Trumpf TruTool N 350 Manual Del Usuario página 69

3.6 Insteekdiepte
N 700 N 1000
(2A1) (3B1)
E
1 Stempelgeleiding
2 Stempel
3 Matrijs
E Insteekdiepte
Om de insteekdiepte te controleren en in te
stellen moet de stempel in de onderste posi-
tie staan. De insteekdiepte van de stempel in
de matrijs moet 1–3 mm zijn.
U kunt de insteekdiepte wijzigen door de ma-
trijshouder 360° te draaien. Eén draaiing
komt overeen met een wijziging van de in-
steekdiepte met 1,75 mm, lees Insteekdiepte
instellen [} 316].
E
3.7 Motorgreep
N 1000
(3B1)
Om de machine optimaal te kunnen
hanteren kunt u de motorgreep ±90° draaien,
lees Motorgreep draaien
3.8 Olietanks demonteren
Bij het demonteren van de olietanks moet u
twee keer per dag de matrijshouders reini-
gen en invetten, evenals alle slijtonderdelen
controleren, lees Matrijshouder reinigen/ver-
vangen [} 318].
J
1
2
3
[} 316].
D
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing
3.9 Stempel naslijpen
N 700 N 1000
(2A1) (3B1)
Bij deze knibbelscharen kunt u
de stempel naslijpen. Matrijzen kunnen niet
worden nageslepen.
X
X Minimumlengte van de stempel
N 700
(2A1)
X
Neem bij het naslijpen van de stempel de
volgende hoekwaarden in acht:
N 700
(2A1)
Staal tot
400 N/mm
5°
1x45°
1x45°
LET OP
Materiële schade door te kort gesle-
pen stempels
Botsing van stempel en matrijs
Houd bij het naslijpen de minimum-
u
lengte van de stempel in acht.
Vervang te kort geslepen stempels.
u
Slijp de kopse kant van de stempel.
u
u Koel de stempel tijdens het slijpen.
Trek de snijkant lichtjes af met een fijne
u
oliesteen.
N 1000
(3B1)
89 mm
N 1000
(3B1)
Staal hoger
dan
2
400 N/mm
10° 10°
8°
1x45°
3
NL
2
69