Zaagbladen Met Vlakke Uiteinden; (Hand- Resp. Figuurzaagbladen (Fig. 7A En 7B); Zaagbladen Met Dwarspen (Fig. 8); Fijnafstellen Van De Correcte Zaagspanning (Fig. 9) - Proxxon DS 460 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para DS 460:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 30
6.6.1.2 Zaagbladen met vlakke uiteinden (hand- resp.
figuurzaagbladen (fig. 7a en 7b):
Het concept van de DS 460 beschikt niet over de mogelijkheid, zoals
bij de meeste decoupeerzagen, de bladen eenvoudig in zaagbladhou-
ders aan de zaagarmeinden vast te klemmen. Bij deze conventionele
inklemming treden noodzakelijkerwijze bij het heen en weer bewegen
van de zaagarmen wisselende buigkrachten in het zaagblad op, omdat
de pendelbeweging niet kan worden gecompenseerd. Hierdoor slijt het
zaagblad en kan het sneller afbreken.
Daarnaast is het steeds verwisselen van zaagbladen niet iets waar
iedereen op zit te wachten. En voor iedereen die niet wil werken met
nauwkeurige zaagbladgeleiding van bladen met vlak uiteinde (in tegen-
stelling tot bladen met dwarspen), zonder de nadelen daarvan op de
koop toe te hoeven nemen, maken wij gebruik van inklemming met
geleideblokken:
Zo kan het zaagblad niet zijwaarts in de ophanging verdraaien en doen
de zaagbladen toch mee met het vrij heen en weer bewegen van de
zaagarmen zonder aan buigspanningen te worden blootgesteld.
1. Geleideblokken 1 (fig. 7a) in de daarvoor bestemde openingen in
de zaagtafel 2 plaatsen: Zo wordt meteen de juiste klemlengte
gedefinieerd. Let op: de stelmoeren 3 moeten losgedraaid zijn en
naar boven wijzen! De geleideblokken moeten zo worden geplaatst
dat de puntige uiteinden op elkaar vallen, dus naar binnen wijzen.
2. Zaagblad 4 in het midden van de klemslede brengen en de stel-
moeren 3 met de meegeleverde sleutel 5 aandraaien. Let op: het
zaagblad moet bij beide geleideblokken even ver in de klemslede
steken!
3. Zaagtafel 2 naar achteren schuiven zoals hierboven beschreven en
evt. zaagbladbescherming 6 wegklappen!
4. Draaiknop 7 naar links draaien om de zaagbladspanning losser te
maken.
5. Evt. zaagblad verwijderen en nieuw zaagblad 4 met de geleideblok-
ken, zoals aangegeven in grafiek fig. 7b, in de zaagbladhouders
inbrengen. Daarbij kan zo nodig een lichte druk op de bovenste arm
worden uitgeoefend, resp. de bladspanning met de draaiknop 7 zo
nodig nog losser worden gedraaid. Let op: de vertanding van het
blad moet naar onderen wijzen!
6. Tafel daarna weer naar voren trekken, zoals hierboven beschreven.
7. Zaagbladspanning afstellen, zoals beschreven in paragraaf "Fijnaf-
stellen van de correcte zaagspanning".

6.6.2 Zaagbladen met dwarspen (fig. 8):

Zaagbladen met dwarspen zijn geschikt voor werken met veel gesloten
binnenzaagsneden. Hierbij kan snel en gemakkelijk het zaagblad uit de
bovenste houder worden genomen, door het werkstuk gehaald en
weer worden opgehangen. Voor een gedetailleerdere uitleg verwijzen
wij u naar paragraaf "Binnenzaagsneden". Maar let op: de precisie van
de geleiding bij dwarspenbladen is minder groter dan die van zaagbla-
den met vlakke uiteinden en geleideblokken! Het laatste beetje precisie
bij de geleiding van de zaagsnede kan alleen hiermee worden bereikt.
1. Zaagtafel 1 naar achteren schuiven, zoals hierboven beschreven en
evt. zaagbladbescherming 2 wegklappen.
2. Draaiknop 3 naar links draaien om de zaagbladspanning losser te
maken.
3. Zaagblad 4 met de vertanding naar onderen wijzend in de onderste
houder 5 brengen.
4. No nodig licht op de bovenste arm 6 duwen en eventueel het zaag-
blad dat in de houder zit verwijderen. Nieuw zaagblad in de boven-
ste houder 7 aanbrengen. Zo nodig met de draaiknop 2 de
zaagbladspanning losser draaien.
5. Arm na het aanbrengen van het blad loslaten en door draaien met
de draaiknop 2 de zaagbladspanning instellen.
6. Zaagbladspanning afstellen zoals beschreven in paragraaf "Fijnaf-
stellen van de correcte zaagspanning".

