Onderhoud en verzorging
9.2
Apparaat en maaiwerk reinigen
LET OP! Gevaar door water. Water in het ap-
paraat leidt tot kortsluitingen en vernieling van de
elektrische onderdelen.
■
Spuit het apparaat niet met water af.
■
Gebruik voor het reinigen uitsluitend een
handveger of en borstel.
1. Stop de motor.
2. Accu's verwijderen.
3. Grasopvangbak loshaken.
4. Apparaat kantelen en maaiwerk reinigen.
9.3
Messen controleren en vernieuwen
WAARSCHUWING! Ernstig letsel door
wegslingerende mesdelen. Een versleten, ge-
broken of beschadigd snijmes kan breken en de-
len ervan kunnen veranderen in gevaarlijke pro-
jectielen.
■
Controleer het snijmes regelmatig op bescha-
digingen.
■
Gebruik de grasmaaier niet als het snijmes
versleten of beschadigd is.
■
Laat botte of beschadigde snijmessen alleen
door een AL-KO service centre of door een
geautoriseerd gespecialiseerd bedrijf slijpen
of vernieuwen.
■
Om trillingen te voorkomen, moeten het snij-
mes en de messchroef altijd samen worden
vervangen.
■
Opnieuw geslepen messen moeten uitgeba-
lanceerd worden. Niet-uitgebalanceerde
messen leiden tot hevige trillingen en be-
schadigen het apparaat.
9.4
Bowdenkabel van de wielaandrijving
afstellen (17)
De bowdenkabel van de wielaandrijving rekt na
een tijdje uit. Als de wielaandrijving bij een draai-
ende motor niet meer kan worden ingeschakeld,
is de bowdenkabel te lang geworden en moet hij
aangespannen worden.
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel.
Scherpe en draaiende onderdelen (bijv. mes) en
een plots startende grasmaaier kunnen letsel ver-
oorzaken.
■
Stel de bowdenkabel alleen af bij uitgescha-
kelde motor en stilstaand maaiwerk.
1. Voeding uitschakelen en accu´s uittrekken
(zie Hoofdstuk 6.3 "Voeding van het maai-
werk in- en uitschakelen (06)", pagina 51).
495504_a
2. Versteller (17/1) van de bowdenkabel (17/2)
in pijlrichting draaien, dit is linksom, tot de
bowdenkabel strak getrokken is tussen de
versnellingshendel (17/3) en de blokkering
(17/4).
3. Toestand bowdenkabel controleren: apparaat
inschakelen, motor starten en proberen de
wielaandrijving in te schakelen.
4. Als de wielaandrijving niet inschakelt: de hier-
boven vermelde stappen herhalen.
Als het instellen van de bowdenkabel niet suc-
cesvol is: Ga naar een servicepunt van de fabri-
kant.
9.5
Reparatiewerkzaamheden
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel bij
reparatiewerkzaamheden. Ondeskundige repa-
raties kunnen ernstig letsel en schade aan het
apparaat veroorzaken.
■
Laat reparatiewerkzaamheden alleen uitvoe-
ren door servicepunten van de fabrikant of
door geautoriseerde gespecialiseerde bedrij-
ven!
Ga in de volgende gevallen naar een servicepunt
van de fabrikant:
■
Motor start niet meer.
■
Apparaat is tegen een obstakel aan gereden.
■
Mes en/of motoras zijn verbogen.
■
Apparaat trilt en draait onrustig.
■
Accu´s zijn leeggelopen of beschadigd.
9.6
USB-interface (18)
De USB-interface (18/1) is aan alle in deze hand-
leiding beschreven grasmaaiers aanwezig, echter
alleen voor de smarte grasmaaiers voor soft-
wareupdates te gebruiken. Hij is niet geschikt om
de accu´s op te laden.
LET OP! Gevaar voor beschadiging van het
apparaat. De accu´s van mobiele apparatuur
(bijv. smartphones) worden vernield als ze op de
USB-interface worden aangesloten.
■
Sluit geen mobiele apparaten met accu op
deze interface aan.
NL
55