Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
SP-900-Install.book Seite 120 Montag, 25. Januar 2010 4:53 16
Configuratie
6
Configuratie
Voor de eerste ingebruikneming van de installatie kan de besturing aan
de verschillende montageomstandigheden worden aangepast. Deze
aanpassing moet door de monteur worden uitgevoerd.
In een configuratiemodus worden de volgende parameters van de soft-
ware van de installatie (zie afb. 18 op pagina 10) ingesteld:
Menu-
niveau
1
2
3
4
De configuratiemodus kan ook nog opgeroepen worden, als de
onderspanningsbeveiliging de installatie heeft uitgeschakeld en er nog
een restspanning ter beschikking staat.
6.1
Starten en beëindigen van de configuratiemodus
De instelbare parameters kunnen in de configuratiemodus worden gewijzigd:
➤ Druk bij een uitgeschakelde installatie op de toets AAN/UIT
(Afb. 18, pos. 6) en houd de toets voor 2-4 seconden ingedrukt.
➤ Binnen deze 2-4 seconden bovendien de toets Bedrijfsmodus +
(Afb. 18, pos. 8) indrukken.
➤ De toets AAN/UIT loslaten.
➤ Houd de toets Bedrijfsmodus ingedrukt tot de LED Compressor
knippert.
✓ U bent nu in de configuratiemodus.
✓ Het digitale display (Afb. 18, pos. 9) geeft met het eerste cijfer het me-
nuniveau en met het tweede en derde cijfer de instelbare parameter
weer – bijv.
120
Parameter
Betekenis
Opgave
De installatie start met de
instelwaarde
hier gedefinieerde temperatuur-
temperatuur
instelwaarde.
Uitschakeling bij
De accubewaker schakelt bij de
onderspanning
hier gedefinieerde spanning de
installatie uit.
Opgave
De installatie start met de hier
bedrijfsmodus
gedefinieerde bedrijfsmodus.
Fabrieks-
De parameters 1-3 kunnen
instellingen
op de fabrieksinstellingen
worden teruggezet.
I
1.18
voor menuniveau 1 en een instelwaarde van 18 °C.
CoolAir
Fabrieks-
instelling
20 °C
Waarde
4 = 23,5 volt
0 =
automati-
sche modus
--
