Stuv 21 Instrucciones De Uso página 64

Tabla de contenido
À proscrire
Les bois qui ont subi des traitements
chimiques, traverses de chemin de fer,
agglomérés qui encrassent rapidement
l'appareil et la cheminée et peuvent
produire des émanations toxiques.
Le hêtre (photo 3), le frêne
Des bois de chauffage à recommander :
ils sèchent vite et on en trouve
facilement. Ils doivent être stockés sous
abri immédiatement après avoir été
débités et refendus, sinon ils pourrissent
très vite et perdent leur pouvoir
calorifique. Ils sont faciles à allumer,
offrent des feux dynamiques et des
flammes très lumineuses.
Le chêne (photo 4)
C'est un excellent combustible, mais il
doit − contrairement aux autres bois −
rester non couvert pendant deux ans
pour que la pluie le débarrasse des tanins
qu'il contient ; ensuite, on l'entreposera
sous abri encore un an ou deux avant
de le brûler. Dans les petites branches, la
proportion d'aubier (qui brûle trop vite)
est importante. Il brûle lentement, offre
un feu calme et donne de belles braises.
Idéal pour faire un barbecue et pour
fonctionner à feu continu.
Le charme (photo 5), le merisier
(photo 6), les fruitiers
Excellents combustibles, mais rares.
Ce sont des bois durs. Ils offrent de
belles flammes, harmonieuses, calmes,
et donnent de belles braises. Idéal pour
faire un barbecue et pour effectuer un
feu continu.
Le bouleau (photo 7), le tilleul, le
marronnier, le peuplier, le robinier,
l'acacia
Ce sont des feuillus à bois tendre. Ils
offrent de belles flammes harmonieuses
mais vives, et peu de braises. Ils brûlent
vite : on les utilisera pour lancer (ou
relancer le feu).
S21-IME-6L
64
12-10
3
Niet gebruiken
Hout dat chemisch werd behandeld,
spoordwarsliggers, briketten, die het
toestel en de schoorsteen snel vervuilen
en giftige dampen kunnen afgeven.
Beuk (foto 3), es
Aan te bevelen stookhout : dit hout
droogt snel en is gemakkelijk te vinden.
Het moet onmiddellijk na het verzagen
en klieven worden opgeslagen op een
beschutte plaats, omdat het anders
heel snel rot en zijn calorisch vermogen
verliest. Het vat snel vuur, brandt
dynamisch en geeft heldere vlammen af.
Eik (foto 4)
Het is een uitstekende brandstof, maar in
tegenstelling tot de andere houtsoorten
moet eik twee jaar onafgedekt blijven.
De regen zorgt ervoor dat de tannines
eruit verdwijnen. Vervolgens wordt
het hout nog een of twee jaar beschut
opgeslagen voordat het als brandstof
kan dienen. In dunne takken is het
aandeel van spint (dat te snel opbrandt)
te groot. Eik brandt traag, zorgt voor
een rustig vuur en mooie gloeiende kool.
Ideaal voor de barbecue en voor continu
vuur.
Haagbeuk (foto 5), kerselaar (foto 6),
fruitbomen
Uitstekende brandstof, maar zeldzaam.
Het zijn harde houtsoorten. Zij zorgen
voor fraaie, harmonische en rustige
vlammen en leveren mooie gloeiende
kool op. Ideaal voor de barbecue en
voor continu vuur.
Berk (photo 7), linde, kastanje,
populier, robinia, acacia
Dit zijn loofbomen met zacht hout.
Zij zorgen voor fraaie, harmonische
maar felle vlammen en leveren weinig
gloeiende kool op. Ze verbranden snel :
ze worden gebruikt om het vuur aan te
maken (of aan te wakkeren).
4
Da evitare
Il legno che è stato sottoposto a
trattamenti chimici sporca rapidamente
monoblocco e canna fumaria, oltre a
disperdere gas nocivi nell'ambiente.
Il faggio (foto 3) e il frassino
Altamente consigliati come legna da
ardere. Seccano rapidamente e sono
facilmente reperibili. Devono essere
tenuti al riparo subito dopo essere
stati spaccati, altrimenti marciscono
rapidamente perdendo potere calorifico.
Bruciano facilmente e producono una
bella fiamma.
La quercia (foto 4)
È un eccellente combustibile ma, a
differenza degli altri tipi di legno, deve
restare allo scoperto per due anni
affinché la pioggia elimini il tannino che
contiene, quindi andrà messo al riparo
per un anno o due prima di bruciarlo.
Nei rami piccoli, la quantità di alburno
(che brucia rapidamente) è assai elevata.
Brucia lentamente a fuoco tranquillo
e con una bella brace. Indicato per
barbecue e per il funzionamento a fuoco
continuo.
Il carpine (foto 5), il ciliegio selvatico
e gli alberi da frutto
Sono ottimi combustibili ma piuttosto
rari. Sono costituiti da legno duro che
produce una bella fiamma e una bella
brace. Indicati per barbecue e per il
funzionamento a fuoco continuo.
La betulla (foto 7), il tiglio, il casta-
gno, il pioppo, la robinia e l'acacia
Sono alberi latifogli dal legno tenero.
Producono una bella fiamma viva ma
poche braci. Bruciano rapidamente. Si
utilizzano in genere per accendere il
fuoco o riattizzare la fiamma.
5
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido