Meer informatie over DSP (surround) effecten
Advies
• Wanneer de Matrix 6.1 decoder werkt, zal de MATRIX indicator in het CinemaStation display oplichten. U ziet dan 6.1 naast de
DSP-programmanaam (bijv. Action 6.1). Matrix 6.1 verschijnt bij Dolby Digital en DTS geluidsvelden.
Opmerkingen
• Sommige Dolby Digital Surround EX en DTS ES disks bevatten geen signaal (flag) dat uw CinemaStation kan gebruiken voor
automatische herkenning. Om dat soort disks met 6.1-kanaals geluid af te spelen, drukt u op MATRIX 6.1 en selecteert dan
Matrix 6.1.
• In de onderstaande gevallen kan geen 6.1-kanaals geluid worden weergegeven, ook wanneer u op MATRIX 6.1 drukt.
–Als "* SUR." is ingesteld op "NON" in het SET MENU.
–Als het geluidseffect is ingesteld op "uit" (stereo-weergave).
–Als er een hoofdtelefoon is aangesloten.
–Als er een Dolby Digital KARAOKE bron wordt weergegeven.
–Als u een 5-kanaals stereo DSP-programma kiest.
• Als u uw CinemaStation uitschakelt en dan weer inschakelt, komt Matrix 6.1 op AUTO te staan.
66
AUTO:
Bij weergave van een 6.1-kanaals bron
(Dolby Digital Surround EX of DTS ES) zal
het geluid automatisch overschakelen naar
Dolby Digital plus Matrix 6.1 of DTS plus
Matrix 6.1 audio. Wanneer u een 5.1-kanaals
bron met deze instelling afspeelt, zal er geen
virtuele surround-achterluidspreker worden
gecreëerd.
MATRIX 6.1: Selecteer dit onderdeel om een 5.1-kanaals
bron met Matrix 6.1 weer te geven. Er wordt
nu geluid weergegeven via een virtuele
surround-achterluidspreker.
OFF:
De Matrix 6.1 decoder is niet ingeschakeld.
Wanneer u een Dolby Digital Surround EX of
DTS ES disk afspeelt, zal er geen geluid via
de virtuele surround-achterluidspreker
worden weergegeven.