7.3 Geen systeembewaking
In deze modus wordt de smeercyclus uitsluitend
door de vooraf ingestelde waarden voor PAUZE
en CONTACT bestuurd.
De bewaking moet uitgeschakeld
worden. COP = OFF
Systeemstoringen worden niet
automatisch onderscheiden of
weergegeven.
7.4 Met systeembewaking
In deze modus volgt bijkomend een bewaking van
de systeemfuncties door externe schakelaars.
Bewaakt kunnen worden:
•
het niveau in de smeerstoftank
•
de werking van de progressieve verdeler door
een cyclusschakelaar
Bedrijfsstoringen worden automatisch
onderscheiden en weergegeven.
De bewaking is ingeschakeld. COP=CS
7.5 Niveaucontrole
Een geïnstalleerde niveaucontrole is
steeds actief.
Indien er in de smeerstoftank beneden het mini-
mumniveau gebleven wordt, wordt de smeercyclus
gestopt en verschijnt er een foutmelding op het
display.
Afbeelding 14
Foutmelding
FLL:
fault low level
(fout: te gering niveau)
Bij een geïnstalleerde signaallamp L1
flitst deze signaallamp aan.
Een achteraf doorgevoerde ombouw van
een aggregaat van de modus „zonder
niveaucontrole" naar de modus „met
niveaucontrole" is uitsluitend in de fabriek
mogelijk. Het aggregaat moet naar de fabrikant
verzonden worden.
Pagina 32
Inhoud
Hoofdstuk
7
Gebruiksaanwijzing KFG, KFGS