handleiding
voor het gebruik en het onderhoud serie MEC, STAR
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD
2.0 - VERPAKKING, OPSLAG, HANTERING EN TRANSPORT
2.1
VERPAKKING
De roterende vacuümpompen met schoepen worden onverpakt geleverd. Op aanvraag zijn verpakkingen mogelijk, zoals:
houten pallet en krimpfolie,
•
houten kist en krimpfolie voor verzendingen per lucht of overzee;
•
2.2
OPSLAG
Voor een correcte bewaring van de roterende vacuümpomp met schoepen, moet deze opgeslagen worden:
op een overdekte plaats, afgeschermd van ongunstige weersomstandigheden;
•
in horizontale positie en steunend op de vier voeten.
•
De roterende vacuümpompen met schoepen worden in de testfase gesmeerd in onze fabriek met een welbepaalde olie die de
verschillende interne onderdelen voor ongeveer 6 maanden smeert. In geval van een volgende opslag wordt aangeraden de binnenkant
te spoelen met nafta en olie (zoals aangegeven in de handleiding).
2.3
HANTERING EN TRANSPORT
Massa van de roterende vacuümpompen met schoepen: (zie bijgevoegde technische gegevens).
De roterende vacuümpomp met schoepen moet:
• Bevestigd worden met metalen haak in de grijpopening, of een riem;
• Opgetild worden met een heftruck (indien op pallet), een loopkraan of kraan.
• De pompen MEC 1000/1600 moeten geheven worden met een hijsoog 1/4" gas die ingebracht wordt in de
plaats van de oliekraa
De roterende vacuümpomp met schoepen wordt geleverd met aparte bescherming, conform de CE-richtlijn, die door de installateur
gemonteerd moet worden met de meegeleverde schroeven.
3.0 - ASSEMBLAGE, MONTAGE, INSTALLATIE, DEMONTAGE, HERMONTAGE
De procedures betreffende de roterende vacuümpompen met schoepen, versie .../G en .../GA worden beschreven in de handleiding
van de eenheid GARDA/GARDA EVO
Tijdens de handelingen voor het onderhoud, de inspecties, controles en reparaties, wordt aangeraden de persoonlijke
beschermingen te gebruiken die opgesomd worden in deze handleiding.
Alle handelingen voor het onderhoud, de inspecties, controles en reparaties moeten met de grootste zorg uitgevoerd
worden, met uitgeschakelde trekker en losgekoppelde aftakas.
Het is noodzakelijk te insijpelen van vloeistof in de roterende vacuümpompen met schoepen te voorkomen.
Het insijpelen van vloeistof veroorzaakt de breuk van de schoepen en derhalve van de rotor.
Het is dus noodzakelijk de installatie te voorzien van een overloopklep "3" en een veiligheidsklep "2" tussen de
roterende vacuümpomp met schoepen en de vatwagen
(zie figuur 1).
3.1 INSTALLATIESCHEMA
9 8
9
7
7
pag. 204
5
3
8
5
3
4
4
7 6
7
6
2
1 - Pomp
2
2 - Secundaire klep
3 - Primaire klep
4 - Geluidsdemper
5 - Gemotoriseerde koppeling
6 - Draaikoppeling
7 - Afsluiter
1
8 - Overdrukklep
1
9 - Regelklep vacuüm
Figuur 1