• WEGNEMEN VAN DE DRUK. Na afloop van een sluitmanoeuvre blijft de
motor de deur nog even "voortduwen", nadat de deur helemaal gesloten is,
om zeker van een perfecte sluiting te zijn. Onmiddellijk daarna zorgt de functie
"wegnemen van de druk" voor een zeer korte terugloop aan om de door de
motor op de deur uitgeoefende druk te verminderen .
De waarden van deze functies kunnen op grond van de persoonlijke eisen
worden afgesteld; u gebruikt hiervoor onderstaande procedure en een zender
waarvan tenminste één toets reeds in het geheugen van de besturingseenheid
is opgeslagen .
N.B. – Telkens wanneer u bij het uitvoeren van de procedure op een toets
drukt, zal het knipperlicht één maal knipperen.
01. Houd de toetsen "T1" en "T2" op de zender tenminste 5 seconden tege-
lijk ingedrukt en laat ze daarna los .
Op de besturingseenheid knipperen nu de twee leds (groen en rood) die
aangeven dat u de "programmering van de functies" bent binnengegaan
(de leds blijven gedurende de gehele procedure knipperen).
02. Druk 1 keer op de toets "P1" op de besturingseenheid (de rode led en de
groene beginnen te knipperen).
03. Kies daarna een van de vier beschikbare functies en houd op de zender
de toets die aan de uitgekozen functie gekoppeld is, tenminste 1 secon-
de ingedrukt (de groene led knippert het aantal keren dat gelijk is aan de
gekozen functie):
• Automatische sluiting = (druk op toets "T1")
• Snelheid van de manoeuvre = (druk op toets "T2")
• Gevoeligheid ten opzichte van obstakels = (druk op toets "T3")
• Wegnemen van de druk = (druk op toets "T4")
04. Kies tenslotte op basis van Tabel 4 de door u gewenste waarde die bij
deze functie staat en houd op de zender tenminste 1 seconde de toets
ingedrukt die aan de gewenste waarde is gekoppeld (de rode led knippert
het aantal keren dat gelijk is aan de gekozen waarde) .
05. Druk 1 keer op de toets "P1" op de besturingseenheid, om de procedure
te beëindigen.
Opmerkingen bij Tabel 4:
– Deze tabel geeft de waarden weer die voor elk van de 4 speciale functies
beschikbaar zijn alsook de daarmee overeenkomende toets waarop u op de
zender moet drukken om die bepaalde waarde te selecteren.
– De kleur grijs markeert de in de fabriek vastgestelde waarden.
AUTOMATISCH SLUITEN
Geen enkele sluiting —> (druk op toets "T1")
Sluiting na 15 seconden —> (druk op toets "T2")
Sluiting na 30 seconden —> (druk op toets "T3")
Sluiting na 60 seconden —> (druk op toets "T4")
SNELHEID VAN DE BEWEGING
Laag —> (druk op toets "T1")
Middellaag —> (druk op toets "T2")
Middelhoog —> (druk op toets "T3")
Hoog —> (druk op toets "T4")
GEVOELIGHEID TEN OPZICHTE VAN OBSTAKELS
Hoog —> (druk op toets "T1")
Middelhoog —> (druk op toets "T2")
Middellaag —> (druk op toets "T3")
Laag —> (druk op toets "T4")
WEGNEMEN VAN DE DRUK
Niet wegnemen —> (druk op toets"T1")
Minimum —> (druk op toets"T2")
Middenwaarde —> (druk op toets"T3")
Maximum —> (druk op toets"T4")
TABEL 4
11 – WISSEN VAN GEGEVENS UIT HET GEHEUGEN VAN DE
BESTURINGSEENHEID
Het is mogelijk de gegevens die zich in het geheugen van de besturingseenheid
bevinden, te wissen, waarbij u enkele gegevens of alle gegevens wist. Hiervoor
kunt u de volgende procedures gebruiken:
• Wissen van een instructie in een reeds in het geheugen opgeslagen zender
• Wissen van andere gegevens die in het geheugen van de besturingseenheid
zijn opgeslagen
Wissen van een instructie in een reeds in het geheugen opgeslagen
zender
Met onderstaande procedure is het mogelijk een afzonderlijke aan een toets op
de zender gekoppelde instructie uit het geheugen van de besturingseenheid
te wissen .
N.B. – Tijdens de procedure blijven de rode en de groene led ononderbroken
branden.
01. Houd de toets "P1" op de besturingseenheid langer dan 10 seconden
ingedrukt: eerst gaat de groene led branden, na 5 seconden gaat de rode
led aan en tenslotte beide, ten teken dat de besturingseenheid de modus
"wissen van het geheugen" is binnengegaan (LET OP! – laat toets "P1"
niet los!) .
02. Zonder toets "P1" los te laten, drukt u op de toets van de zender die u
wilt wissen: als de besturingseenheid deze handeling herkent, knippert de
groene led een maal kort en, pas nu, kan de toets "P1" en die op de zen-
der worden losgelaten
Wissen van andere gegevens die In het geheugen van de be stu-
ringseenheid zijn opgeslagen
Met onderstaande procedure is het mogelijk verschillende soorten opgeslagen
gegevens uit het geheugen van de besturingseenheid te wissen, zoals die in
Tabel 5 zijn weergegeven.
N.B. – Tijdens de procedure blijven de rode en de groene led ononderbroken
branden.
01. Houd de toets "P1" op de besturingseenheid langer dan 10 seconden
ingedrukt: eerst gaat de groene led branden, na 5 seconden gaat de rode
led aan en tenslotte beide, ten teken dat de besturingseenheid de modus
"wissen van het geheugen" is binnengegaan . Laat daarna de toets los .
02. Kies met behulp van Tabel 5 het type gegevens dat u wilt wissen en druk
net zo veel maal op toets "P1" als het aantal tussen haakjes aangeeft (tel-
kens als er op de toets "P1" wordt gedrukt, knippert de groene led één
maal).
03. Vijf seconden nadat er voor de laatste maal op toets "P1" is gedrukt gaan
beide leds (rood en groen), als het wissen tot een goed einde is gekomen,
snel knipperen (= geheugen gewist!) .
N.B. – Voordat wissing daadwerkelijk plaatsvindt, is er een marge van 5
seconden,waar u de genomen beslissing nog kunt terugdraaien; in die tijd
kunt u de procedure verlaten zonder enig gegeven te wissen door 5 maal
op de toets "P1" te drukken.
BELANGRIJK! – Na wissing van het "geheugen van de eindstanden bij "Slui-
ting" en "Opening" en van "het GEHELE geheugen", zal het nodig zijn de pro-
cedure 9.2 – Geheugenopslag van de standen van "Sluiting" en "Ope-
ning" opnieuw uit te voeren .
• Geheugen van de waarden van de optionele functies (= 1 maal drukken)
• Geheugen van de eindstanden bij "Sluiting" en "Opening (= 2 maal
drukken)
• Geheugen van de zenders (= 3 maal drukken)
• GEHELE geheugen (= 4 maal drukken) NB. – wist in één maal de drie
eerste geheugens
TABEL 5
Nederlands – 7