NL
1. Hendel (07/1) om te ontgrendelen iets naar
buiten drukken (07/a) en vasthouden.
■
Duw voor laag gras de hendel in de rich-
ting van het voorwiel (07/b).
■
Duw voor hoger gras de hendel in de
richting van het achterwiel (07/b).
2. Hendel loslaten totdat hij in de gewenste
stand wordt vergrendeld.
7.2
Maaien met de grasopvangbak (08, 09)
Het apparaat kan worden gebruikt met of zonder
grasopvangbak.
Grasopvangbak ophangen
1. Controleren dat het apparaat uitgeschakeld is
en het maaiwerk gestopt is.
2. Klep (08/1) optillen (08/a).
3. Grasopvangbak (08/2) in de houders hangen
(08/b).
4. Klep loslaten.
Vulniveau controleren
De niveau-indicator (09/1) wordt door de lucht-
stroom tijdens het maaien naar boven geduwd
(09/a). Als de grasopvangbak (09/2) vol is, ligt de
vulpeilweergave tegen de grasopvangbak aan
(09/b). De grasopvangbak moet worden geleegd.
De grasopvangbak loshaken en legen
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel.
Gevaar voor snijletsel bij het grijpen in het draai-
ende maaimechanisme.
■
Verwijder de grasopvangbak alleen als het
maaiwerk stilstaat.
1. Controleren dat het apparaat uitgeschakeld is
en het maaiwerk gestopt is.
2. Klep (08/1) optillen.
3. Grasopvangbak (08/2) uit de houders tillen
en naar achteren toe wegnemen.
4. Leeg de grasopvangbak.
5. Uitblaasopeningen (08/3) van de vulpeilweer-
gave reinigen.
6. Grasopvangbak ophangen (zie boven).
7.3
Mulchen met het mulchinzetstuk (10,
11)*
* afhankelijk van het model, zie montagehandlei-
ding.
Bij het mulchen wordt het gemaaid materiaal niet
verzameld, maar blijft het versnipperd op het ga-
zon achter. Het mulchmaaisel voedt de bodem
en beschermt tegen uitdrogen. De beste resulta-
52
ten worden geboekt wanneer regelmatig ong. 2
cm worden weggemaaid. Alleen jonge gras-
scheuten met zacht bladweefsel rotten snel.
■
Grashoogte voor het mulchen: max. 8 cm
■
Grashoogte na het mulchen: max. 4 cm
OPMERKING De snelheid aan het mulchen
aanpassen, niet te snel stappen.
Mulchinzetstuk bevestigen
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel.
Gevaar voor snijletsel bij het grijpen in het draai-
ende maaimechanisme.
■
Schakel het apparaat uit en trek de veilig-
heidssleutel uit het apparaat, voordat u het
mulchinzetstuk plaatst resp. verwijdert.
1. Apparaat uitschakelen: Veiligheidssleutel
naar de stand Off (pos. 0) draaien en uitne-
men.
2. Grasopvangbak loshaken.
3. Til de stootklep (10/1) op en plaats het mul-
chinzetstuk (10/2) in het uitwerpkanaal (10/3)
(10/a). Het geheel moet hoorbaar vastklik-
ken.
LET OP! Gevaar voor beschadiging van het
apparaat. Als het mulchinzetstuk niet vastklikt,
kunnen mulchinzetstuk en maaiwerk worden be-
schadigd.
■
Let erop dat de vergrendeling vastklikt.
Mulchinzetstuk verwijderen
1. Apparaat uitschakelen: Veiligheidssleutel
naar de stand Off (pos. 0) draaien en uitne-
men.
2. Scherm optillen.
3. Maak de vergrendeling (11/1) van het mul-
chinzetstuk (11/a) los.
4. Trek het mulchinzetstuk (11/2) uit het appa-
raat (11/b).
7.4
Maaien met zijuitworp (12)*
* afhankelijk van het model, zie montagehandlei-
ding.
VOORZICHTIG! Gevaar voor snijletsel.
Gevaar voor snijletsel bij het grijpen in het draai-
ende maaiwerk.
■
Bevestig of verwijder het inzetstuk voor zijde-
lingse uitworp alleen wanneer motor en maai-
werk gestopt zijn.
Bediening
495504_a