96
4. GEBRUIKSVOORWAARDEN
Motorbediende veegmachines mogen uitsluitend
gebruikt worden door ervaren en bevoegd
personeel.
TOEGESTANE GEBRUIKSVOORWAARDEN
• De motorbediende veegmachine 191 D - 191 E mag ge-
bruikt worden voor het opvegen van afval van machinewerk,
stof en vuilresten in het algemeen, op elke vlakke, harde,
vrij regelmatige ondergrond zoals b.v. cement, asfalt,
gres, keramiek, hout, staalplaat, marmer, kunststof en
rubbervloeren, oneffen of glad, synthetische en kortharige
vloerbedekking, binnen en buiten.
VERBODEN GEBRUIKSVOORWAARDEN
• De motorbediende veegmachine 191 D mag niet gebruikt
worden op hellingen van meer dan 18%.
• De motorbediende veegmachine 191 E mag niet gebruikt
worden op hellingen van meer dan 16%.
• Ze mag niet gebruikt worden terwijl de container meer dan
2% is opgetild.
• Ze mag niet gebruikt worden in een omgeving met ontplof-
baar of brandbaar materiaal.
• Ze mag niet gebruikt worden op onverharde, moeilijk be-
rijdbare wegen of kiezelpaden.
• Ze mag geen olie, giftige stoffen of chemicaliën in het
algemeen opvegen (voor gebruik in chemische bedrijven
dient specifiek toestemming te worden aangevraagd bij de
verkoper of fabrikant).
• Ze mag niet gebruikt worden op wegen in de bebouwde
kom of buiten de stad of op andere openbare wegen, indien
het niet een goedgekeurde machineuitvoering betreft.
• Ze mag niet gesleept worden, noch op particuliere grond,
noch op openbare grond of wegen. Ze mag niet gebruikt
worden om sneeuw te ruimen en om natte of zeer voch-
tige oppervlakken te reinigen of te ontvetten.
• Ze mag niet gebruikt worden in spinnerijen of bedrij-
ven waar draadvormig materiaal wordt gefabriceerd,
aangezien de aard van het op te vegen materiaal niet
compatibel is met de rotatie van de borstels.
• Er mogen absoluut geen voorwerpen op gelegd worden en
de machine mag ook niet gebruikt worden als verhoging
om op te gaan zitten.
NL