5
: Bijkomen metalen platen met elektrode met kool. Overtrekken metalen
platen met gepaste elektrode.
6
: Intermitterend puntlassen voor verstellen op metalen platen met
gepaste elektrode.
De puntlasmachine regelt automatisch de tijd van het puntlassen in functie van de
gekozen dikte van de metalen plaat.
4- Selectietoets van het gebruikt werktuig
: Grijper met pneumatische aandrijving. Tegengesteld puntlassen van
metalen platen toegankelijk aan beide kanten met de maximum
prestaties die door de puntlasmachine kunnen bekomen worden.
: Grijper met pneumatische aandrijving. met lasstroom met pulsaties;
verbetert de capaciteit van het puntlassen op metalen platen met een
grote limiet van elasticiteit ofwel op metalen platen met bijzondere
beschermende folies. Het betreft metalen platen gebruikt in de
carrosserie van voertuigen van recente constructie.
0
: "Studder"-pistool wordt gebruikt in alle procedures die geselecteerd
kunnen worden met de toets (3).
7
&
: Grijper met manuele activering. Tegengesteld puntlassen van
metalen platen toegankelijk langs beide kanten.
(
: Air puller-pistool met pneumatische aandrijving. gebruikt voor het
bijkomen van deuken op de carrosserie van voertuigen.
)
: Pistool met dubbele punt. Gebruikt voor het puntlassen van metalen
platen toegankelijk langs beide kanten.
*
: Led van signalering "puntlasmachine in werking".
5-
+
6-
: Led van signalering thermische beveiliging.
Signaleert de blokkering van de puntlasmachine voor overtemperatuur
op de uitgangsbalken, laskabels, gebruikt werktuig, het herstel is
automatisch bij de terugkeer van de temperatuur binnen de toegestane
limieten.
,
7-
Leds van signalering netspanning:
-
: Lage netspanning (puntlasmachine ondervoed).
.
: Normale netspanning (puntlasmachine correct gevoed).
/
: Hoge netspanning (puntlasmachine overvoed).
OPGELET: In condities van een abnormale voeding, met verlichte leds van over- of
onderspanning en intermitterende biep, raadt men aan de puntlasmachine uit te
schakelen teneinde schade aan de machine zelf te voorkomen.
4.2 PROGRAMMERING VAN DE STROOM (VAN HET PUNTLASSEN)
Staat toe de in de fabriek geprogrammeerde waarde van de stroom (5kA), geschikt voor
een geïnstalleerd vermogen van 10 kW te wijzigen .
OPGELET; BELANGRIJK: DE TABEL 1 geeft de overeenstemming tussen de
geselecteerde stroom en het minimum netvermogen, dat beschikbaar moet zijn
op de plaats van installatie (geïnstalleerd vermogen), teneinde de mogelijkheid van
een ontijdige ingreep van de bescherming van de lijn te voorkomen.
Men raadt aan de aanpassing van de programmering uit te voeren zowel ingeval de
waarde van "default" onvoldoende blijkt te zijn voor een optimale uitvoering van de punt
met de geselecteerde dikte (de overeenstemmende led knippert), als, wanneer het
geïnstalleerd vermogen compatibel is, waarbij de waarde van 7kA geselecteerd
wordt en dus een grotere operatieve veiligheid in alle toepassingen gegarandeerd is.
De programmering met lagere waarden van stroom beperkt bijgevolg de maximum
dikte die gelast kan worden.
4.2.1 Procedure
- De toets "2" indrukken gedurende een tijd langer dan 5 seconden~ : de numerieke
schaal aan het rechter uiteinde van het bedieningspaneel ("power") neemt de
waarde in " kA" ( van 3 kA tot 7kA).
- Vervolgens de toets "1" indrukken om de stroom te selecteren die men wenst te
programmeren (aangaan van de overeenstemmende led).
- De toets "2" indrukken gedurende een tijd langer dan 5 seconden~ : de
geselecteerde stroom is opgeslagen; de toets "1" en de desbetreffende schaal
keren terug naar de basisfunctie (correctie tijd van puntlassen).
De waarde van de "opgeslagen" stroom kan gewijzigd worden door elke keer de
voornoemde procedure uit te voeren.
5. INSTALLATIE
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
OPGELET! ALLE OPERATIES VAN INSTALLATIE EN ELEKTRISCHE EN
PNEUMATISCHE AANSLUITINGEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN MET EEN
ZORGVULDIG UITGESCHAKELDE PUNTLASMACHINE DIE LOSGEKOPPELD IS
VAN HET VOEDINGSNET.
DE ELEKTRISCHE EN PNEUMATISCHE AANSLUITINGEN MOGEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5.1 INRICHTING
De puntlasmachine uitpakken, de montage uitvoeren van de losgekoppelde gedeelten
bevat in de verpakking.
5.2 MANIEREN VAN OPHIJSEN
OPGELET: Alle puntlasmachines beschreven in deze handleiding hebben geen
elementen voor het ophijsen.
