Gebruikelijke Installatie - EBARA 4WN Manual De Instrucciones

Leiding klasse 12 (opvoerhoogte 120 meter)
*Druk Max. Pomp
kPa PSI
0
140 20
280 40
415 60
* De maximale druk van de pomp is de hoogste druk die door
de pomp zelf geleverd wordt, gemeten bij de putmond.
Alle leidingen en accessoires moeten de maximale
pompdruk kunnen verdragen.
Het startkoppel van de pompmotor veroorzaakt een torsie waardoor
het pomphuis tegen de binnenkant van de put zou kunnen schuren,
in het bijzonder als er een starre buis van PVC of polyethyleen wordt
gebruikt. Er kunnen stopmechanismen van het startkoppel worden
gemonteerd om deze torsiebeweging te dempen.
7.2. VEILIGHEIDSKABEL
Als voorzorgsmaatregel moet er met alle pompen een
veiligheidskabel worden verbonden, ongeacht het type
toevoerleiding dat wordt gebruikt. Deze kabel moet worden
bevestigd aan de pomp en de putmond.
7.3. INSTALLATIEDIEPTE
Raadpleeg de door de fabrikant verstrekte motorspecificaties
om de maximaal toegestane onderdompeling te weten.
Controleer of de pomp op een diepte van minstens 1 meter (bij
voorkeur op 3 meter) boven de putbodem is gemonteerd, en 1
meter onder het niveau waartoe het water maximaal mag dalen.
WAARSCHUWING: Als de pomp het waterniveau in de put
aan het begin van zijn werking laat dalen tot onder de
NL
aanzuigopening, moet de pomp lager worden geplaatst,
indien mogelijk, of moet er een bescherming van de
niveausonde worden gemonteerd om te voorkomen dat de
pomp een mengsel van water en lucht gaat pompen.
NB: het te sterk pompen in de put (mengsel van lucht-
water) veroorzaakt schade aan de pomp en/of de
motor, die niet door de garantie worden gedekt.
Alvorens de pompgroep te laten zakken moeten alle
uitsteeksels of scherpe uiteinden aan de bovenrand
van de put worden verwijderd, om schade aan de
pomp of de voedingskabels te vermijden wanneer de
groep in de put wordt neergelaten.
7.4. KEERKLEP
Alle 4WN dompelpompen voor putten zijn voorzien van een
keerklep. Er zijn geen verdere keerkleppen nodig
tot een opvoerhoogte van maximaal 80 meter. Voor systemen
met een opvoerhoogte van meer dan 80 meter, of als de pomp
wordt gebruikt als druksysteem, wordt geadviseerd een extra
keerklep te monteren op ongeveer, maar niet meer dan, 60
meter op de verticale lijn boven de pomp, en vervolgens om de
60 meter. Door deze keerklep wordt waterslag (die de pomp
kan beschadigen) beperkt.
7.5. INSTALLATIE IN EEN DRUKSYSTEEM EN CONTROLES
VAN DE POMP
De 4WN dompelpompen kunnen worden gebruikt als
druksysteem als ze worden gecombineerd met expansievaten
met een capaciteit die geschikt is voor de eisen van het
systeem. Bij de keuze van de tank moet worden verzekerd dat
de nominale druk van de tank minstens 10% hoger is dan de
pompdruk bij de putmond, en dat de opnamecapaciteit van de
44
Diepte Max.
Meter
0 120
105
90
80
tank voldoende is om het aantal pompstarts te beperken tot het
maximale aantal starts/uur dat is aangegeven in de handleiding
van de motor. Hoewel er kleine tanks kunnen worden gebruikt,
Pomp
moet er toch goed voor worden gezorgd dat de pomp niet
Voet
voortdurend start. Het kan nodig zijn dat er meer dan één
druktank moet worden gebruikt om te voorzien in de vereiste
400
opvoerhoogte of om continu starten van de pomp te voorkomen.
Een geperforeerde keerklep die in de druktank wordt
350
gemonteerd kan helpen om problemen met continue pompstarts
300 te reduceren. Neem voor meer informatie over dit onderwerp
contact op met uw dealer van EBARA Pumps Europe S.p.A.
260
NB: Elke automatische inschakeling van de pomp die een te
groot aantal starts/uur veroorzaakt verkort de levensduur
van de pomp; de veroorzaakte schade kan gevolgen hebben
voor de garantiedekking.
7.6. DESINSTALLATIE
Voor het verplaatsen of demonteren van de elektrische pomp
is het noodzakelijk:
a) de stroomvoorziening te onderbreken;
b) de zuig- en persleidingen (waar aanwezig) los te maken, als
deze te lang zijn of te veel plaats innemen;
c) indien aanwezig, de schroeven los te draaien die de
elektrische pomp op het draagvlak blokkeren;
d) indien aanwezig, de stroomtoevoerkabel met de hand vast
te houden;
e) de elektrische pomp op te tillen met passende middelen, op
grond van zijn gewicht en afmetingen (zie het typeplaatje)..
7.7. TRANSPORT
De elektrische pomp is verpakt in een kartonnen doos of, als
gewicht en afmetingen dat vereisen, bevestigd op een houten
pallet; het transport zal hoe dan ook geen bijzondere problemen
opleveren. Controleer in ieder geval het totale gewicht dat op de
doos is geschreven.
7.8. OPSLAG
a) Bewaar het product op een overdekte en droge plek,
verwijderd van warmtebronnen en afgeschermd van vuil en
trillingen.
b) Bescherm het product tegen vochtigheid, warmtebronnen
en mechanische schade.
c) Plaats geen zware voorwerpen op de verpakking.
d) H et product moet worden opgeslagen bij een temperatuur
tussen +5°C en +40°C (41°F en 104°F) en een relatieve
vochtigheid van 60%.

8. GEBRUIKELIJKE INSTALLATIE

A. AANSLUITING VAN DE POMP VOOR HANDBEDIENDE WERKING.
B. POMP GEÏNSTALLEERD ALS AUTOMATISCH DRUKSYSTEEM
MET INGEBOUWD EXPANSIEVAT EN DRUKSCHAKELAAR.
WAARSCHUWING: De dompelmotor kan
worden beschadigd doordat er geen geschikte
startmechanismen worden gebruikt en door
overbelastingen. De garantie dekt dit type
schade mogelijk niet.