w-MEXT
3.
Controleer of de automatische schakelaars van de ventilatoren, de
verwarmingselementen (indien aanwezig) en de bevochtiger (indien aanwezig) op
de OFF stand staan.
4.
Zet de magnetische voedingsschakelaar van de hulpcircuits op de ON stand.
5.
Raadpleeg het "elektrische schema" om deze schakelaar te lokaliseren.
6.
Doe het inwendige deurtje van de schakelkast dicht, doe het hoofdpaneel dicht en
zet de elektrische deurvergrendelingsschakelaar op de ON stand.
7.
Als de handelingen op de juiste manier verricht zijn moet het display van de
microprocessor aan zijn.
DISPLAY MICROPROCESSOR
INFORMATIE
Tijdens deze fase signaleert de microprocessor de aanwezigheid van
alarmen (oververhitting ventilatoren, bevochtiger (indien aanwezig),
geen stroming enz.) omdat sommige automatische schakelaars om
de off stand staan en enkele onderdelen niet actief zijn.
8.
Druk op de toets Alarmen om het geluidsalarm uit te schakelen.
3.2
GEBRUIKERSINTERFACE
3.2.1
GEBRUIKERSTERMINAL
De gebruikersinterface bestaat uit:
LCD-display van 132x64 pixels met achtergrondverlichting
6 toetsen met achtergrondverlichting.
De verbinding tussen de microprocessorkaart en de gebruikersinterface vindt plaats door
middel van een 4-polige telefoonkabel met RJ11 stekker.
De terminal wordt rechtstreeks via bovengenoemde kabel door de besturingskaart van
stroom voorzien.
3.2.2
ALGEMENE FUNCTIES VAN DE TOETSEN
Sleutel
Naam
[ALARM]
[PRG]
[ESC]
[UP]
[DOWN]
[ENTER]
Met toetsencombinaties is het mogelijk om specifieke functies te activeren.
Toetsen
Naam
[ALARM
+ PRG +
UP]
+
+
[ALARM
+ PRG +
DOWN]
+
+
[ALARM
+ ESC]
+
UM_w-MEXT_01_Z_10_20_ML
Beschrijving
Geeft de alarmen weer en herstelt de
normale toestand.
Hiermee is toegang tot het hoofdmenu
mogelijk.
Hiermee is het mogelijk om, als u zich in
de aanhefschermen bevindt, één niveau
in de boom van de schermen terug te
gaan of om naar het hoofdscherm terug
te gaan.
Hiermee is het mogelijk om in de
schermen te surfen en de waarden van
de besturingsparameters in te stellen.
Hiermee is het mogelijk om de
ingestelde gegevens te bevestigen.
Beschrijving
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Hiermee kan het displaycontrast
verhoogd of verlaagd worden.
Als het toetsenbord gedeeld is, is het
hiermee mogelijk om de weergave van
de schermen en de parameters te
switchen tussen de units die via LAN
verbonden zijn.
+
+
+
3.2.3
BEHEER VAN DE LEDS VAN DE TOETSEN
De leds van de toetsen gaan branden in de volgende gevallen.
Sleutel
4
INBEDRIJFSTELLING
4.1
INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT
De eerste inbedrijfstelling moet uitgevoerd worden door de gespecialiseerde technicus en
hierbij moeten de installateur en de vakbekwame bediener aanwezig zijn.
De gespecialiseerde technicus test de installatie waarbij hij de controles, de instellingen en
de eerste inbedrijfstelling verricht op basis van de procedures en competenties die onder
zijn bevoegdheid vallen.
De vakbekwame bediener moet vragen aan de gespecialiseerde technicus stellen om
gedegen kennis te verwerven om de controle- en gebruiksactiviteiten te vervullen die onder
zijn bevoegdheid vallen.
4.2
INBEDRIJFSTELLING
1.
Controle van vrije ruimten en veiligheidsafstanden.
2.
Controle en eventuele kalibratie van luchtstroom.
3.
Meting stroomverbruik ventilatoren door de waarden te vergelijken met wat in het
technische bulletin is vermeld
4.
Controle VOEDINGSSPANNING: Controleren of de netspanning binnen +/- 10% van
de nominale waarde van het apparaat is.
5.
Controle FASE-ONBALANS: De fase-onbalans controleren die niet groter mag zijn
dan 2%. Indien nodig contact opnemen met het elektriciteitsbedrijf om het euvel te
verhelpen.
5
WIJZE VAN GEBRUIK
5.1
VOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGEN VOOR
GEBRUIK
Bij dagelijks gebruik van de installatie is de aanwezigheid van de bediener niet vereist: hij
hoeft alleen in actie te komen om periodieke controles verrichten, in geval van nood en om
de inbedrijfstellings- en voorziene stopfases te laten plaatsvinden.
Indien deze handelingen regelmatig en constant uitgevoerd worden is het mogelijk om
duurzame gunstige prestaties van het apparaat en de installatie te bereiken.
INFORMATIE
Niet-inachtneming van de procedures kan de oorzaak zijn van een
slechte werking van het apparaat en de installatie in zijn geheel en
kan aantasting tot gevolg hebben.
5.2
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN
Hieronder worden de diverse bedieningselementen, de beschrijving en functie ervan
vermeld. Deze bedieningselementen zijn op de schakelkast aangebracht.
DEURBLOKKEERSCHAKELAAR
73
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands
Als deze toets 5 seconden lang
[UP +
ingedrukt gehouden wordt is het hiermee
ENTER +
mogelijk om het LAN adres van de
DOWN]
gebruikersterminal in te stellen.
Als de gebruikersterminal geadresseerd
[ALARM
is op 0, is het hiermee mogelijk om het
+ UP]
LAN-adres van de besturingskaart te
configureren.
Naam
Beschrijving
Continu in geval van alarm en
knipperend in geval van melding.
Zodra de [ALARM] toets ingedrukt wordt
[ALARM]
blijft de led constant branden.
Als er geen alarmen / signaleringen
actief zijn is de led uit.
[PRG]
Als de unit aan is (ventilatie ON).
[ESC]
Bij het aanzetten van de unit als er op
[UP]
een willekeurige toets wordt gedrukt of
als er een alarm / signalering actief is.
Gaat uit na 3 minuten absolute
inactiviteit van het toetsenbord van de
[ENTER]
gebruikersterminal.
[DOWN]