5.3 PLAATSING
Voor de zone van de installatie een voldoende grote ruimte voorzien zonder
hindernissen teneinde de toegankelijkheid naar het bedieningspaneel, de
hoofdschakelaar en de werkzone in alle veiligheid te kunnen garanderen.
Ervoor zorgen dat er zich geen hindenrissen ter hoogte van de ingangs- of
uitgangsopeningen van de koellucht bevinden, en hierbij verifiëren of er geen geleidend
stof, corrosieve dampen, vocht, enz. kunnen aangezogen worden.
De puntlasmachine op een vlak oppervlak van een homogeen en compact materiaal
plaatsen dat geschikt is om het gewicht ervan te dragen (zie "technische gegevens")
teneinde het gevaar van kantelen of gevaarlijke verplaatsingen te voorkomen.
5.4 AANSLUITING OP HET NET
5.4.1 Waarschuwingen
Voordat men gelijk welke elektrische aansluiting uitvoert, moet men verifiëren of de
gegevens op de plaat van de puntlasmachine overeenstemmen met de spanning en de
frequentie van het net beschikbaar op de plaats van de installatie.
De puntlasmachine moet uitsluitend aangesloten worden op een voedingssysteem met
een neutraalgeleider verbonden met de aarde.
5.4.2 Stekker en contact
Met de voedingskabel een genormaliseerde stekker (3P+T : er worden slechts 2
polen gebruikt: INTERFASEN verbinding!) met een adequaat vermogen verbinden
en een contact van het net voorbereiden dat beschermd is door zekeringen of door een
automatische thermomagnetische schakelaar ; de desbetreffende terminal van de
aardeaansluiting moet verbonden worden met de aardegeleider (geel-groen ) van de
voedingslijn.
Het vermogen en de karakteristieken van ingreep van de zekeringen en van de
thermomagnetische schakelaar staan aangeduid in de paragraaf "TECHNISCHE
GEGEVENS ".
Ingeval er meerdere puntlasmachines geïnstalleerd worden, moet men de voeding
cyclisch verdelen tussen de drie fasen zodanig dat men een meer evenwichtige
belasting realiseert , bijvoorbeeld:
puntlasmachine 1: voeding L1-L2;
puntlasmachine 2: voeding L2-L3;
puntlasmachine 3: voeding L3-L1.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
OPGELET! Het niet in acht nemen van de voornoemde regels maakt het door
de fabrikant voorzien veiligheidssysteem (klasse 1) inefficiënt met consequente
zware risico's voor de personen (vb. elektroshock) en voor de dingen (vb. brand).
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5.5 PNEUMATISCHE AANSLUITING
- Een lijn perslucht voorinstellen met een bedrijfsdruk tussen 6 en 8 bar.
- Op de groep filterreductor een van de aansluitingen perslucht ter beschikking
aanbrengen om zich aan te passen aan de aansluitingen beschikbaar op de plaats
van de installatie.
5.6 AANSLUITING VAN HET KOELCIRCUIT (FIG. C)
In de versie R.A. (koeling met water) (met unit van koeling in dotatie) de aansluiting van
de waterbuizen van de pneumatische grijper uitvoeren.
In andere gevallen kan er een open koelcircuit gerealiseerd worden (te verliezen
retourwater); het is noodzakelijk een toevoerleiding voor het water te voorzien met een
temperatuur die de 30° niet overschrijdt, met een minimum debiet (Q) dat niet lager ligt
dan hetgeen in de technische gegevens gespecificeerd wordt.
OPGELET! Lasoperaties uitgevoerd in afwezigheid van of met onvoldoende
watercirculatie kunnen de buiten bedrijfstelling van de puntlasmachine tot
gevolg hebben wegens schade van verhitting.
5.7 AANSLUITING PNEUMATISCHE GRIJPER (FIG. D)
- De connector van de kabels in de connector van het vermogen van de
puntlasmachine steken en deze hierbij draaien tot aan het punt van aanhaking. De
onderste bout vasthechten met een sleutel van "19" .
- De twee stekkers van de lucht verbinden met de desbetreffende contacten van de
puntlasmachine : kleine stekker : koellucht; grote stekker : lucht van aandrijving van
de pneumatische cilinder van de grijper.
- De connector van de bedieningskabel invoeren in het desbetreffend contact.
5.8 VERBINDING MANUELE GRIJPER EN STUDDER-PISTOOL MET
MASSAKABEL (FIG. E)
- De adaptors DINSE invoeren op de connector van vermogen van de
puntlasmachine.
- De stekkers DINSE in de desbetreffende contacten steken.
- De connector van de bedieningskabel in het desbetreffend contact invoeren.
De verbindingen van de luchtopeningen van de perslucht zijn niet noodzakelijk.
5.9 VERBINDING AIR PULLER MET MASSAKABEL (FIG. F)
- De adaptors DINSE invoeren op de connector van vermogen van de
puntlasmachine.
- De stekkers DINSE in de desbetreffende contacten invoeren.
- De stekker van de lucht verbinden met het desbetreffend contact van de
puntlasmachine (grote stekker).
35