Para-Urethrale Dissectie - Promedon Ophira Instrucciones De Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 14
Maak de patiënt duidelijk dat deze sling een permanent implantaat is en dat
de complicaties die kunnen optreden door de plaatsing van het implantaat
in sommige gevallen chirurgisch moeten worden hersteld.
In de volgende gevallen moet de patiënt onmiddellijk contact opnemen met
de chirurg:
• dysurie (pijn of moeite bij het plassen);
• vaginale pijn;
• koorts;
• de aanwezigheid van sereuze, bloedige of pussige afscheiding;
• bloedverlies of andere klachten.
CHIRURGISCHE PROCEDURE
Bereid de patiënt op de gebruikelijke manier voor op de ingreep en breng
een Foley-katheter van 16 Fr of 18 Fr in de urethra in.
De Ophira wordt onder lokale of regionale verdoving geïmplanteerd via
de vagina door middel van een enkele vaginale incisie, en vervolgens
vastgehecht aan de musculus obturatorius internus ter hoogte van de
tendineum boog. Overweeg het toedienen van antibiotische profylaxe
volgens de procedure die is goedgekeurd door het ziekenhuis.
Hieronder wordt de enkele-incisietechniek stapsgewijs samengevat:
1. MIDDELLIJNCOLPOTOMIE
Maak op 1 cm afstand van de urinebuis een sagittale incisie met een lengte
van 1,5 cm.

2. PARA-URETHRALE DISSECTIE

Dissecteer de vaginawand vanaf de incisie tot aan de ramus superior van het
schaambeen in de richting van de homolaterale schouder, zonder daarbij de
endopelvische fascie te perforeren. Maak de vaginale dissectie niet groter
dan nodig is voor een tunnel waar het uitschuifbare inbrenghulpmiddel
doorheen past.
3. PLAATSING VAN DE MINISLING
Schuif de knop op het uitschuifbare inbrenghulpmiddel naar voren en steek
de punt in de opening aan het uiteinde van de minisling.
Breng het uitschuifbare inbrenghulpmiddel met de minisling in via de
vaginale incisie, begeleid door de vinger van de chirurg. Deze vinger was
eerder op de vaginale fornix geplaatst om perforatie van de vaginawand te
voorkomen.
Zodra het uitschuifbare inbrenghulpmiddel de ramus superior van het
schaambeen raakt, bevindt deze zich achter het bot en is de endopelvische
fascie tot aan 1 cm boven de vaginale fornix (tendineuze boog)
geperforeerd.
Gebruik de volgende anatomische referentiepunten voor het inbrengen van
de Ophira:
1- Trek een horizontale lijn halverwege tussen de urinebuis en de clitoris.
2- Bepaal waar de genitofemoralis plooi zich bevindt.
3- Het punt waar de twee bovengenoemde referentiepunten elkaar snijden,
dient voor beide zijden van de patiënt als referentiepunt voor het inbrengen.
Let op: breng het uitschuifbare inbrenghulpmiddel niet in via een hoger
traject, om te voorkomen dat de aanbevolen verankeringsdiepte niet wordt
bereikt door weerstand van het schaambeen.
De arm van de minisling wordt vastgehecht aan de musculus
obturatorius internus ter hoogte van de tendineum boog. Wanneer de
middelpuntmarkering op het suburethrale gaas zichtbaar is onder de
ipsilaterale zijde van de vaginale incisie, heeft de eerste verankeringsarm de
juiste inbrengdiepte bereikt.
Schuif de knop op het uitschuifbare inbrenghulpmiddel naar achteren om
de minisling los te laten zodra deze tot aan de helft (middelpuntmarkering)
is ingebracht.
Herhaal deze stappen aan de andere zijde. De inbrengdiepte van de tweede
verankeringsarm wordt bepaald door middel van het inbrengen van een
instrument waarmee wordt gecontroleerd of de urethra niet onder spanning
staat. Stresstest: houd het uitschuifbare inbrenghulpmiddel op zijn plaats,
vul de blaas met 200 ml zoutoplossing en voer de stresstest uit. Breng de
minisling verder in met behulp van het uitschuifbare inbrenghulpmiddel als
de patiënt nog steeds urine verliest. Trek het hechtdraad dat is bevestigd
aan een van de armen van de minisling langzaam aan om de minisling weer
terug te trekken of de spanning op de minisling te verlagen.
Schuif de knop op het uitschuifbare inbrenghulpmiddel direct na het
aanpassen van de inbrengdiepte naar achteren om deze los te maken
en te verwijderen. Verwijder vervolgens de blauwe hechtdraden die zijn
gebruikt voor het afstellen. Hecht ten slotte de vaginale incisie volgens de
gebruikelijke methode, zodat het polypropyleengaas volledig wordt bedekt
door voldoende epitheelweefsel om te voorkomen dat het gaas bloot komt
te liggen.
De chirurg kan naar eigen inzicht vormgeven aan de postoperatieve zorg en
behandeling.
74
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

S-38-afDpn-mn

Tabla de contenido