3.6) Beschrijving van de elektrische aansluitingen
In deze paragraaf vindt u een beknopte beschrijving van de elektri-
sche aansluitingen; verdere informatie in paragraaf "7.3 Bijplaatsen
of wegnemen van inrichtingen".
FLASH: uitgang voor één of twee knipperlichten van het type
"LUCYB" of dergelijke met één enkele lamp 12V van maximaal 21W.
S.C.A.: uitgang "Controlelampje Poort Open"; het is mogelijk hierop
een signaleringslamp van 24V en maximaal 4W aan te sluiten. Deze
uitgang kan ook voor andere functies geprogrammeerd worden; zie
paragraaf "7.2.3 Functies tweede niveau".
BLUEBUS: op dit klemmetje kunnen compatibele inrichtingen aan-
gesloten worden; ze worden allemaal parallel aangesloten met twee
draden waarover zowel de elektrische stroomvoorziening als de
communicatiesignalen lopen. Verdere informatie over BlueBUS vindt
u in paragraaf "7.3.1 BlueBUS".
STOP: ingang voor inrichtingen die de lopende manoeuvre kunnen
blokkeren of eventueel kunnen onderbreken; door het uitvoeren van
4) Eindcontroles en start
Alvorens met de fase van eindcontroles en de start van de automatisering te beginnen is het raadzaam de wagen los te haken en de vleu-
gel halverwege te zetten zodat deze vrijelijk zowel open als dicht kan gaan.
4.1) Keuze van de richting
Afhankelijk van de plaats van de reductiemotor ten opzichte van de
vleugel dient u de richting voor de openingsmanoeuvre te kiezen;
indien de vleugel om open te gaan naar links moet bewegen, dient
u de keuzeschakelaar naar links te verschuiven zoals op afbeelding
18 te zien is, als de vleugel om open te gaan naar rechts moet bewe-
gen dient u de keuzeschakelaar naar rechts te verplaatsen zoals u
op afbeelding 19 kunt zien.
4.2) Aansluiting op de stroomvoorziening
!
De aansluiting van de stroomvoorziening naar de
ROBUS dient door ervaren, deskundig personeel in het
bezit van de vereiste kenmerken uitgevoerd te worden
onder volledige inachtneming van wetten, voorschriften
en reglementen.
Zodra de ROBUS onder spanning staat, is het raadzaam enkele
eenvoudige controles uit te voeren:
1. Controleer dat het ledlampje BlueBUS regelmatig knippert met
een frequentie van één knippering per seconde.
2. Controleer of de ledlampjes op de fotocellen (zowel op TX als op
RX) knipperen; het is niet van belang hoe ze knipperen want dat
hangt van andere factoren af.
4.3) Herkennen van de inrichtingen
Nadat de installatie van stroom is voorzien dient de besturingseenheid de op de ingangen BlueBUS en STOP aangesloten inrichtingen te her-
kennen. Voor deze fase knipperen de ledlampjes L1 en L2 om aan te geven dat de procedure voor het herkennen van de inrichtingen moet
worden uitgevoerd.
1. Druk op de toetsen [▲] en [Set] en houd die ingedrukt
2. Laat de toetsen los wanneer de ledlampjes L1 en L2 heel snel beginnen te knipperen (na ongeveer 3s)
3. Wacht een paar seconden totdat de besturingseenheid gereed is met het herkennen van de inrichtingen
4. Nadat de inrichtingen herkend zijn moet het ledlampje STOP blijven branden; de ledlampjes L1 en L2 zullen
uit gaan (eventueel zullen de ledlampjes L3 en L4 beginnen te knipperen)
De fase van het herkennen van aangesloten inrichtingenkan op elk gewenst moment herhaald worden ook na de installatie, bijvoorbeeld als
er een inrichting toegevoegd mocht worden; voor het uitvoeren van een nieuwe herkenningsprocedure gelieve u paragraaf "7.3.6 Herkennen
van andere inrichtingen" te raadplegen.
166
de juiste handelingen kunt u op de ingang STOP contacten van het
type "Normaal Gesloten", type "Normaal Open" of inrichtingen met
een constante weerstand aansluiten. Meer informatie over STOP
vindt u in paragraaf "7.3.2 Ingang STOP".
P.P.: ingang voor inrichtingen die de manoeuvre in de modus Stap-
voor-Stap aansturen; het is mogelijk contacten van het type "Nor-
maal Open" aan te sluiten.
OPEN: ingang voor inrichtingen die alleen de openingsmanoeuvre
aansturen; het is mogelijk contacten van het type "Normaal Open"
aan te sluiten.
CLOSE: ingang voor inrichtingen die alleen de sluitmanoeuvre aan-
sturen; het is mogelijk contacten van het type "Normaal Open" aan
te sluiten.
ANTENNA: ingang voor aansluiting van de antenne voor de radio-
ontvanger. (De antenne is in LUCY B ingebouwd).
18
19
3. Controleer of het knipperlicht dat op de uitgang FLASH is aange-
sloten en het controlelampje dat op de uitgang S.C.A. is aange-
sloten, uit zijn
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de stroomtoevoer naar
de besturingseenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen
nauwkeuriger te controleren.
Meer nuttige informatie voor het opsporen van storingen vindt u in
paragraaf "7.6 Oplossing van problemen"
20