de
waaier.
WAARSCHUWING voor scherpe kanten!
Aan de waaier en openingen van de zuigstuk-
ken kunnen scherpe kanten ontstaan.
Er bestaat gevaar voor letsel! Draag geschikte
persoonlijke beschermmiddelen, bijv. be-
schermhandschoenen.
Nederlands
57