Bubble test:
1. Instelling op de manometer controleren.
2. De Bubble-Test-slang in
de desbetreffende
testaansluiting (3) van de
meetinrichting steken.
3. Het andere uiteinde van
de Bubble-Test-slang (4)
in een met water gevuld
reservoir dompelen.
4. Het afsluitventiel van de
ademluchtvoorziening
langzaam openen. De
installatie spoelen
(perslucht laten
wegstromen).
Bij een regelmatig onderhouden installatie 2 tot 3 minuten
en bij andere installaties 5 tot 6 minuten spoelen.
5. De opstijgende luchtbellen tellen:
Op de testaansluiting voor CO
H
S en SO
worden er veel luchtbellen geproduceerd.
2
2
Wanneer er weinig of geen vorming van luchtbellen is,
moet het apparaat worden gereinigd, zie hoofdstuk 6
op pagina 127.
Bij een testaansluiting voor olie en H
vorming van luchtbellen (niet te tellen). Wanneer er
weinig of geen vorming van luchtbellen is, moet het ap-
paraat worden gereinigd, zie hoofdstuk 6 op
pagina 127.
Oil CO
CO H
O
2
2
3
4
, CO, nitreuze gassen,
2
O een zeer sterke
2
6. Het ventiel sluiten.
4.2
Buisje voorbereiden
1. Houdt u zich aan de instructies in de bijbehorende ge-
bruiksaanwijzing voor het betreffende buisje.
2. Breek beide uiteinden van
het buisje af. Gebruik
hiervoor de buisjesopener
en ga aan weerszijden als
volgt te werk:
3. Het buisje tot aan de
aanslag in het gat steken
en een- tot tweemaal
draaien (5). Het glas
wordt ingekrast.
4. Buisje naar de zijkant
kantelen (6). Het uiteinde
breekt vervolgens af en
valt in de afbreekvoorziening.
nl
Gebruik
5
6
119