Craftsman 25037 Manual De Las Instrucciones página 61

7
7. Ricerca
guasti.
7. Het
Iocaliseren
van fouten.
(_11
motore non parte
1. Manca il carburante.
2. Difetto di candela.
3. Collegamento
della candela difettoso.
4.
Sporco nel sistema di alimentazione
e o eel carburatore.
II motorino di avviamento non fa girare il motore
1.
Batteria scarica.
2.
Difetto di contatto ira cavo e polo della batteria.
3.
Leva di inserimento del tagliaerba in posizione errata.
4.
Fusibile principale
bruciato.
5.
Interruttore a chiave guasto.
6.
Interruttore di sicurezza per pedale freno/frizione guasto.
7.
Premere il pedale freno/frizione.
II motore non gira bene
1.
Scalare di marcia.
2.
Difetto di candela.
3.
Difetto regolazione carburatore,
4.
Filtro ostruito.
5. Sfiato serbatoio carburante ostruito.
6, Controllare
la registrazione dell'accensione.
7. Sporco nei tubi del carburante.
II motore non "tira" bene
1. Filtro dell'aria ostruito.
2.
Difetto di candela.
3.
Sporco nel carburatore o nei tubi del carburante,
4. Difetto regolazione carburatore.
II motore si surriscalda
1. Motore sotto sforzo.
2.
Presa d'aria o alette di raffreddamento ostruite.
3.
Ventola danneggiata.
4.
Manca olio eel motore.
5. Accensione
difettosa.
6. Difetto di candela.
La batteria non ricarica
1.
Fusibile bruciato,
2.
Uno o pi_ elementi danneggiati,
3. Cattivo contatto tra cavi epoli della batteria.
Le luci non funzionano
1, Lampade brueiate o rotte,
2. Interruttore guasto.
3. Cortoeircuito
nelrimpianto elettrico.
La macchina vibra
1. Le lame sono lente.
2.
II motore b lento,
3.
Lame fuori equilibrio causato da danneggiamento
o
difetto di affilatura.
Risultato di taglio irregolare
1. Lame da affilare.
2. Taglaierba fuori assetto.
3.
Erba alia o bagnata.
4. Accumulo di erba sotto il coprilame.
5.
Pressione non uniforme nei pneumatici.
6.
Marcia troppo alia.
7.
La cinghia slitta.
@
De motor start niet
1.
Er is geen benzine in de tank.
2.
De boogie is defect.
3.
De bougie-aansluiting
is defect.
4.
Vuil in carburateur
of brandstofleiding.
De startmotor trekt de motor niet
1. De accu is leeg.
2.
Slecht contact tussen kabel en accupool.
3.
Aan/uitschakelhendel
in foutieve stand.
4.
De hoofdzekering
is defect.
5.
Het stuurslot/contact
is defect.
6.
Het veiligheidscontact
voor koppelings/rempedaal
is
defect.
7.
Koppelings/rempedaal
niet ingedrukt.
De motor Ioopt niet gelijkmatig
1. Te hoge versnelling.
2.
De bougie is defect.
3.
De carburateur
is foutief ingesteld.
4.
Her luchtfilter zit dieht.
5.
De ventilatie van de brandstoftank
is verstopt.
6.
De ontsteking is verkeerd ingesteld.
7.
Vuil in de brandstofleidingen.
De motor lijkt zwak/weinig
vermogen
1,
Het luchtfiiter is verstopt.
2.
De bougie is defect.
3.
Vuil in de carburateur of brandstofleiding.
4.
De carburateur is verkeerd ingesteld.
De motor raakt oververhit
1. De motor is overbelast.
2.
De luchtinlaat of de koelribben zitten verstopt,
3.
De ventilator is beschadigd.
4.
Te weinig of geen olie in de motor.
5.
Her voergloeien is defect.
6.
De bougie is defect.
De accu laadt niet op
1.
De zekering is defect.
2.
Een of meer cellen zijn beschadigd.
3.
Aecupolen en kabels maken geen contact.
De verlichting werkt niet
1.
De gloeilampen
zijn stuk.
2,
De schakelaar is defect.
3.
Kortsluiting in de leiding.
De machine trilt
1. De messee zitten los.
2.
De motor zit los.
3.
Een of beide messen zijn in onbalans, veroorzaakt
door beschadiging
of slechte balans na het slijpen.
Hoogte van gemaaid gras is ongelijk
1. De messen zijn bet.
2.
De maaikast staat niet recht.
3.
Lang of nat gras.
4.
Grasophoping
onder de kap.
5.
De luchtdruk in de banden is links en rechts niet gelijk.
6, Te hoge versnelling.
7.
De aandrijfriem slipt.
61
loading