6.6.3 Fijnafstellen van de correcte zaagspanning (fig. 9):

De juiste zaagspanning medebepalend voor een nauwkeurig werkre-
sultaat. Daarom moet deze zorgvuldig worden ingesteld, bij onder- of
overspanning kan het zaagblad licht gaan scheuren.
Verdraai draaiknop 1 (fig. 9) om de spanning in te stellen. Als u de
knop naar rechts draait (met de wijzers van de klok mee), wordt het
zaagblad meer gespannen, als u de knop naar links draait (tegen de
wijzers van de klok in), komt het blad losser te zitten.
Een goed gespannen blad geeft bij het starten een lichte toon net als
een snaar

7 Werken met de zaag:

7.1 Algemene opmerkingen bij het werken met de decou-
peerzaag:
De decoupeerzaag is in de eerste plaats een machine om bochten te
zagen en nauwkeurige uitsnijdingen te maken. Een typische toepas-
sing wordt in fig. 10 aangegeven. Daartoe moet het werkstuk door de
gebruiker zorgvuldig geleid worden. Opmerkingen: gewoonlijk worden
decoupeerzagen zonder langsaanslag bediend, omdat bij een gedwon-
gen geleiding van een aanslag het zaagblad "verloopt", vooral bij hout-
nerven.
Let erop dat het zaagblad alleen bij een opwaartse beweging zaagt in
de richting van de tanden.
Ter verkrijging van goede resultaten dient u volgende punten in acht te
nemen:
• Werkstuk bij zagen op de ondergrond duwen, met gevoel en zonder
kracht te zetten. Meer druk op de ondergrond, weinig druk tegen het
zaagblad.
• Zorg ervoor dat het werkstuk vlak op de zaagtafel ligt (geen splinters
of spanen)
• Pas de aanzet aan de eisen van zaagblad, snelheid en materiaal van
het werkstuk aan.
• Geleid het werkstuk langzaam door het zaagblad, vooral wanneer het
blad erg dun is en de tanden erg fijn zijn, resp. als het werkstuk erg
dik is. Let op: de tanden zagen alleen in opwaartse beweging!
• Alleen onbeschadigde zaagbladen gebruiken!
• Machine niet onbeheerd laten draaien!
• Zaaglijn zorgvuldig voortekenen/aanzagen!
• Voor goede verlichting zorgen!
• Altijd met gesloten stofafzuiging werken en de luchtbuis zorgvuldig
afstellen (zie ook "Montage van de luchtbuis")
• De beste resultaten worden verkregen wanneer het hout minder dan
25 mm dik is.
• Bij hout dikker dan 25 mm moet u het werkstuk met grote zorgvuldig-
heid geleiden en erop letten dat het zaagblad niet klemt, niet verbo-
gen of verdraaid wordt en niet breekt.
• Voor een nauwkeurige zaagsnede dient u erop te letten dat het zaag-
blad altijd probeert de nerfrichting te volgen (geldt vooral voor dunne
zaagbladen).
• Let er bij het zagen van ronde materialen op dat deze door de bewe-
ging van de zaagband kunnen verdraaien en daarom goed vast moe-
ten worden gehouden! Gebruik evt. een geschikte klemhouder voor
het werkstuk!

7.1.1 Keuze van zaagbladen:

Zoals reeds gezegd, is de juiste, materiaalgerichte keuze van veel
invloed op de kwaliteit van het resultaat. Onderstaande tabel dient ter
oriëntering. Een grote ervaring met veel materialen en zaagbladtypen
is natuurlijk ook behulpzaam bij de keuze. U kunt hierbij rustig experi-
menteren!
Een tip: de zaagbladen zijn meestal alleen erg versleten op de plaats
waar bij het zagen een groot beroep op de tanden wordt gedaan en
deze daarom snel bot worden. U kunt de niet versleten tanden "opge-
bruiken" en daarmee de levensduur van de zaagbladen verhogen door
het draagvlak van het werksstuk kunstmatig te verhogen:
Daartoe kunt u een gladde, tafelgrote ondergrond van de benodigde
dikte met bijvoorbeeld dubbelzijdig plakband op de zaagtafel bevesti-
gen. Nu zagen de nog niet versleten gedeelten van het zaagblad het
werkstuk.
Dit is vooral zinvol wanneer u met fijne bladen vaak erg harde materia-
len zaagt die een snelle slijtage van de tanden veroorzaakt.
De nummers die de fijnheid van de tanden bepalen staan voor het aan-
tal tanden per inch zaagbladlengte:
39
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido