worden uitgevoerd.
-
De lasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op
een voedingssysteem met een neutraalgeleider
verbonden met de aarde.
-
Controleren dat het stopcontact van de elektrische
voeding met de beschermende aarde is verbonden.
-
Het apparaat niet in een vochtige of natte omgeving of in
de regen gebruiken.
-
Geen kabels met slijtage- of ouderdomsverschijnselen
of met loszittende contacten gebruiken.
-
Niet lassen op houders, containers of buizen die
ontvlambare stoffen of brandstoffen in vloeibare vorm of
als gas hebben bevat.
-
G e e n w e r k z a a m h e d e n u i t v o e r e n o p m e t
chloorhoudende oplosmiddelen schoongemaakte
oppervlakken of in de nabijheid van dergelijke
oplosmiddelen.
-
Niet lassen op bakken onder druk.
-
In de nabijheid van de boog dient voor een goede
ventilatie of adekwate apparatuur voor de afvoer van de
lasdampen te worden gezorgd
-
De ogen door middel van niet-actinische glazen, zoals
die gemonteerd op laskappen en -brillen, beschermen.
-
Draag beschermende handschoenen en -kledij en
vermijd blootstelling van de huid aan de door de
vlamboog geproduceerde ultraviolette stralen
-
De machine niet gebruiken om de leidingen te
ontdooien.
-
De machine op een horizontaal vlak doen steunen om
omkanteling te vermijden.
ALGEMENE INFORMATIE
De modell een en transistorbrug (IGBT) gecontroleerde,
constante stroom gelijkrichter voor het booglassen, met
karakteristieke gebruiksfrequentie van 32 kHz.
De specifieke kenmerken van dit afstelsysteem
(INVERTER), zoals hoge snelheid en de precisie van de
afstelling, garanderen een uitmuntende laskwaliteit van het
apparaat met elk type mantelelektroden en tijdens het TIG
lassen (gelijkstroom).
De afstelling aan de ingang van de (primaire)
voedingsspanning met het "inverter" systeem draagt tevens
bij aan een drastische reduktie van het volume van zowel de
transformator als de afvlakreactantie, hetgeen de
constructie van een apparaat van uiterst kleine omvang en
g e r i n g g e w i c h t , d i e d e d r a a g b a a r h e i d s - e n
verplaatsbaarheidskarakteristieken extra benadrukken,
mogelijk maakt.
De machine bestaat voornamelijk uit een, voor een
maximale betrouwbaarheid en beperkt onderhoud
geoptimaliseerde en op een voorgedrukt circuit
gemonteerde, kracht- en regel/controlemodule.
BLOKSCHEMA
Beschrijving
1 - Ingang van de enkelfasige netvoeding, de gelijkrichter
en afvlakcondensators.
Fig. A
2 - Transistorschakelbrug (IGBT) en stuurtrappen; zet
de gelijkgerichtenetspanning om in hoge frequentie
w i s s e l s p a n n i n g ( k a r a k t e r i s t i e k 8 5 k H z ) e n
regelt het vermogen afhankelijk van de voor het lassen
noodzakelijke stroom / spanning.
3 - Hoogfrequentietransformator;
De eerste wikkeling wordt door de van blok 2 afkomstige
omgezette spanning gevoed; deze dient om de spanning
aan de waarden noodzakelijk voor de booglasoperaties
aan te passen en tegelijkertijd om het lascircuit op
galvanische wijze van de voedingsspanning te isoleren.
4 - Secundaire gelijkrichtbrug met afvlakinductantie;
zet de
door de secundaire wikkeling geleverde
spanning / stroom om in gelijkstroom / spanning met
uiterst lage golving.
5 - Controle- en regelelektronica; meet continu de
w a a r d e v a n d e l a s s t r o o m t r a n s i s t o r s e n
vergelijkt deze met de door de gebruiker ingestelde
waarde; moduleert de bedieningsimpulsen van de
stuurtrappen van de POWER MOS die voor de regeling
zorgen.
Bepaalt de dynamische reaktie van de stroom tijdens het
smelten van de elektrode (onmiddellijke kortsluiting), en
oefent controle uit op de beveiligingssystemen.
V E R B I N D I N G S - ,
WAARSCHUWINGSONDERDELEN
Achterpaneel
1 - Met EEG stekker 2p + ( PE ) uitgeruste
voedingskabel.
Bij modellen 170 - 200 wordt de kabel zonder stekker
geleverd.
2 - Hoofdschakelaar O/OFF - I/ON (verlicht)
Frontpaneel
1- Positieve snelverbinding (+) voor aansluiting van de
laskabel.
2- Negatieve snelverbinding (-) voor aansluiting van de
laskabel.
3- Potentiometer voor de afstelling van de lasstroom, met
in Ampères aangegeven schaalverdeling; de regeling
kan ook tijdens het lassen worden veranderd.
VOORPANEEL
4- Geel controlelampje: deze gaat branden als de
lasstroom wordt geblokkeerd om een van de volgende
redenen:
- Thermische beveiliging: in de machine heeft zich een
te hoge temperatuur ontwikkeld. De machine blijft
aanstaan zonder dat er stroom wordt toegevoerd,
totdat de normale temperatuur weer bereikt is. De
herstelprocedure wordt automatisch uitgevoerd.
- Beveiliging tegen over- en onderspanning van de
leiding: de machine wordt geblokkeerd als de spanning
op de leiding te hoog of te laag is.
- Beveiliging tegen kortsluiting: er heeft zich een
kortsluiting voorgedaan van meer dan 1,5 seconde
(vastgeplakte elektrode) en de machine wordt
geblokkeerd. De herstelprocedure wordt automatisch
uitgevoerd.
5 - Selectietoets functies: staat toe de dynamica van de
machine in te stellen:
1- stand TIG, voor het TIG-lassen met trapsgewijze
ontsteking, staat een maximum stabiliteit van de
boogstroom toe.
2- stand HARD, om een lasdynamica te bekomen die
- 13 -
R E G E L -
Fig. B
Fig. C
E N